PRACTICUM: BACTERIOLOGIE Flashcards
Kernmateriaal is eerder … en zal dus bij voorkeur …. kleurstoffen fixeren
Zuur - basische
Ptotoplasma is eerder … en zal dus bij voorkeur …. kleurstoffen fixeren
Basisch - zure
Welke factoren ku kleuringsproces beinvloeden?
- temperatuur
- concentratie kleurstoffen
- aanwezigheid van bijtmiddelen
- inwerking van zuren, alcohol, water,..
Waarom wordt een preparaat gefixeerd voor je het kleurt? Hoe doe je het?
Fixeren => doodt kiemen, coaguleert protoplasma vd cellen en cellen gaan vasthechten aan draagglaasje
eenvoudigste methode om te fixeren:
eerst volledig gedroogd => dan enkele x door vlam van bunsebrander halen
Wat doet men bij enkelvoudige kleuringen?
gekleurd met verdunde waterige oplossing van kleurstoffen, meestal een zure of basische kleurstof => delen met sterkste affiniteit voor de kleurstof worden sterkst gekleurd en de rest blijft ongedifferentieerd
Wat doet men bij differentiele kleuringen?
na ontkleuren en tegenkleuren => onderscheid tussen verschillende soorten micro-organismen
deze methode is nl gebaseerd op feit dat sommige micro organismen kleurvaster zijn dan anderen
micro-organismen die kleurvast zijn = houden na ontkleuring eerste kleurstof vast => positieve MO
micro-organismen die 1e kleurstof laten uitspoelen met 2e kleurstof => negatieve MO
geef 2 voorbeelden van differentiele kleuringen:
- gramkleuring
- zuurvaste kleuring
geef 2 voorbeelden van speciale kleuringen
- kapselkleuring
- flagelkleuring
uit welke 4 onderdelen bestaat de gramkleuring
1) algemene kleurstof (kristalviolet) => alle bacteriën worden paars gekleurd door deze basische kleurstof => die kleurstof hecht vast aan negatief geladen groepen
2) kleurfixerende oplossing (lugol) => het joodcomplex bindt zich met kristalviolet en vormt een kristalviolet-joodcomplex
3) ontkleurder (alcohol-aceton) => kristalviolet-joodcomplex wordt bij sommige bacteriën weggewassen, terwijl het bij anderen onaangetast blijft (gram+ cellen houden het complex vast)
4) contrasterende kleurstof (saffranine) => basische kleurstof kleurt de ontkleurde bacteriën roze
gram+ vs gram-
GRAMPOSITIEF
meerdere lagen peptidoglycaan => houden kristalviolet-joodcomplex vast bij ontkleuringsfase
GRAMNEGATIEF
lipopolyssachariden en veel dunnere laag peptidoglycaan => houden kristalviolet-joodcomplex niet vast bij ontkleuringsfase
transiente flora =
afspiegeling vh contact vd huid met de omgeving => kan min of meer gemakkelijk w afgewassen
residente flora =
normale huidflora die je niet kan verwijderen door het wassen vd huid
normale microbiele flora vd huid moeten resistent zijn aan
- droogte
- relatief hoog zoutgehalte
welke bacteriën leven overwegend op de huid?
grampositieve kokken zoals stafylokokken en microkokken
voorbeeld: propionibacterium acnes = pleomorf, gram+ staafje => in haarfollikels waar talgklieren uitmonden
(propionibacterium acnes produceert proprionzuur => houdt pH vd huid tussen 3-5)
voorbeeld: corynebacterium species
Welke gevarieerde flora kan je terugvinden id keel?
stafylokokken streptokokken Neisseria species cornybacterium species ,...
welke bacterie vind je vooral terug thv de neus (geraakt niet verder dan de trilharen)
- stafylococcus epidermidis
- stafylococcus aureus
meeste keelinfecties w veroorzaakt door virussen; veel door commensale bacteriën die normaal gezien geen schadelijk effect he, maar onder bepaalde omstandigheden ziekte ku veroorzaken => over welke bacterie gaat het meestal? wat kan ook?
streptococcus pyogenes
haemophilus influenza treponema vincenti fusobacterium corynebacterium dihpteria stafylococcus aureus
Veel streptococcen produceren een hemolysine dat RBC oplost => wat zie je op bloedagar?
kolonie omgeven door heldere zone
=> heldere zone wijst op volledige lyse van RBC
= B hemolyse
=> bvb streptococcus pyogenes
wat zie je op bloedagar bij alfa hemolyse?
geef een voorbeeld van een bacterie dia a-hemolyse veroorzaakt
heldere zone rond kolonie wordt groen door oxidatie van hemoglobine naar methemoglobine
streptococcus pneumoniae
wanneer heb je gamma hemolyse?
sommige streptococcen geven geen hemolyse patroon
vergelijk streptococcen die alfa-beta en gamma hemolyse geven op bloedagar
B-hemolyse streptococcen vaak pathogener
a -en y-hemolyse streptococcen behoren vaak tot normale microbiële flora
tussen welke waarden heb je een betrouwbare CFU waarde?
tussen 20 en 200 CFUs op een volledige agarplaat
(minder dan 20 = niet significant)
(meer dan 200 => kolonies gaan in elkaar samenvloeien)
MIC =
Minimun Inhiberende Concentratie = laagste concentratie ve antibacteriele stof die groeiremmend werkt
MBC =
Minimum Bactericide Concentratie = laagste concentratie ve antibacteriële stof die bacteriedodend werkt
belangrijkste bactericide antibacteriele middelen:
- penicillinen
- cefalosporinen
- aminoglycosiden
- fluoroquinolonen
welke interacties ku optreden bij combinatie van meerdere AB?
- Synergisme => middelen versterken elkaars werking
- Indifferentie => middelen beïnvloeden elkaars werking niet
- Antagonisme => middelen verminderen elkaars werking