Prepositions H2 Flashcards
to depend on
afhankelijk zijn van
to deduce from
afleiden uit
to distance from
afstand nemen van
to spend on
besteden aan
to spend with
doorbrengen met
to have an effect on
effect hebben op, een
to be enthusiastic about
enthousiast zijn over
to be annoyed with
ergeren aan, zich
to aim at
gericht zijn op
to care about
geven om
to hate
hekel hebben aan, een
to belong (to, together)
horen bij
to learn from
leren van
to pay attention to
letten op
to join
meedoen aan
to think about
nadenken over
to emphasis on
nadruk leggen op, de
to investigate
onderzoek doen naar
to look up (?)
opkijken van
to take into account
rekening houden met
to target
richten op, zich
to stare at
staren naar
to add to
toevoegen aan
to be addicted to
verslaafd zijn aan
to look forward to/to feel like/to like
zin hebben in