7 Begin van leven Flashcards

1
Q

: Wat zijn de technieken voor medisch begeleide voortplanting en hoe worden ze toegepast?

A

Medisch begeleide voortplanting (MBV) is een verzamelnaam voor technieken en behandelingen die worden gebruikt om zwangerschap tot stand te brengen wanneer natuurlijke voortplanting niet mogelijk is. Het kan worden toegepast bij koppels met fertiliteitsproblemen, genetische contra-indicaties voor natuurlijke voortplanting, of in situaties waarin natuurlijke voortplanting niet haalbaar is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Noem enkele van de meest voorkomende technieken voor medisch begeleide voortplanting.

A

Enkele van de meest voorkomende MBV-technieken zijn:

Kunstmatige Inseminatie (KI)
In-Vitro Fertilisatie (IVF)
Intra-Cytoplasmatische Sperma-Injectie (ICSI)
Pre-Implantatie-Diagnose (PID)
Reproductief Kloneren (niet toegestaan bij mensen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat houdt kunstmatige inseminatie (KI) in bij medisch begeleide voortplanting?

A

Kunstmatige inseminatie (KI) is een techniek waarbij zaadcellen worden verzameld en met behulp van een katheter rechtstreeks in de baarmoeder van de vrouw worden ingebracht. KI kan homoloog zijn (met het sperma van de echtgenoot of partner) of heteroloog (met sperma van een donor).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Leg het proces van In-Vitro Fertilisatie (IVF) uit bij medisch begeleide voortplanting.

A

IVF is een techniek waarbij bevruchting buiten het lichaam plaatsvindt. Het proces omvat ovariële hyperstimulatie, eicelmaturatie, eicelaspiratie, in-vitrofertilisatie, embryo terugplaatsing en ondersteuning van de luteale fase. IVF kan homoloog (met eigen gameten) of heteroloog (met donorzaad- of eicellen) zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het doel en de indicatie voor Intra-Cytoplasmatische Sperma-Injectie (ICSI) bij MBV?

A

ICSI is een techniek waarbij een enkele zaadcel direct in de kern van een eicel wordt geïnjecteerd. Het wordt toegepast in gevallen van ernstige mannelijke infertiliteit waarbij IVF geen goede kans op succes biedt of na mislukte IVF-pogingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat houdt Pre-Implantatie-Diagnose (PID) in en waarvoor wordt het gebruikt bij MBV?

A

PID is een techniek waarbij genetische kenmerken van embryo’s worden geanalyseerd voordat ze worden geïmplanteerd. Hiermee kan worden bepaald welke embryo’s geen genetische afwijkingen vertonen voordat ze worden teruggeplaatst. Dit wordt gebruikt om genetische aandoeningen uit te sluiten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het verschil tussen reproductief kloneren en therapeutisch kloneren, en waarom is reproductief kloneren niet toegestaan bij mensen?

A

Reproductief kloneren omvat het voortbrengen van een individu met genen die identiek zijn aan die van het donororganisme. Reproductief menselijk kloneren is verboden. Therapeutisch kloneren is toegestaan en houdt in dat genetisch identiek weefsel wordt aangemaakt voor behandeling, niet voor het creëren van een compleet individu.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke ethische en juridische vraagstukken worden geassocieerd met MBV?

A

MBV roept diverse ethische en juridische vragen op, waaronder:

Voor wie mag MBV worden toegepast, alleen als therapie of ook als alternatief voor verschillende groepen?
Wat zijn de afstammingsgevolgen van MBV, met inbegrip van genetische, sociale, educatieve en juridische aspecten?
Hoe moeten overtallige embryo's worden behandeld, vernietigd, gebruikt voor onderzoek, bewaard of gedoneerd?
Waarvoor mogen gameten (zaad- en eicellen) worden bewaard?
Hoe moet worden omgegaan met gedoneerde gameten, met inbegrip van bewaring en anonimiteit?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat was het wettelijke kader voor MBV in België vóór juli 2007?

A

Vóór juli 2007 was er in België geen specifieke wetgeving met betrekking tot medisch begeleide voortplanting. Er waren echter enkele relevante regelgevingen, waaronder:

Het Koninklijk Besluit van 15 februari 1999, dat normen vaststelde voor zorgprogramma's voor reproductieve geneeskunde.
De Wet van 11 mei 2003 betreffende het onderzoek op embryo's in vitro, die onderzoek op embryo's reguleerde.
Adviezen van het Raadgevend Comité voor Bio-ethiek, hoewel deze niet bindend waren.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat regelde het Koninklijk Besluit van 15 februari 1999 met betrekking tot medisch begeleide voortplanting?

A

Het Koninklijk Besluit van 15 februari 1999 introduceerde kwaliteitsnormen voor zorgprogramma’s voor reproductieve geneeskunde in België. Het maakte onderscheid tussen zorgprogramma’s A (patiëntenbehandeling en -begeleiding, gametprelevatie) en zorgprogramma’s B (volledige behandeling inclusief IVF, embryo terugplaatsing, bewaring van gameten en embryo’s). Het beperkte het aantal erkende IVF-centra om de proliferatie en commercialisering te beheersen en zorgde voor ethische reflectie en zelfregulering.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat regelde de Wet van 11 mei 2003 betreffende het onderzoek op embryo’s in vitro?

A

De Wet van 11 mei 2003 betreffende het onderzoek op embryo’s in vitro reguleerde wetenschappelijk onderzoek op embryo’s. Het definieerde een embryo als een “cel of samenhangend geheel van cellen met het vermogen om uit te groeien tot een mens.” De wet beperkte onderzoek tot de eerste 14 dagen van ontwikkeling (invriezingsperiode niet meegerekend) en legde verboden handelingen op, zoals implantatie van menselijke embryo’s bij dieren of het gebruik van embryo’s voor commerciële doeleinden. Het vereiste schriftelijke toestemming van donoren en dubbele toetsing door ethische comités.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat waren de belangrijkste bepalingen van de Wet van 6 juli 2007 betreffende Medisch Begeleide Voortplanting (MBV) in België?

A

De Wet van 6 juli 2007 regelde medisch begeleide voortplanting in België en omvatte de volgende bepalingen:

Regeling van alle technieken voor kunstmatige inseminatie (KI) en in-vitrofertilisatie (IVF).
Toelating van MBV alleen in erkende "fertiliteitscentra."
Voorwaarden voor "wensouders," "donoren," en "ontvangers," met inbegrip van leeftijdsgrenzen en gezondheidstoestand.
Vereiste van goedkeuring van specifieke verzoeken door wensouders, die door het fertiliteitscentrum kunnen worden geweigerd om medische redenen of op basis van een gewetensclausule.
Voorafgaande informatieplicht voor eerlijke en uitgebreide informatie over MBV.
Aanbieden van psychologische begeleiding.
Verplichte schriftelijke overeenkomst tussen het fertiliteitscentrum en wensouders, met vermelding van de techniek en de bestemming van overtollige embryo's.
Regels voor bewaring van overtallige embryo's, met een maximale bewaartermijn van vijf jaar.
Beperking van de creatie van nieuwe embryo's als wensouders nog bruikbare bewaarde embryo's hebben.
Voorwaarden voor pre-implantatie-diagnose (PID), waaronder verbod op eugenetische selectie en geslachtsselectie (tenzij om geslachtsgebonden aandoeningen te vermijden).
Mogelijkheid van PID in het therapeutisch belang van een reeds geboren kind (savior baby) met advies van een centrum voor menselijke erfelijkheid en toestemming van wensouders.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat waren de voorwaarden voor wensouders en donoren volgens de Wet van 6 juli 2007 betreffende Medisch Begeleide Voortplanting in België?

A

Volgens de Wet van 6 juli 2007 waren enkele van de voorwaarden voor wensouders en donoren in België onder andere:

Wensouders moesten minimaal 18 jaar oud zijn, met uitzonderingen voor ernstige medische redenen.
Wensouders moesten prelevatie van gameten (zaad- en eicellen) en het indienen van een verzoek voor kunstmatige inseminatie (KID) of in-vitrofertilisatie (IVF) aanvragen tot en met 45 jaar.
De uitvoering van KID of IVF moest plaatsvinden tot 47 jaar.
Er waren leeftijdsgrenzen die ter discussie stonden, zoals vastgelegd in advies 68 van het Raadgevend Comité voor Bio-ethiek (IVF zou mogelijk zijn tot 50 jaar).
Er werden geen specifieke wettelijke vereisten gesteld met betrekking tot samenlevingsvorm of seksuele geaardheid voor wensouders.
Fertiliteitscentra konden echter weigeren op basis van een "gewetensclausule" op grond van ethische bezwaren.
Schriftelijke toestemming voor post-mortem implantatie was vereist, mits overeenkomst tussen de wensouders, het centrum, en de overleden donor.
Gezondheidstoestand en onvruchtbaarheid waren andere relevante criteria.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn enkele specifieke bepalingen van de Wet van 6 juli 2007 met betrekking tot Medisch Begeleide Voortplanting (MBV) in België?

A

De toelating van MBV was beperkt tot erkende “fertiliteitscentra.”
Wensouders moesten specifieke verzoeken goedkeuren, die door het fertiliteitscentrum konden worden geweigerd om medische redenen of op basis van een “gewetensclausule.”
Er was een verplichte schriftelijke overeenkomst tussen het fertiliteitscentrum en wensouders, waarin de techniek en de bestemming van overtollige embryo’s werden vermeld.
Bewaring van overtallige embryo’s was alleen mogelijk als toegestaan in de overeenkomst, met een maximale bewaartermijn van vijf jaar.
Creatie van nieuwe embryo’s was niet toegestaan als wensouders nog bruikbare bewaarde embryo’s hadden.
Pre-implantatie-diagnose (PID) was onderworpen aan strikte voorwaarden, zoals het verbod op eugenetische selectie en geslachtsselectie (tenzij om geslachtsgebonden aandoeningen te vermijden).
PID was ook toegestaan in het therapeutisch belang van een reeds geboren kind (savior baby) met advies van een centrum voor menselijke erfelijkheid en toestemming van wensouders.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn enkele van de regels met betrekking tot embryodonatie volgens de Belgische wetgeving?

A

De regels met betrekking tot embryodonatie in België volgens de wetgeving omvatten:

Embryodonatie moet kosteloos zijn.
Donoren moeten anoniem blijven.
Embryodonatie mag niet worden uitgevoerd met het oog op geslachtsselectie.
Eugenetische selectie is niet toegestaan, maar "matching" om "al te grote lichamelijke verschillen" te vermijden is wel toegestaan.
Er mag een maximum van zes broers en zussen worden verwekt van hetzelfde donorpaar.
Embryodonatie leidt tot een afstammingsrelatie tussen de ontvangende ouders en het kind.

Deze regels zijn bedoeld om de anonimiteit van donoren te behouden en om ervoor te zorgen dat embryodonatie geen commercieel doel dient. Daarnaast wordt gestreefd naar een beperkt aantal halfbroers en -zussen om mogelijke verwarring in de toekomst te voorkomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn enkele belangrijke aspecten van de regelgeving met betrekking tot gametendonatie in België?

A

Enkele belangrijke aspecten van de regelgeving met betrekking tot gametendonatie in België omvatten:

Er moet een verplichte overeenkomst zijn tussen het fertiliteitscentrum en de donor, waarin de bestemming van de gameten wordt geregeld, zoals bevruchting van de partner, donatie, of wetenschappelijk onderzoek.
Er geldt een maximum bewaringstermijn van tien jaar voor de gameten, met de mogelijkheid tot verlenging.
Donatie van gameten is principieel anoniem, maar er zijn mogelijkheden om bepaalde informatie te bewaren, zoals medische informatie die belangrijk kan zijn voor de gezonde ontwikkeling van het kind en fysieke kenmerken van de donor. Deze informatie kan beperkt en doelgebonden worden gedeeld met ontvangers van gameten en de arts van de verwekte persoon "voor zover zijn gezondheid dit vereist."
Anonimiteit van gametendonoren staat ethisch, juridisch en politiek ter discussie, en er is een recente prejudiciële vraag ingediend bij het Grondwettelijk Hof om te beoordelen of de wettelijk voorziene donoranonimiteit al dan niet in strijd is met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM).
17
Q

Wat is de geschiedenis van de regelgeving rond vrijwillige zwangerschapsafbreking (abortus) in België?
Antwoord:

A

De geschiedenis van de regelgeving rond vrijwillige zwangerschapsafbreking (abortus) in België omvat de volgende belangrijke fasen:

In 1867 werd de "vruchtafdrijving" strafbaar gesteld in het Strafwetboek, met gevangenisstraffen variërend van vijf tot tien jaar als de vrouw niet had ingestemd, en drie maanden tot een jaar bij verzoek van de vrouw.
Tijdens de jaren 1960 ontstond er een sterke discussie over de liberalisering van abortus tijdens het eerste trimester, en illegale abortuscentra kwamen op.
In 1974 werd een staatscommissie voor ethische problemen opgericht.
Een moratorium op vervolgingen van abortus werd ingesteld van 1974 tot 1980.
Het moratorium werd doorbroken vanaf 1978, en er waren diverse parlementaire initiatieven voor wetswijzigingen.
Op 3 april 1990 werd een nieuwe wet aangenomen waarin vruchtafdrijving strafbaar bleef, maar waarin werd gesteld dat "er geen misdrijf is" als abortus plaatsvindt in een noodsituatie bepaald door de vrouw, tijdens de eerste 12 weken vanaf de conceptie (met uitzonderingen voor late abortus om medische redenen).
In 2018 werd de wet opnieuw gewijzigd en zwangerschapsafbreking is niet langer strafbaar, tenzij de voorwaarden niet worden nageleefd.
Er waren in 2019 parlementaire discussies over verdere wijzigingen, zoals het optrekken van de termijn tot 18 weken en het verminderen van de wachtperiode van 6 dagen tot 48 uur.
Deze discussies waren nog hangende in de Kamer in november 2023.
18
Q

Wat zijn de voorwaarden waaraan moet worden voldaan voor een niet-strafbare zwangerschapsafbreking in België?

A

Om te voldoen aan de voorwaarden voor een niet-strafbare zwangerschapsafbreking in België, moeten de volgende criteria worden nageleefd:

Aanvraag van de vrouw: De vrouw heeft het recht om vrij te beslissen over zwangerschapsafbreking. Ze hoeft geen specifieke noodsituatie aan te tonen en instemming van de partner is wenselijk maar niet vereist.

Tijdslimiet: De ingreep moet plaatsvinden vóór het einde van de twaalfde week na de bevruchting. Er is een beperkte verlengingsmogelijkheid als de wachttijd van zes dagen aan het einde van de termijn begint te lopen.

Uitvoering door arts: De zwangerschapsafbreking moet worden uitgevoerd door een arts in medisch verantwoorde omstandigheden, meestal in een instelling voor gezondheidszorg. Dit kan een abortuscentrum of een ziekenhuis zijn.

Plichten van de arts: De arts moet de vrouw informeren over de risico's van de ingreep, de vrouw herinneren aan opvangmogelijkheden voor kinderen, en ervoor zorgen dat de beslissing van de vrouw vrijwillig is. Na de ingreep moet de arts voorlichting geven over contraceptiva of ervoor zorgen dat dit wordt gedaan.

Wachttijd en bevestiging: Er geldt een wachttijd van zes dagen na de eerste raadpleging voordat de zwangerschapsafbreking kan plaatsvinden. Deze wachttijd kan worden verlengd in bepaalde situaties, maar is niet van toepassing in geval van dringende medische redenen. Op de dag van de ingreep moet er een schriftelijke bevestiging zijn.

Deze voorwaarden zijn opgesteld om ervoor te zorgen dat zwangerschapsafbreking in België veilig en onder gecontroleerde omstandigheden plaatsvindt, terwijl vrouwen de vrijheid behouden om hun eigen beslissingen te nemen.

19
Q

Wat houdt de uitzonderingsregeling in voor zwangerschapsafbreking na 12 weken in België?

A

De uitzonderingsregeling voor zwangerschapsafbreking na 12 weken in België is van toepassing in de volgende situaties:

Ernstig gevaar voor de gezondheid van de vrouw: Als de zwangerschap een ernstig gevaar inhoudt voor de gezondheid van de vrouw, kan dit een medische reden zijn om de zwangerschap niet uit te dragen. Er kan echter discussie zijn over de interpretatie van het begrip "gezondheid."

Vaststaand lijden van het kind: Als vaststaat dat het ongeboren kind zal lijden aan een "uiterst zware kwaal" die als ongeneeslijk wordt erkend op het moment van de diagnose, kan dit een reden zijn voor zwangerschapsafbreking.

In beide gevallen is het vereist dat een tweede arts, een “arts-consulent,” advies geeft en dat dit advies wordt opgenomen in het dossier. De rol van de (vermoedelijke) vader is anders dan in andere situaties, omdat de besluitvorming niet gebaseerd is op het ongewenste karakter van de zwangerschap, maar eerder als potentiële ouders die moeten beslissen over de gezondheid van het kind.

De uitzonderingsregeling is bedoeld om vrouwen in uitzonderlijke medische situaties de mogelijkheid te bieden om zwangerschapsafbreking uit te voeren na 12 weken, maar dit moet zorgvuldig worden beoordeeld en onderbouwd door medische professionals.

20
Q

Welke bepalingen zijn er met betrekking tot gewetensvrijheid en voorlichtingsplicht in verband met zwangerschapsafbreking in België?

A

In België zijn er specifieke bepalingen met betrekking tot gewetensvrijheid en voorlichtingsplicht met betrekking tot zwangerschapsafbreking:

Gewetensvrijheid: Niemand kan gedwongen worden om medewerking te verlenen aan zwangerschapsafbreking. Artsen en andere medische professionals hebben het recht om op basis van hun geweten te weigeren een zwangerschapsafbreking uit te voeren.

Voorlichtingsplicht bij weigering: Als een arts weigert een zwangerschapsafbreking uit te voeren, moet hij of zij deze weigering meedelen bij het 'eerste bezoek' van de vrouw. De arts moet ook de contactgegevens verstrekken van een collega of een centrum waar de ingreep wel kan worden uitgevoerd. Bovendien moet het volledige dossier worden overgedragen aan de instelling waar de zwangerschapsafbreking zal plaatsvinden.

Deze bepalingen zorgen ervoor dat gewetensvrijheid wordt gerespecteerd, maar tegelijkertijd wordt de toegang van vrouwen tot zwangerschapsafbreking gewaarborgd door alternatieve opties te bieden in geval van gewetensbezwaren bij de behandelend arts.

21
Q

Hoe wordt de registratie van zwangerschapsafbrekingen geregeld in België?

A

De registratie van zwangerschapsafbrekingen in België wordt geregeld door de Wet van 13 augustus 1990. Deze wet legt de volgende registratievereisten vast:

Registratie per zwangerschapsafbreking: Elke zwangerschapsafbreking moet worden geregistreerd.

Jaarlijks verslag door elk centrum: Elk centrum dat zwangerschapsafbrekingen uitvoert, moet jaarlijks een verslag indienen.

Oprichting van nationale evaluatiecommissie: Er is een nationale evaluatiecommissie opgericht om de gegevens en verslagen te evalueren en te analyseren.

Het registratieproces omvat onder andere het gebruik van anonieme registratiedocumenten waarin relevante informatie wordt vermeld, zoals de redenen voor de zwangerschapsafbreking, de leeftijd en burgerlijke staat van de vrouw, de gebruikte contraceptiva, en meer. Deze informatie wordt geanonimiseerd en gebruikt voor statistische en evaluatiedoeleinden om het beleid en de praktijk met betrekking tot zwangerschapsafbreking te monitoren en te verbeteren. Een voorbeeld van een registratieformulier is beschikbaar op de website van de Belgische overheid.