5 Medische AH Flashcards
Wat zijn de twee mogelijkheden voor de rechtsverhouding tussen een zorgverlener (arts of ziekenhuis) en een patiënt?
Er zijn twee mogelijkheden voor de rechtsverhouding tussen een zorgverlener en een patiënt:
Contractuele Verhouding: Hierbij wordt uitgegaan van een medisch contract of een geneeskundige behandelingsovereenkomst tussen de arts, het ziekenhuis en de patiënt. Dit is de principiële benadering waarbij informed consent als rechtsbasis geldt, en er sprake is van een aanbod en aanvaarding. De overeenkomst kan opzegbaar zijn onder bepaalde voorwaarden, zoals het vinden van een alternatieve behandelaar. Buitencontractuele Verhouding: In gevallen waarin geen expliciete contractuele overeenkomst bestaat tussen de zorgverlener en de patiënt, kan er nog steeds sprake zijn van aansprakelijkheid, maar de juridische basis verschuift naar een buitencontractuele verhouding. Dit kan bijvoorbeeld voorkomen in noodsituaties waarin geen geïnformeerde toestemming kan worden verkregen.
Wat zijn enkele geldigheidsvereisten voor contracten in de medische context?
Enkele geldigheidsvereisten voor contracten in de medische context zijn:
Vrije en Geïnformeerde Toestemming: De patiënt moet vrijelijk en geïnformeerd instemmen met de medische behandeling. Dit omvat het begrijpen van de risico's, voordelen en alternatieven die met de behandeling gepaard gaan. Informed consent is van groot belang. Handelingsbekwaamheid: De patiënt moet handelingsbekwaam zijn om een geldige toestemming te geven. Er zijn uitzonderingen voor volwassenen met een mature minderjarige status (bijvoorbeeld voor bepaalde beslissingen in de kindergeneeskunde). Geoorloofd Voorwerp: Het medische contract mag geen onwettige medische behandelingen omvatten. De behandeling moet legitiem en wettelijk toegestaan zijn. Geoorloofde Oorzaak (Beweegreden): De overeenkomst moet gebaseerd zijn op rechtmatige en legitieme motieven. Dit betekent dat de behandeling redelijk en niet onredelijk risicovol of onwetenschappelijk mag zijn.
Deze geldigheidsvereisten zijn van toepassing op de geneeskundige behandelingsovereenkomst en andere medische contracten en bepalen de juridische geldigheid van de overeenkomst.
Hoe kan het bewijs van een geneeskundige behandelingsovereenkomst worden geleverd?
Het bewijs van een geneeskundige behandelingsovereenkomst kan op verschillende manieren worden geleverd, waaronder:
Mondelinge toestemming: Een mondelinge overeenkomst of toestemming is voldoende en kan worden bewezen door middel van getuigenverklaringen of andere bewijsmiddelen. Schriftelijke bevestiging: Hoewel niet verplicht, kan een schriftelijke bevestiging van de overeenkomst nuttig zijn om de inhoud en voorwaarden van de behandelingsovereenkomst vast te leggen. Elementen van de behandeling: Het bewijs kan ook worden geleverd door de elementen van de behandelingsovereenkomst zelf, zoals het maken van afspraken, het zich aanbieden op afspraak, en andere relevante handelingen.
Er is geen specifieke vormvereiste voor het bewijs van een geneeskundige behandelingsovereenkomst, maar het is belangrijk dat de toestemming van de patiënt op een of andere manier wordt gedocumenteerd.
Flashcard 112d: Ziekenhuisovereenkomst
Vraag: Wat is een ziekenhuisovereenkomst en wat zijn de twee mogelijkheden voor ziekenhuisovereenkomsten?
Antwoord:
Een ziekenhuisovereenkomst is een specifieke vorm van een geneeskundige behandelingsovereenkomst die betrekking heeft op de opname en verzorging van een patiënt in een ziekenhuis of zorginstelling. Er zijn twee mogelijkheden voor ziekenhuisovereenkomsten:
Arts-Out-Overeenkomst: Dit is een afzonderlijke overeenkomst tussen de patiënt en de privé-zorginstelling, specifiek voor opname en verzorging door zorgpersoneel. In deze overeenkomst worden medische prestaties meestal geregeld in een apart contract met de behandelende arts. Er is hier sprake van een specifieke keuze voor en een afzonderlijk contract met de arts. Het ziekenhuis verbindt zich alleen tot nazorg, opname en verzorging. All-In-Contract: Dit is een contract waarbij de patiënt alleen met het ziekenhuis een overeenkomst sluit voor zowel opname en verzorging als medische prestaties. Vooraf is er meestal geen specifieke keuze voor of contact met een arts. Als een patiënt een all-in-contract heeft, kan hij/zij door verschillende artsen worden behandeld zonder dat er een afzonderlijke overeenkomst met de arts is gesloten. Het ziekenhuis is verantwoordelijk voor zowel de opname als de medische zorg.
Wat zijn enkele situaties waarin er sprake is van een buitencontractuele rechtsverhouding tussen een arts of ziekenhuis en een patiënt?
Er zijn verschillende situaties waarin er sprake is van een buitencontractuele rechtsverhouding tussen een arts of ziekenhuis en een patiënt:
Precontractuele fase: Dit verwijst naar situaties waarin er nog geen contract tot stand is gekomen tussen de zorgverlener en de patiënt. Bijvoorbeeld, wanneer een arts weigert een patiënt te verzorgen, kan er een discussie of klacht ontstaan voordat er een behandelingsovereenkomst is gesloten. In dringende gevallen kan er sprake zijn van schuldig verzuim als de arts niet handelt. Postcontractuele fase: Nadat een behandeling is afgerond en er geen verdere opvolging vereist is, kan de contractuele fase eindigen. Als er zich echter na het aflopen van het contract nieuwe problemen of klachten voordoen die verband houden met de eerdere behandeling, kan er sprake zijn van een buitencontractuele rechtsverhouding. Bijvoorbeeld, als een patiënt wordt opgeroepen voor een groepsgewijze recall van medische hulpmiddelen na de behandeling. Feitelijke Onmogelijkheid tot Contracteren: In gevallen waarin de patiënt niet in staat is om een contract te sluiten, zoals bij wilsonbekwame patiënten (bijvoorbeeld in een coma), ontstaat er geen behandelingsovereenkomst. Tenzij er een wettelijke vertegenwoordiger is die namens de patiënt handelt, is de rechtsverhouding buitencontractueel. Geen Vrije Keuze: Als de patiënt geen vrije keuze heeft, zoals in gevallen van wachtdienst (arts van wacht) of leden van het medisch team waarmee de patiënt geen voorafgaand contact heeft gehad, kan de rechtsverhouding buitencontractueel zijn. Dwangsituaties: In situaties waarin de patiënt onder dwang wordt behandeld, zoals bij een psychiatrische collocatie, kan er sprake zijn van een buitencontractuele rechtsverhouding. All-In Contract met Ziekenhuis: Als een patiënt een all-in contract heeft gesloten met een ziekenhuis, maar er geen specifieke contractuele overeenkomst met een arts is, kan de rechtsverhouding met de arts buitencontractueel zijn. Rechtsverhouding met Openbare Zorginstellingen: In het geval van openbare zorginstellingen zoals universitaire ziekenhuizen, waarbij de instelling een publieke rechtspersoon is, kan de rechtsverhouding tussen de patiënt en het ziekenhuis buitencontractueel zijn. Strafrechtelijke Inbreuken: Als een behandeling of medische handeling gepaard gaat met strafrechtelijke inbreuken, zoals slagen en verwondingen, schuldig verzuim, schending van de beroepsgeheimen, enzovoort, kan dit leiden tot een buitencontractuele rechtsverhouding.
Het is belangrijk om onderscheid te maken tussen contractuele en buitencontractuele rechtsverhoudingen, aangezien dit gevolgen kan hebben voor aansprakelijkheid en verjaringstermijnen.
Waarom is het onderscheid tussen contractuele en buitencontractuele rechtsverhoudingen relevant in de context van medische aansprakelijkheid?
Het onderscheid tussen contractuele en buitencontractuele rechtsverhoudingen is relevant in de context van medische aansprakelijkheid om verschillende redenen:
Verjaringstermijnen: Het beïnvloedt de toepasselijke verjaringstermijnen voor aansprakelijkheidsvorderingen. In gevallen van contractuele aansprakelijkheid gelden doorgaans langere verjaringstermijnen, terwijl buitencontractuele aansprakelijkheid vaak kortere termijnen heeft. Bewijslast: Het bepaalt de aard van het bewijs dat moet worden geleverd om aansprakelijkheid vast te stellen. Contractuele aansprakelijkheid vereist doorgaans het bewijs van contractbreuk, terwijl buitencontractuele aansprakelijkheid het bewijs van onrechtmatige daad vereist. Aard van de Aansprakelijkheid: Het onderscheid bepaalt of de aansprakelijkheid gebaseerd is op schending van contractuele verplichtingen of schending van algemene zorgvuldigheidsnormen. Bij contractuele aansprakelijkheid is de zorgverlener verantwoordelijk voor het niet nakomen van contractuele verplichtingen, terwijl bij buitencontractuele aansprakelijkheid de focus ligt op het schenden van algemene zorgvuldigheidsnormen. Stuiting en Schorsing van Verjaring: Het onderscheid is relevant bij het bepalen van de mogelijkheden voor het stuiten (stopzetten) of schorsen (tijdelijk onderbreken) van de verjaringstermijn. Bij contractuele aansprakelijkheid kan bijvoorbeeld een schriftelijke ingebrekestelling de verjaringstermijn stuiten, terwijl bij buitencontractuele aansprakelijkheid andere regels kunnen gelden. Rechtsmiddelen: Het beïnvloedt de beschikbare rechtsmiddelen voor patiënten om schadevergoeding te verkrijgen. Contractuele aansprakelijkheid kan leiden tot contractuele vorderingen, terwijl buitencontractuele aansprakelijkheid kan leiden tot vorderingen op basis van onrechtmatige daad.
Het juiste onderscheid tussen contractuele en buitencontractuele rechtsverhoudingen is cruciaal voor het bepalen van de toepasselijke regels en procedures bij medische aansprakelijkheid, evenals voor het waarborgen van de rechten van patiënten en zorgverleners.
Wat zijn de drie soorten burgerrechtelijke aansprakelijkheid met betrekking tot medische aansprakelijkheid?
Bij medische aansprakelijkheid zijn er drie belangrijke soorten burgerrechtelijke aansprakelijkheid:
Aansprakelijkheid voor Eigen Gedrag: Dit houdt in dat zorgverleners, zoals artsen en ziekenhuizen, aansprakelijk kunnen worden gesteld voor hun eigen handelingen of nalatigheden tijdens medische behandelingen. Dit kan betrekking hebben op fouten die tijdens de behandeling worden gemaakt. Aansprakelijkheid voor Andermans Gedrag: Hierbij kunnen ziekenhuizen en artsen aansprakelijk worden gesteld voor het gedrag van anderen die betrokken zijn bij de medische behandeling. Dit kan bijvoorbeeld betrekking hebben op de aansprakelijkheid van een ziekenhuis voor het gedrag van het verplegend personeel, of de aansprakelijkheid van een arts voor het gedrag van een stagiair. Aansprakelijkheid voor Gebrekkige Zaken: Dit heeft betrekking op de aansprakelijkheid van zorgverleners voor het gebruik van gebrekkige medische apparatuur, hulpmiddelen, medicijnen of andere zaken die bij de behandeling worden gebruikt. Als de gebruikte zaken gebreken vertonen en schade veroorzaken, kan er aansprakelijkheid ontstaan.
Het is van groot belang om deze verschillende vormen van aansprakelijkheid te onderscheiden en te begrijpen, omdat ze verschillende juridische implicaties en verantwoordelijkheden met zich meebrengen.
Wat is het verschil tussen een inspanningsverbintenis en een resultaatsverbintenis in medische aansprakelijkheid?
n medische aansprakelijkheid wordt onderscheid gemaakt tussen twee soorten verbintenissen:
Inspanningsverbintenis: Dit is de standaard aard van de verbintenis in de medische praktijk. Het houdt in dat de zorgverlener zich verbindt om alle redelijke inspanningen te leveren om een beoogd resultaat te bereiken, maar er is geen garantie dat het resultaat daadwerkelijk wordt behaald. Inspanningsverbintenissen hebben een aleatoir karakter vanwege de onzekerheid van het beoogde resultaat. Het feit dat het gewenste resultaat niet wordt bereikt, betekent op zichzelf niet dat er sprake is van foutief handelen. Er moet worden aangetoond dat de zorgverlener niet alle redelijke maatregelen heeft genomen om het beoogde resultaat te bereiken. Resultaatsverbintenis: In uitzonderlijke gevallen kan er sprake zijn van een resultaatsverbintenis in de medische praktijk. Dit betekent dat de zorgverlener zich verbindt om een specifiek resultaat te bereiken, en bij schending van deze verbintenis, zelfs als alle redelijke inspanningen zijn geleverd, kan er sprake zijn van foutief handelen. Resultaatsverbintenissen kunnen ontstaan in situaties waarin er een wettelijk gebod of verbod is geschonden, wanneer de uitdrukkelijke wil van de partijen resultaatgaranties omvat (bijv. de juiste patiënt of lichaamsdeel opereren), of wanneer er geen onzekerheid bestaat over het te bereiken resultaat (bijvoorbeeld eenvoudige radiografie of laboratoriumonderzoek).
Het is essentieel om het onderscheid tussen inspanningsverbintenissen en resultaatsverbintenissen te begrijpen, omdat dit van invloed kan zijn op de beoordeling van aansprakelijkheid in medische zaken.
Wat zijn enkele aspecten van de aansprakelijkheid van een ziekenhuis voor gebrekkige organisatie in medische zorg?
De aansprakelijkheid van een ziekenhuis voor gebrekkige organisatie in medische zorg omvat verschillende aspecten:
Verplichting tot Zorgvuldig Logement: Het ziekenhuis moet zorgen voor passend logement dat is afgestemd op de leeftijd en gezondheidstoestand van de patiënt. Dit kan onder meer betrekking hebben op het verstrekken van bedden die geschikt zijn voor de patiënt. Levering van Deugdelijk Voedsel: Het ziekenhuis moet de patiënt voorzien van deugdelijk voedsel dat voldoet aan eventuele dieetvoorschriften en vrij is van gebreken. Voldoende en Bekwaam Personeel: In beginsel is het de verantwoordelijkheid van het ziekenhuis om voldoende en bekwaam personeel ter beschikking te stellen voor de medische zorg. Dit is doorgaans een inspanningsverbintenis, tenzij er wettelijke bepalingen zijn die een resultaatsverbintenis opleggen, zoals het voldoen aan erkenningsnormen voor personeelsbezetting. Voldoende en Deugdelijk Materiaal: Het ziekenhuis moet zorgen voor voldoende en deugdelijk medisch materiaal en apparatuur, en ervoor zorgen dat deze veilig en correct worden gebruikt. Zorgvuldig Hygiënebeleid: Het ziekenhuis moet een zorgvuldig hygiënebeleid implementeren om de verspreiding van infecties te minimaliseren. Dit is over het algemeen een inspanningsverbintenis vanwege de onzekerheid van het resultaat, aangezien infecties niet volledig kunnen worden vermeden, zelfs niet met zorgvuldig gedrag. Foutloze aansprakelijkheid is van toepassing wanneer er geen fout wordt gemaakt. Bewakings-, Toezichts- en Veiligheidsplicht: Het ziekenhuis heeft de plicht om toezicht te houden en de veiligheid van patiënten te waarborgen. Bij gebrekkig toezicht kan het ziekenhuis aansprakelijk worden gesteld, tenzij kan worden aangetoond dat alle toezicht- en veiligheidsmaatregelen afdoende waren genomen. Zorgvuldige Communicatie en Dossiervoering: Het ziekenhuis moet zorgen voor zorgvuldige communicatie tussen zorgverleners en dossiervoering van patiëntgegevens. Onvolledige, foutieve, laattijdige of afwezige communicatie kan leiden tot aansprakelijkheid van het ziekenhuis. Verlies van patiëntendossiers kan leiden tot schadevergoeding wegens verlies van een kans.
Het is van groot belang dat ziekenhuizen voldoen aan deze verplichtingen om de kwaliteit en veiligheid van de medische zorg te waarborgen en aansprakelijkheid te voorkomen.
Wat zijn enkele aspecten van aansprakelijkheid met betrekking tot medisch handelen, inclusief fouten, weigering van behandeling en keuze van behandeling?
Het aansprakelijkheidstraject met betrekking tot medisch handelen omvat verschillende aspecten, waaronder:
(1) De Fout:
Invulling van de Zorgvuldigheidsnorm: De zorgvuldigheidsnorm wordt ingevuld door te vergelijken met wat een normaal zorgvuldige zorgverlener in dezelfde omstandigheden zou doen. Dit omvat vergelijkingen op basis van dezelfde specialiteit, plaats, tijdstip, omstandigheden en uitsluiting van subjectieve elementen zoals leeftijd, geslacht of ervaring. Als een arts buiten zijn specialiteit handelt, wordt hij vergeleken met de referentie in die sector. Normatieve Beoordeling: Het gebruik van richtlijnen en evidence-based medicine (EBM) is de standaard. Afwijkingen zijn toegestaan, mits gemotiveerd. Bij conflicterende medische scholen zal de rechter meestal geen kant kiezen. Bewijs van Medische Fout: Meestal vereist deskundigenonderzoek door aangestelde experts of deskundigen. In een civiele procedure moet de eisende partij een "begin van bewijs van aansprakelijkheid" leveren en een concrete beschrijving van mogelijke fouten geven.
(2) Behandelingsfouten:
Weigering van Behandeling/Hulpverzuim: Een arts kan aansprakelijk zijn als hij de nodige hulp weigert in een situatie waarin de patiënt wordt blootgesteld aan onmiddellijk, dreigend en groot gevaar voor de gezondheidstoestand. Er is geen verplichting om jezelf in gevaar te brengen, maar er moet in het algemeen enige hulp worden verleend. Ook kan de arts in een noodsituatie niet verplicht worden om de juiste hulp te bieden. Grenzen aan Bekwaamheid: Als een arts zich bewust is van zijn eigen beperkingen of als er sprake is van complexe zaken, kan hij verplicht zijn om een collega of een gespecialiseerd centrum te raadplegen of door te verwijzen. Aanvatten Behandeling in Veilige Omstandigheden: Er moeten voldoende personeel en middelen beschikbaar zijn, en de opvolging en opvolginformatie moeten veilig zijn. Keuze- en Behandelingsfouten: Artsen moeten de juiste keuzes maken tussen verschillende behandelingsopties, rekening houdend met de gezondheidstoestand van de patiënt, risico's, urgentie en succesratio. Ze hebben therapeutische vrijheid, maar moeten redelijke beslissingen nemen. Niet elke fout in de keuze van behandeling leidt automatisch tot aansprakelijkheid, het hangt af van de omstandigheden.
(3) Fouten in de Nazorg:
Algemene Toezichts- en Controleplicht: De verantwoordelijkheid van de arts eindigt niet na de behandeling. Er is een algemene toezichts- en controleplicht, inclusief het opvolgen van mogelijke verwikkelingen en het veilig ontslaan van de patiënt. Postinformatieplicht: De arts moet de patiënt informeren over de uitgevoerde behandeling, mogelijke complicaties en gevolgen op lange termijn, evenals toekomstige maatregelen. Deze informatieplicht kan ook van toepassing zijn in de postoperatieve fase.
Het naleven van de zorgvuldigheidsnorm en het toepassen van professioneel oordeel zijn cruciaal om aansprakelijkheid in medische zaken te voorkomen. Fouten kunnen variëren van diagnostische fouten tot keuze van behandeling en postoperatieve zorg, en elk aspect moet zorgvuldig worden beoordeeld.
Wat zijn enkele aspecten van de schade, schadebeperkingsplicht en causaal verband in medische aansprakelijkheid?
De Schade:
Schade wordt bepaald door de vergelijking tussen de huidige toestand na het schadeveroorzakende feit (bijv. medische fout) en de hypothetische toestand die zou hebben bestaan zonder dat feit. De schadevergoeding omvat zowel materiële als morele schade en kan ook betrekking hebben op het verlies van genezings- en overlevingskansen. Bij schadebepaling wordt vaak gebruikgemaakt van de Indicatieve Tabel, die percentages van ongeschiktheid hanteert. Deze tabel biedt richtlijnen voor de bepaling van de schade, maar er wordt geen specifiek geldbedrag toegekend. Schadevergoeding kan ook betrekking hebben op verlies van kansen, zoals eerder vaststellen van een diagnose of het voorkomen van complicaties.
(2) Schadebeperkingsplicht:
Het slachtoffer heeft de plicht om zijn eigen schade zoveel mogelijk te beperken, bijvoorbeeld door de richtlijnen voor behandeling op te volgen of tijdig medische hulp te zoeken bij nieuwe problemen. Als de schade (deels) te wijten is aan het gedrag van de patiënt (bijv. te laat medische hulp zoeken), kan dit leiden tot vermindering van de schadevergoeding bij schadebepaling.
(3) Causaal Verband:
Het causaal verband (CSQN) vereist dat er een equivalentie is tussen de fout en de schade, wat betekent dat de schade zich niet zou hebben voorgedaan zonder de fout. Verschillende oorzaken kunnen elk als oorzaak worden beschouwd als ze gelijkwaardig zijn of equivalent zijn in hun bijdrage aan de schade. In geval van meerdere aansprakelijke partijen kan de schadevergoeding onder hen worden verdeeld op basis van hun causale bijdragen. Het causaal verband moet bekend en zeker zijn, wat betekent dat de oorzaak van de schade duidelijk moet zijn en niet gebaseerd mag zijn op vermoedens. Er is geen causaal verband als er sprake is van overmacht (zeldzaam in medische aansprakelijkheidszaken) of als de schade het gevolg is van medische risico's die vaak voorkomen bij medische procedures. Fouten van derden kunnen ook van invloed zijn op het causaal verband, waarbij elke fout van een derde zijn eigen verantwoordelijkheid draagt.
Bij medische aansprakelijkheidszaken is het bewijzen van een oorzakelijk verband tussen de medische fout en de schade vaak een complexe kwestie, en dit vereist deskundig onderzoek en juridische beoordeling.
Wat zijn enkele aspecten van centrale ziekenhuisaansprakelijkheid en de mogelijkheid van exonneratie voor zelfstandige medewerkers?
Centrale Ziekenhuisaansprakelijkheid:
In ziekenhuisomgeving kan het moeilijk zijn om de juiste persoon of partij aan te spreken voor aansprakelijkheid vanwege de betrokkenheid van verschillende zorgverleners (artsen, verpleegkundigen, paramedici, enz.). Artikel 30 van de Ziekenhuiswet stelt dat het ziekenhuis aansprakelijk is voor de tekortkomingen begaan door de beroepsbeoefenaars die er werken met betrekking tot de naleving van de patiëntenrechten, tenzij het ziekenhuis de patiënt voorafgaandelijk duidelijk heeft gemeld dat het niet aansprakelijk is voor de handelingen van de betrokken beroepsbeoefenaars, gelet op de aard van de rechtsverhoudingen.
Mogelijkheid tot Exonneratie voor Zelfstandige Medewerkers:
Ziekenhuizen hebben de mogelijkheid om zich te exonnereren voor de aansprakelijkheid van zelfstandige medewerkers, zoals zelfstandige artsen. Voor exonneratie zijn strikte voorwaarden vereist, waaronder: Voorafgaande informatieverstrekking aan de patiënt (bijvoorbeeld in de opnamebrochure) en ontvangstbewijs van deze informatie door de patiënt. Veel ziekenhuizen hebben van deze mogelijkheid gebruikgemaakt. Dit betekent niet dat het ziekenhuis altijd aansprakelijkheid kan ontlopen, want het ziekenhuis blijft aansprakelijk voor zaken die onder zijn verantwoordelijkheid vallen, zoals gebrekkige faciliteiten of algemene zorgverlening. Als het ziekenhuis claimt zich te hebben geëxonereerd, is het aan het ziekenhuis om te bewijzen dat het aan deze voorwaarden heeft voldaan en dat de patiënt de informatie heeft ontvangen.
In de praktijk leidt dit vaak tot uitsluiting van centrale ziekenhuisaansprakelijkheid voor zelfstandige artsen, maar patiënten kunnen nog steeds andere juridische gronden voor aansprakelijkheid volgen.
Wie is er in beginsel aansprakelijk voor fouten van hulppersonen of teamleden tijdens een medische procedure?
In beginsel is de arts-chirurg aansprakelijk voor fouten die worden begaan door hulppersonen of teamleden tijdens een medische procedure.
Dit principe staat bekend als de “gelegenheidsaanstelling” van alle personeelsleden van het ziekenhuis die aanwezig zijn in de operatiezaal.
Als de gynaecoloog bijvoorbeeld instructies geeft aan een vroedvrouw tijdens een bevalling en er later sprake is van foutieve instructies, is de chirurg aansprakelijk.
Hoe wordt de aansprakelijkheid van een anesthesist in de huidige rechtspraak beoordeeld in vergelijking met vroegere rechtspraak?
In de huidige rechtspraak wordt de anesthesist beschouwd als een zelfstandige en autonome arts die verantwoordelijk is voor zijn/haar deel van de anesthesie (zowel pre-, per- als postoperatief).
Dit betekent dat de anesthesist zijn/haar eigen behandelingsovereenkomst heeft met de patiënt en niet langer wordt beschouwd als louter een hulppersoon van de chirurg.
Dit is een verschuiving van de vroegere “captain of the ship” doctrine, waarbij de chirurg als hoofdverantwoordelijke werd beschouwd voor het hele chirurgische team, inclusief de anesthesist.
Welke ziekenhuisorganen kunnen aansprakelijk worden gesteld voor medische fouten en wat zijn hun verantwoordelijkheden?
erschillende ziekenhuisorganen kunnen aansprakelijk worden gesteld voor medische fouten, en hun aansprakelijkheid kan variëren op basis van hun functies en verantwoordelijkheden:
Beheerder: De beheerder is eindverantwoordelijk voor de algemene organisatie in het ziekenhuis. Ze moeten de nodige maatregelen nemen voor een goede organisatie. De aansprakelijkheid van het ziekenhuis (rechtspersoon) voor fouten tijdens de uitvoering van bevoegdheden is van toepassing. Persoonlijke aansprakelijkheid kan optreden als er fouten buiten de bevoegdheden zijn en schade is veroorzaakt door opzettelijke medische fouten. Ziekenhuisdirecteur: De ziekenhuisdirecteur is verantwoordelijk voor de dagelijkse leiding, het toezicht en de veiligheid in het ziekenhuis. Ze moeten ook de nodige maatregelen nemen om de goede werking van het ziekenhuis te waarborgen. Het arbeidsrechtelijk statuut is doorslaggevend voor de beoordeling van hun persoonlijke aansprakelijkheid. Hoofdarts: De medisch directeur staat in voor de goede gang van zaken in het medisch departement van het ziekenhuis. Ze zijn verantwoordelijk voor zaken zoals OK-planning tijdens de COVID-pandemie en medische permanentie. Hun arbeidsrechtelijk statuut bepaalt de aard van hun persoonlijke aansprakelijkheid. Arts-diensthoofd: Het arts-diensthoofd is verantwoordelijk voor de goede gang van zaken in de medische dienst. Ze moeten zorgen voor een zorgvuldige verdeling van taken, de toepassing van richtlijnen en guidelines, enzovoort. Net als bij andere ziekenhuisorganen wordt hun persoonlijke aansprakelijkheid beïnvloed door hun arbeidsrechtelijk statuut.
In welke situaties kan een arts of een ziekenhuis aansprakelijk worden gesteld voor schade veroorzaakt door gebrekkige zaken en hoe wordt deze aansprakelijkheid beoordeeld?
Er zijn verschillende situaties waarin een arts of een ziekenhuis aansprakelijk kan worden gesteld voor schade veroorzaakt door gebrekkige zaken:
Voorbeelden van schade door gebrekkige producten zijn onder andere toediening van besmet bloed, brandwonden bij een patiënt door een gebrekkig bestralingstoestel, plaatsing van een gebrekkige tandprothese, of het afbreken van een bout van een operatietafel waardoor een patiënt valt. Deze situaties moeten worden onderscheiden van schade door zaken waarbij een (menselijke) fout aan de oorzaak ligt, wat gewoonlijke foutaansprakelijkheid is. Dit omvat bijvoorbeeld onzorgvuldige aanwending van een zaak of het gebruik van de verkeerde zaak. De aard van de verbintenis in deze gevallen kan variëren. Sommigen beschouwen het als een inspanningsverbintenis, terwijl anderen het als een resultaatsverbintenis beschouwen. Soepele aanvaarding van foutbewijs: veiligheidsverbintenissen worden vaak beschouwd als resultaatsverbintenissen. Er is geen vereiste om een fout aan te tonen bij gebrekkige zaken. Het volstaat dat de zaak zelf gebrekkig is om aansprakelijkheid vast te stellen.