Reanimatie Flashcards

1
Q

Crashkit

A
  • alcohol
  • tape
  • compressen
  • endotracheale tubes
  • laryngoscoop
  • lintje
  • cuffspuit
  • spuiten, naalden
  • adrenaline, atropine, lidocaïne
  • doseringstabellen
  • CPR algoritmes
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Omgeving CPR

A
  • zuurstof moet toegediend kunnen worden
  • liefst monitoring beschikbaar
  • crashkit op vaste plaats
  • crashkit controleren na gebruik en aanvullen
  • houdbaarheidsdata medicatie in de gaten houden
  • standaard trainingsprogramma, wie doet wat en communicatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

CPR bij

A
  • afwezige pols
  • apnee
  • agonale ademhaling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

BLS

A
  • Basis Life Support

- Bestaat uit CAB

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

CAB

A
  • Circulation
  • Airway
  • Breathing

Eerst compressies, dan intuberen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Circulation

A
  • compressies zsm begonnen
  • compressies niet onderbreken
  • gestrekte armen
  • harde ondergrond
  • Staying alive
  • 1/3- 1/2 diepte thorax
  • thorax helemaal laten terugkomen, niet leunen
  • wissel elke 2 minuten van uitvoerder en check of reanimatie effectief is.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hartcompressies kat en kleine hond

A
  • 1 hand
  • patiënt op laterale zijde
  • hand rond sternum, rechtstreeks rond hart
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hartcompressies grotere katten en honden met lange diepe smalle thorax

A
  • 2 handen
  • lateraal
  • handen haken in elkaar
  • thv hart
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Thorax compressies

A
  • middelgrote tot reuzenrassen
  • 2 handen haken in elkaar
  • wijdste stuk thorax
  • patiënt lateraal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Thoraxcompressies ronde thorax (bijv. bulldog)

A
  • dorsaal gepositioneerd

- compressies op sternum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Grote huisdieren compressies

A
  • lateraal
  • knieën
  • 20-40/min
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Airway

A
  • intubatie
  • indien dat niet lukt: masker, V-gel (larynxmasker bij kat en konijn), mond-snuit
  • indien onmogelijk: tracheotomie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Airway wanneer

A
  • na start compressie

- als eerste bij luchtwegobstructie (brachycephaal, larynxparalyse, vv) of respiratoir arrest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Breathing/ventilatie

A
  • nodig voor zuurstof in longen
  • 10 ademhalingen/minuut
  • 10 ml/kg
  • inspiratietijd 1 seconde
  • enkel ambubag aangekoppeld aan tracheotube = omgevingslucht, 21% zuurstof
  • na aankoppelen anesthesie systeem of ambubag met zuurstof: toedienen pure zuurstof, dus 100% zuurstof
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

ALS

A
  • Advanced Life support

- Drugs, ECG, inFuus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly