6 reacties wilsonbekwaamheid Flashcards
Waarom is het belangrijk om juridische reacties op wilsonbekwaamheid te regelen, en wat zijn de belangrijkste begrippen in dit verband?
Belang van Juridische Reacties op Wilsonbekwaamheid:
Patiënten hebben in principe dezelfde persoonlijkheidsrechten en patiëntenrechten als volwassenen, maar niet alle patiënten zijn in staat om deze rechten zelf uit te oefenen.
Het regelen van juridische reacties op wilsonbekwaamheid is cruciaal om de belangen van patiënten te beschermen wanneer ze niet in staat zijn autonome beslissingen te nemen.
Begrippen: Handelingsonbekwaamheid: Dit is een juridisch begrip waarbij een persoon niet (meer) autonoom mag beslissen, vaak als gevolg van een rechterlijke beslissing of wetsbepaling. Wilsonbekwaamheid: Dit is een feitelijk begrip waarbij een persoon niet (meer) in staat is autonoom te beslissen, meestal vanwege een ziekte, medische toestand, geestesstoornis, enz. Vaak wordt wilsonbekwaamheid vastgesteld door een beroepsbeoefenaar, zoals een arts.
: Hoe worden patiëntenrechten uitgeoefend door minderjarigen, en wie vertegenwoordigt hen in de uitoefening van deze rechten?
Antwoord:
Uitgangspunt voor Minderjarigen: Minderjarigen hebben vanaf de geboorte dezelfde persoonlijkheidsrechten en patiëntenrechten als volwassenen. In principe oefenen minderjarigen tijdens hun minderjarigheid deze rechten echter niet zelf uit. Vertegenwoordiging door Ouders: In principe worden minderjarigen bij de uitoefening van hun patiëntenrechten vertegenwoordigd door: De ouders die het gezag uitoefenen. Of door de voogd.
Hoe worden minderjarigen vertegenwoordigd door hun ouders bij de uitoefening van patiëntenrechten, en wat zijn de voorwaarden hiervoor?
Ouderlijk Gezag:
Het ouderlijk gezag komt principieel toe aan de “ouders,” wat verwijst naar personen ten opzichte van wie een juridische afstammingsband bestaat.
Wie Komt in Aanmerking voor Ouderlijk Gezag: Niet in aanmerking komen: stiefouders, wettelijk samenwonende partners, enz. Of ouders samenleven of niet, en of ze een koppel zijn of niet, speelt geen rol. Zelfs als (hoofdzakelijk) verblijf wordt toegewezen aan één ouder, heeft dit op zich geen impact op de gezamenlijke uitoefening van ouderlijk gezag. Uitzonderingen op Gezamenlijke Uitoefening: In uitzonderlijke gevallen kan de rechter de uitoefening van ouderlijk gezag aan één van de ouders toewijzen. Dit impliceert niet automatisch het "ontzetten" uit ouderlijk gezag, en de andere ouder behoudt bepaalde rechten zoals toezicht en persoonlijk contact. Als één Ouder Ontbreekt: Als één ouder ontbreekt (bijvoorbeeld overleden of wilsonbekwaam), zal de andere ouder het ouderlijk gezag uitoefenen. Gezamenlijke Uitoefening van Ouderlijk Gezag: Het Belgisch Wetboek gaat uit van de gezamenlijke uitoefening van ouderlijk gezag, zelfs als ouders niet samenleven (artikel 374, al. 1 BW). Tenzij de rechter de uitoefening van ouderlijk gezag aan één ouder toevertrouwt (artikel 374, al. 2 BW). Toestemming van Eén Ouder Volstaat: In geval van gezamenlijke uitoefening van ouderlijk gezag, kan de toestemming van één ouder volstaan voor derden te goeder trouw, zoals zorgverleners. Er is een weerlegbaar vermoeden dat één ouder handelt met instemming van de andere ouder (artikel 373, al. 2 en artikel 374, al. 1 BW). Uitzonderingen op Toestemming van Één Ouder: Als de andere ouder zich verzet tegen de voorgenomen beslissing of handeling, of als derden weten van onenigheid tussen ouders over de voorgenomen beslissing of handeling, kan de toestemming van één ouder niet volstaan. In dergelijke gevallen is de uitoefening van patiëntenrechten door één ouder niet mogelijk, en kan de zorgverlener niet verder handelen. Bij aanhoudende geschillen moeten ouders naar de familierechter stappen, behalve in spoedgevallen.
Welke uitzonderingen en fasen zijn er bij minderjarigen met betrekking tot de uitoefening van patiëntenrechten?
Antwoord:
Uitzonderingen op Vertegenwoordiging door Ouders: De Patiëntenrechtenwet voorziet in twee belangrijke uitzonderingen op het beginsel van vertegenwoordiging door ouders bij minderjarigen: (1) "De patiënt wordt betrokken bij de uitoefening van zijn rechten rekening houdend met zijn leeftijd en maturiteit." (2) "De in deze wet opgesomde rechten kunnen door de minderjarige patiënt die tot een redelijke beoordeling van zijn belangen in staat kan worden geacht, zelfstandig worden uitgeoefend." Drie Fasen bij Minderjarigen: (Eerste fase) De minderjarige is handelingsonbekwaam en niet in staat om een mening te vormen. In deze fase wordt hij volledig vertegenwoordigd door de ouders. (Tweede fase) De minderjarige is handelingsonbekwaam, maar in staat om een mening te vormen en te uiten. In deze fase vertegenwoordigen de ouders de minderjarige, maar hij wordt "betrokken" rekening houdend met zijn leeftijd en maturiteit. Dit betekent dat hij op zijn minst geïnformeerd wordt en deelneemt aan het besluitvormingsproces, waarbij gezamenlijke besluitvorming wordt nagestreefd. (Derde fase) De minderjarige is "tot een redelijke beoordeling van zijn belangen in staat" en oefent zijn patiëntenrechten zelfstandig uit. Dit geldt voor alle patiëntenrechten en sluit de tussenkomst van de ouders uit. Een autonome minderjarige is juridisch gelijkgesteld aan een volwassene. Beoordeling Wils(on)bekwaamheid bij Minderjarigen: De beoordeling van wils(on)bekwaamheid bij minderjarigen gebeurt niet louter op basis van een vaste leeftijd. De beroepsbeoefenaar beoordeelt de maturiteit van elke patiënt afzonderlijk en per behandeling. Hierbij wordt rekening gehouden met factoren zoals ziekte-ervaring, intellectuele en emotionele maturiteit, en het taakspecifieke karakter van de handeling (risicovol, irreversibel, enz.).
Wat zijn de gevolgen van autonome minderjarigen voor beroepsgeheim en privacybescherming?
Eigen Recht op Privacybescherming:
Autonome minderjarigen hebben een eigen recht op bescherming van hun privacy.
Ze kunnen weigeren dat hun ouders inzage hebben in hun medisch dossier.
Respect voor Beroepsgeheim: Het beroepsgeheim moet ook tegenover de ouders worden gerespecteerd, aangezien autonome minderjarigen hun eigen recht op privacy hebben. Ouders hebben alleen recht op informatie om als vertegenwoordiger op te treden als de minderjarige daarmee instemt. Weigering van inzage in het patiëntendossier door de minderjarige moet worden gerespecteerd.
Wat is het uitgangspunt met betrekking tot meerderjarige wilsonbekwame patiënten en hun patiëntenrechten?
Het uitgangspunt is dat een meerderjarige patiënt in beginsel wordt geacht zelf zijn patiëntenrechten te kunnen uitoefenen.
Indien de patiënt echter niet in staat is om dit te doen, voorziet de Wet Patiëntenrechten in een regeling voor de vertegenwoordiging van wilsonbekwame volwassen patiënten, zowel tijdelijk als blijvend wilsonbekwaam.
at zijn de kenmerken en voorwaarden voor een zelf gekozen vertegenwoordiger bij wilsonbekwame volwassen patiënten?
Een “door de patiënt benoemde vertegenwoordiger” kan al zijn rechten uitoefenen op het moment dat de patiënt zelf daartoe niet meer in staat is.
Deze vertegenwoordiger kan door de patiënt vrij worden gekozen (familie, vrienden, buren, enz.).
De aanwijzing van de vertegenwoordiger gebeurt via een bijzonder gedateerd mandaat dat door zowel de patiënt als de vertegenwoordiger wordt ondertekend en gedateerd.
Het mandaat is herroepbaar door beiden.
Sinds 2019 kan deze aanwijzing ook plaatsvinden via een ‘zorgvolmacht’.
Wat zijn de kenmerken van een door de vrederechter aangestelde bewindvoerder bij wilsonbekwame volwassen patiënten?
Tot 2014 waren er verschillende statuten voor onbekwaamheid (zoals verlengde minderjarigheid, gerechtelijke onbekwaamverklaring, enz.).
Deze werden omgevormd tot een nieuw eenheidsstatuut genaamd ‘bewind’ via de wet van 17 maart 2013.
Iedereen kan een verzoekschrift indienen voor de aanstelling van een bewindvoerder, inclusief familieleden, rusthuizen, mutualiteiten, enz.
Het verzoek moet vergezeld gaan van een omstandige geneeskundige verklaring die maximaal 15 dagen oud is.
Er zijn twee regimes mogelijk: bijstand (de persoon kan nog zelf beslissen, maar niet alleen) en vertegenwoordiging (de persoon kan niet meer zelf beslissen).
De vrederechter kan de bewindvoerder ook bevoegd maken voor de uitoefening van patiëntenrechten en medische beslissingen, wat blijkt uit het aanstellingsvonnis.
Opmerking: Een beroepsbeoefenaar kan de patiënt nog steeds als wilsbekwaam beschouwen, waardoor hij geen beroep hoeft te doen op plaatsvervangende toestemming door de bewindvoerder.
Wat houdt de cascade van familieleden in bij wilsonbekwame volwassen patiënten?
Wanneer de wilsonbekwame patiënt geen zelf gekozen vertegenwoordiger heeft aangewezen en er geen bewindvoerder is aangesteld door de vrederechter, voorziet de wet in een regeling waarbij bepaalde familieleden kunnen optreden als vertegenwoordigers.
De cascade of pyramide van familieleden bepaalt de volgorde van wie mag optreden als vertegenwoordiger.
Eerst komt de samenwonende echtgenoot of samenwonende partner in aanmerking, gevolgd door andere familieleden in dalende volgorde, zoals meerderjarige kinderen, ouders, broers en zussen.
In principe is één vertegenwoordiger voldoende, en er is een oplossing voorzien voor intra-familiale conflicten.
Wat is de rol van de beroepsbeoefenaar bij wilsonbekwame volwassen patiënten wanneer er geen familieleden beschikbaar zijn?
Indien er geen geschikte familieleden beschikbaar zijn om als vertegenwoordiger op te treden, heeft de beroepsbeoefenaar de verantwoordelijkheid om beslissingen te nemen in het belang van de patiënt.
Deze beslissingen moeten worden genomen na multidisciplinair overleg.
De beroepsbeoefenaar is verplicht om rekening te houden met de gradueel verminderde bekwaamheid van de patiënt en moet de patiënt zoveel mogelijk betrekken bij de uitoefening van zijn rechten.
Wat zijn enkele uitzonderingen en regelingen voor conflicten bij wilsonbekwame volwassen patiënten met betrekking tot vertegenwoordiging?
(1) Inzage en afschrift van het dossier kan worden geweigerd aan een vertegenwoordiger als dit nodig is voor de bescherming van het privé-leven van de patiënt.
(2) Bij een conflict tussen vertegenwoordigers van dezelfde rang, bijvoorbeeld kinderen, beslist de beroepsbeoefenaar in het belang van de patiënt na multidisciplinair overleg.
(3) Bij een conflict tussen de beroepsbeoefenaar en de vertegenwoordiger mag de beroepsbeoefenaar afwijken van de beslissing van de vertegenwoordiger, maar alleen als dit in het belang van de patiënt is en om ernstige bedreiging van het leven of ernstige aantasting van de gezondheid te voorkomen. De afwijking moet gemotiveerd worden in het dossier. Er is echter een uitzondering op deze uitzondering: de afwijking kan niet plaatsvinden als de patiënt zelf een vertegenwoordiger heeft aangewezen en deze zich beroept op de ‘uitdrukkelijke wil van de patiënt’ die is geuit toen de patiënt nog wilsbekwaam was.
Welke wetgeving is van toepassing op patiënten met psychiatrische aandoeningen met betrekking tot hun rechten en gedwongen opneming?
Voor patiënten met psychiatrische aandoeningen is de Wet Patiëntenrechten van toepassing, zonder onderscheid te maken tussen psychiatrische en andere aandoeningen.
Elke patiënt, inclusief psychiatrische patiënten, heeft patiëntenrechten.
Er is geen specifieke wetgeving voor patiënten met psychiatrische aandoeningen, maar er is wel een specifieke regeling voor gedwongen opname van geesteszieken, ook wel “collocatie” genoemd, vastgelegd in de Wet van 26 juni 1990 betreffende de bescherming van de persoon van de gee
Betekent gedwongen opname automatisch het verlies van handelings- en wilsbekwaamheid voor de patiënt?
Nee, gedwongen opname betekent niet automatisch het verlies van handelings- en wilsbekwaamheid voor de patiënt.
Het feit dat iemand is opgenomen, betekent niet dat hij onbekwaam is om bepaalde patiëntenrechten uit te oefenen, zoals het recht op informatie.
De handelings- en wilsonbekwaamheid van de patiënt zijn het gevolg van een gerechtelijke beslissing.
Wat voorziet de Wet Bescherming Persoon Geesteszieke (WBPG) met betrekking tot de gedwongen opname van geesteszieken?
Flashcard 151e: Dwangopneming van Geesteszieken - Deel A: Inleiding
Vraag: Welke wetgeving is van toepassing op patiënten met psychiatrische aandoeningen met betrekking tot hun rechten en gedwongen opneming?
Antwoord:
Voor patiënten met psychiatrische aandoeningen is de Wet Patiëntenrechten van toepassing, zonder onderscheid te maken tussen psychiatrische en andere aandoeningen. Elke patiënt, inclusief psychiatrische patiënten, heeft patiëntenrechten. Er is geen specifieke wetgeving voor patiënten met psychiatrische aandoeningen, maar er is wel een specifieke regeling voor gedwongen opname van geesteszieken, ook wel "collocatie" genoemd, vastgelegd in de Wet van 26 juni 1990 betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke (Wet Bescherming Persoon Geesteszieke).
Flashcard 152e: Dwangopneming van Geesteszieken - Deel A: Inleiding (Vervolg)
Vraag: Betekent gedwongen opname automatisch het verlies van handelings- en wilsbekwaamheid voor de patiënt?
Antwoord:
Nee, gedwongen opname betekent niet automatisch het verlies van handelings- en wilsbekwaamheid voor de patiënt. Het feit dat iemand is opgenomen, betekent niet dat hij onbekwaam is om bepaalde patiëntenrechten uit te oefenen, zoals het recht op informatie. De handelings- en wilsonbekwaamheid van de patiënt zijn het gevolg van een gerechtelijke beslissing.
Flashcard 153e: Dwangopneming van Geesteszieken - Deel A: Inleiding (Vervolg)
Vraag: Wat voorziet de Wet Bescherming Persoon Geesteszieke (WBPG) met betrekking tot de gedwongen opname van geesteszieken?
Antwoord:
De Wet Bescherming Persoon Geesteszieke (WBPG) voorziet strenge regels en rechterlijke controle voor de aanvang van de gedwongen opname van geesteszieken. De procedure en voorwaarden voor het beroven van iemand van zijn vrijheid zijn in deze wet vastgelegd.
Wat is de verhouding tussen de Wet Bescherming Persoon Geesteszieke (WBPG) en de Wet Patiëntenrechten (WP) met betrekking tot gedwongen opgenomen patiënten?
De WBPG (Wet Bescherming Persoon Geesteszieke) is een lex specialis, wat betekent dat deze wet specifieke regels en rechten voor gedwongen opgenomen patiënten bevat.
De WP (Wet Patiëntenrechten) is daarentegen een lex generalis en is van toepassing op alle patiënten, tenzij de WBPG specifieke regels of afwijkingen bevat.
Als de WBPG afwijkt van de WP of strenger is, zal de WBPG primeren.
Bijvoorbeeld, de WP voorziet het recht op vrije keuze van een arts, maar dit recht wordt beperkt in de WBPG door het aanbod van de kliniek waar de vrederechter de patiënt plaatst.