psychologische gespreksvoering Flashcards
communicatie model van Satir
- Zender: Binnenkant: gedachten, gevolens
- naar buitenkant: gedrag, observare deelte
- Decoderen van ontvanger : idem, Binnenkant > gedecodeerd naar buitenkant
2 niveaus van boodschap (communicatiemodel satir)
inhoudsniveau: feitelijke boodschap
bettrekingsniveau: geeft relatie aan van zender tov ontvanger (zoals wordt gezien door zender)
> interpretatie ach van toon en non-verbale communicatie
4 elementen van boodschap
- letterlijke inhoud
= Feitelijke betekenis - informatie
= geeft relatie zender tov ontvanger - appelerende deel
= zender doet appel, wat gedaan moet worden - expressie
= hoe boodschap is weergegeven
attributies/ heuristiek / vuistregel
- Causale actor-observator attributieneiging:
o neiging om eigen gedrag te verklaren uit instabiele, externe (dus situationele) factoren
o het gedrag van anderen: stabiele, interne (dus eigenschappen van de persoon) factoren - gedragsconfirmatie
o het uitlokken van responsen die de eigen vooronderstelling ondersteunen - confirmatorische strategie
o de neiging alleen informatie te zoeken die overeenkomt met de eigen veronderstelling (dingen die het tegenspreken ga je minder zien - Beschikbaarheidsheuristiek:
o bvb burnout maatschappij: alles verklarenvanuit burnout
wat is de persoon van de hulpverlener
- je zelf professioneel in vraag stellen EN persoonlijke zelf liefde
- psycholoog blijft bijscholen en reflecteren
=> - Jezelf professioneel in vraag stellen en persoonlijke zelf-liefde (self-affliation) moeten worden gecombineerd.
tweedelig niveau van hulpverlener
o structureren (regisseur) en acceptere (empathie)
(pas op machtsverhouding: niet client onderdrukken wnr structureren en grenzen je moet ook accepteren en begrijpen)
innerlijk gesprek
o Ervarende: therapeut als mens, herinneringen, emoties, geactiveerd door betrokkenheid in de sessie
o Professionele: als verantwoordelijke professional, reflecteerd over ervarende zelf leidt ze
belang van zelfreflectie
ervarende zelf: intuïtie
professionele zelf: reflecteren
> inbreng in proces
cer-model
Relationele
1. Klinische vaardigheden
2. relationele oriëntatie
3. Therapeutische allientie
Emotionele
4. Cognitieve complexitet
5. zelfkennis en zelfgroei
Cognitieve
6. accepteren eigen limitaties
7. Ervaring (levenslang leren)
8. Proffesionele ontwikkeling (zowel binnen als buiten domein van expertise)
echtheid
- dubbelgelaaghed: onderstroom en bovenstroom
- congruentie
- gedisciplineerde spontaniteit
- transparantie
- 3 niveaus van onechtheid
dubbelgelaagdheid van empathie
onderstroom: ervaring, geen facies, persoonlijke kenmerken
bovenstroom: bij interactie, wat wordt er opgewekt bij therapeut
vormen van onechtheid
1: Gedrag en uitspraken komen niet overeen wat je innerlijk denkt en voelt
2: Niet transparant zijn uit eigenbelang of angst om relatie met cliënt te schaden
3: Verbergen van bewuste gevoelens die belangrijk zijn en waar de cliënt baat bij
verschil empathie en sympathie
empathie= inleven met gevoelens van andere en referentiekader aan de kant zetten met verbinding
sympathie= medelijden hebben zonder connectie aan te gaan
empathie
binnenkant: meevoelende andere zonder in zijn plaats: leegmaken, afstemmen, container, interageren en registreren
buitenkant: communiceren, sturen en reflecteren
onvoorwaardelijk respect
zonder vooroordelen client begrijpen en warmte uitdrukken
=/= goedkeuring
heeft grenzen
4 componenten van respect
- betrokkenheid
- inspanning om te begrijpen
- onvoorwaardelijke aanvaarding
- warmte uitdrukken
rechtbankmethode
client overschat haar verantwoordelijkheid in situaties
> denkfouten opsporen en corrigeren
- aanklager: client die beschuldigd wordt (= hetgene dat niet goed gaat)
- advocaat: levert argumenten waarom het niet waar is
- rechter: heeft eitendelijke eindoordeel
definitie empowerment
= Geloof in de krachten/capaciteiten van de ander. Probeer mogelijkheden en sterktes van de ander te herkennen en aan te wakkeren door ze te benoemen en zo mensen te motiveren
hoekstenen onvoorwaardelijk respect
Niet in defensie gaan (in de plaats zoeken naar waarom de behoefte erachter)
Empowerment
Gelijkwaardigheid
Betrouwbaarheid
Aansluiting zoeken (Basishouding van niet-weten, referentiekader zullen niet (altijd) samenvallen)
Stel je grenzen (verwijs indien nodig)
Nice to know, need to know
cognitief observeren/ uitdagen
intervent 1:
wanneer: client komt met klachten zoals piekeren, buikpijn, hoofdpijn, negatief denken
registratie huiswerkopdrachtdoor bvb monitoren via app, dagboek, g-schema
VOORDEEL: denkfouten opsporen
NADEEL: moet gemotiveerd zijn, neemt veel tijd in beslag
interventie 2:
rechtbankmethode: client overschat haar verantwoordelijkheid in situaties > denkfouten opsporen en corrigeren door aanklager en advocaat te spelen
VOORDEEL: denkfouten opsporen en verschillende perspectieven
NADEEL: enkel later tijdens therapie kan het worden gebruikt want, moet al minder geloven in gedachten
rechtbankmethode
client overschat haar verantwoordelijkheid in situaties
> denkfouten opsporen en corrigeren
- aanklager: client die beschuldigd wordt (= hetgene dat niet goed gaat)
- advocaat: levert argumenten waarom het niet waar is
- rechter: heeft eitendelijke eindoordeel
motivationélë gespreksvoering
circulair proces naar gedragsverandering
door iemand eigen redeneren veranderen
motivationele drijfveer: straf/beloning
zelfdeterminantie theorie=
3 basisbehoefte: autonomie, competentie, verbinding
> instrinsiek en extrensieke
4 processen van motivationele gespreksvoering
engagement
- relatie en vertrouwen
- reflecteren en samenwerken
focussen
- specifieke richting in het gesprek un kaart brengen
evocatie
- van behoudstaal naar veranderbaar
= innerlijke motivatie redenen om te veranderen door ambivalentie op te lossen
plannen
- realistisch
- client heeft laatste woord
- terugval plan ontwikkelen (als > dan)
zelfdeterminatie theorie
3 basisbehoefte
- autonomie
- competentie
- verbinding
soorten vragen voor veranderbaar
ontokkende
differentieren
doorvragen
mirakelvraag
schaalvraag
circulaire vraag
gedragsveranderingsfase van Proshaska en Diclemente
voorbeschouwing, beschouwing, actieve verandering, consolidatie, terugval
specifieke gespreksvaardigheden
- stiltes
-parafraseren - reflecteren
- samenvatten
- non-verbale
- vragen: circulair, mirakel, schaal
doel parafraseren
belonend
stimuleren
controlerend
sturen (selectie van bepaalde team)
SMART principe
specifiek
meetbaar
acceptabel
realistisch
tijdsgebonden