PRACTICUM: VIROLOGIE Flashcards
Wat is het cytopathogeen effect?
beschrijft de structurele veranderingen in een gastcel door een virale infectie (elk virus heeft z’n eigen CPE, mr soms moeilijk te onderscheiden)
Welk soort virus is bRSV?
Boviene Respiratoir Syncitieel Virus
= RNA virus geclassificeerd als pneumovirus
Welk typisch cytopathogeen effect zie je bij bRSV?
aanmaken van syncitia = samensmelten van cellen
Welke symptomen veroorzaakt het bRSV?
initiële blootstelling => zware respiratoire infectie, zeker bij jonge dieren
daaropvolgende infectie => milde of zelfs subklinische infectie = weinig tot geen symptomen
Virus heeft voorkeur voor lagere luchtwegen
uitbraak ==> morbiditeit meestal hoog, mortaliteit kan tot 20%
Wat veroorzaakt FHV1?
lantentheid/klinische symptomen
Feline Herpes Virus 1 => vooral aantasting bovenste luchtwegen bij kittens => feline virale rhinotracheitis
Na oplopen van infectie blijven katten latente dragers want virus gaat zich nestelen in zenuwcellen ==> katten blijven hele leven drager vh virus => kan vaak geen kwaad, verspreiden virus niet MAAR sommige katten ku virus terug verspreiden tdns periodes van stress of bij verzwakt immuunsysteem => symptomen treden opnieuw op en andere dieren ku besmet geraken
persistente FHV1 infectie => zware oogproblemen klinische symptomen = - acute respiratoire infectie - keratitis - dermatitis
Hoe kan FHV1 zich verspreiden?
- direct contact
- inhalatie niesdruppeltjes
- delen van zelfde eet -of drinkkom
Welk typisch cytopathogeen effect zie je bij FHV1?
veranderde morfologie van de cellen
Wat doet FCV?
Feline Calici Virus => aantasting luchtwegen van katten => infectie luchtwegen, longen en nasale passage, mr kan ook ulceraties veroorzaken in tong, darmen en muscoskeletale systeem
voorkomen FCV
vaakst bij ongevaccineerde katten in weinig geventileerde huishoudens, schuilplaatsen en in kattenfokkerijen
belangrijke eigenschap FCV:
ongevoelig voor ontstmettingsmiddelen en heel stabiel in omgeving => moeilijk te verwijderen virus => katten komen er veel mee in contact
Welk typisch cytopathogeen effect zie je bij FCV?
bol worden vd cellen, celzwelling
ELISA =
Enzyme Linked Immunosorbent Assays
= techniek die gebruik maakt van specifieke antilichamen waaraan een enzym gebonden is om deze te detecteren
sandwich ELISA =
techniek met 2 antilichamen specifiek voor uw antigen
1e antilichaam = capture antilichaam => dient als anker, wordt aan wellplaat toegevoegd
na 1e antilichaam voeg je antigen toe, bvb in serum => bindt aan 1e antilichaam
tweede antilichaam waaraan een enzym gebonden is wordt nu toegevoegd => zal enkel binden als het antigen aanwezig is! anders w het weggewassen
toevoeging substraat => gekleurd product => kan je meten met spectrometer => bepaling concentratie vh antigen
isolatie bRSV
virus is moeilijk te isoleren omdat het niet makkelijk groeit op in vitro celculturen => men maakt gebruik van sandwich ELISA van longstalen om bRSV antigen te detecteren
PCR =
Polymerase Chain Reaction
= amplificatie van een specifieke DNA sequentie door het gebruiken van specifieke primers die de gewenste sequentie flankeren
welke bestanddelen heb je allemaal nodig voor PCR?
- DNA polymerase enzyme
- nucleotiden
- DNA staal
- specifieke primers
Wat gebeurt er in een PCR toestel?
PCR toestel kan omschakelen nr specifieke temperaturen waardoor amplificatie ve specifieke DNA sequentie kan doorgaan
1° Hoge temperatuur ==> DENATURATIE => trekt initiele DNA uit elkaar => eenstrengig DNA
2° = ANNEALING stap => Lagere temperatuur => primers kunnen binden op target gen
3° = ELONGATIE stap => Hogere temperatuur => DNA polymerase kan optimaal werken => juiste nucleotides binden aan eenstrengig DNA => dubbele streng
3 stappen w meermaals herhaald => generatie van een hoog aantal amplicons = geamplificeerde DNA sequentie
Wat doet men om te bepalen of een PCR succesvol is geweest: dus om te kijken of er effectief een stukje DNA is vermeerderd
electroforese gel lopen => gel dient om na te kijken of de geamplificeerde sequentie het juiste aantal baseparen heeft
gel maakt gebruik van agarose = poreuze substantie waardoor kleinere amplicons sneller lopen dan grotere amplicons => bandjes migreren doorheen gel doordat er stroom wordt op gezet
DNA is negatief geladen en gaat dus vd - kan nr de + kant vd gel
DNA ladder als referentie: toont verschillende bandjes met gekende basepaar aantal ==> migrerende bandje vergelijken met ladder => bepaling vh aantal baseparen van geamplificeerde sequentie
wat gebeurt er in een multiple PCR?
verschillende DNA sequenties w geamplificeerd naast elkaar => er w dus meerdere primers toegevoegd om verschillende pathogenen tegelijk aan te tonen
Op welke manieren kan je virustiter bepalen?
- PFU = plaque forming unit assay
- TCID50 = Tissue culture infective dose
Wat doet men bij PFU?
er wordt een virusoplossing op monolaag gevoelige cellen aangebracht ==> eens de actieve virussen gebonden zijn ad cellen wordt een viskeuze mediumlaag toegevoegd ad wells welke ervoor zorgt dat het virus zich enkel kan verspreiden nr de omliggende cellen => ontstaat een plaque => 1 plaque komt overeen met 1 viruspartikel dat initieel 1 cel heeft geinfecteerd
virusverspreiding kan je bestuderen door indirecte immunokleuring => virus specifiek aantonen met antilichaam
Wat doet men bij TCID50?
TCID50 geeft de theoretische verdunningsgraad weer om 50% vd geinoculeerde wells te infecteren
een verdunningsreeks vd virussuspensie w op een monolaag van gevoelige cellen gebracht => na incubatie gedurende versch dagen w het percentage celdood visueel bepaald (giesma kleuring) per well => dan mathematische berekening TCID50
wanneer wordt TCID50 gebruikt
meestal wnnr virussen geen plaques aanmaken, mr kan ook gebruikt w voor plaque vormende virussen
Hoe ga je de TCID50 mathematisch berekenen?
I = (% vh aantal geinfecteerde wells bij verdunningboven 50% - 50%) / (% vh aantal geinfecteerde wells bij verdunning boven 50% - % vh aantal wells geinfecteerd bij verdunning onder de 50%)
Wat is acyclovir?
Zorgt voor vertraging van de groei en verspreiding van bepaalde virussen
Wat zijn de eisen van een goede medicijn?
- Actief tegen het pathogeen => fHSV-1
- Niet toxisch voor het dier => celcultuur
Wat is de selectiviteitsindex (SI)?
SI = de waarde dat de concentratie waarbij de stof actief is kan stijgen vooraleer ze toxische effecten veroorzaakt
SI = CC50 / IC50