HFST 4 COS: Introductie in de taxonomie Flashcards
Welke 3 domeinen zijn in 1990 door Woese beschreven?
- Archaebacteriën
- Eukaryoten
- Bacteriën
Hoe worden bacteriën geclassificeerd volgens Bergey?
Domein (= de bacterie) -> phylum -> klasse -> orde -> familie
hoe dichter de schijven bij elkaar staan, hoe meer gelijkend de RNA sequenties en dus hoe meer genetisch verwant
grootte van de schijf is proportioneel aan # RNA sequenties dus hoe groter de schijf, hoe meer bacteriën er in zitten
roodroze schijven = gramnegatieve bacterien
blauwpaarse schijven = grampositieve bacterien
Bespreek de virulentiefactoren van stafylococcus.
Er zijn 7 belangrijke virulentiefactoren:
- TEICHOÏNEZUREN
- COAGULASE
= enzym dat bloedstolling versnelt
(+) voorkomt spreiding van micro-organismen
(-) beschermt micro-organismen tegen immuunrespons - STREPTOKINASE
= enzym dat bloedklonters oplost => door coagulase groeien veel bacteriën in bloedklonters => streptokinase gaat die bloedklonters oplossen waardoor veel kiemen vrij komen in circulatie => immuunsysteem kan hierop reageren - ALFA TOXINE
= alfa hemolysine
= poriën vormend toxine => veroorzaakt lysosomale uiteenscheuring in leukocyten
veroorzaakt necrose van gladde spiercellen
geassocieerd met gangrene mastitis in rundvee - EPIDERMOLYTISCHE TOXINES
betrokken bij exsudatieve epidermitis bij varkens - LEUKOCIDINE
doodt neutrofielen en macrofagen in rund, konijn en mens - EIWIT A
bindt aan Fc fragment van IgG => remt fagocytose
Bespreek de eigenschappen van stafylococcus. Tot welk phylum behoort de bacterie?
Phylum = FIRMICUTES
gehele phylum = laag in guanosine + cytosine verhouding in DNA
- gram + coc
- georganiseerd in druiventros
- facultatief anaeroob
- catalase positief
- meeste zijn coagulase negatief (bvb stafylococcus epidermidis)
- sommigen zijn coagulase positief (bvb stafylococcus aureus of stafylococcus pseudointermedius)
- halotolerant: kunnen goed tegen hoge zoutconcentraties (reden wrm ze graag op huid leven)
Bespreek de natuurlijke habitat van stafylococcus bacteriën
- in zoogdieren & vogels in de neusholte, nasofarynx, huid en thv muceuze membranen (bijna iedereen is drager van stafylococcus) => infecties meestal endogeen
MRSA kan getransfereerd w van mens naar dier of omgekeerd
Welke ziekten ku veroorzaakt w door een stafylococcen infectie?
- mastitis
- bumblefoot = ulceratieve pododermatitis
- exsudatieve epidermitis bij varkens
Een stafylococceninfectie kan zich klinisch uiten in mastitis. Wat weet je hierover?
Etiologie:
vooral coagulase+ stafylococcen zoals stafylococcus aureus
Infectiewijze:
vooral opportunistische infecties
Ziektebeeld:
meestal subklinische of chronische mastitis bij runderen => geen/weinig symptomen, wel veel WBC aanwezig (teken dat IS actief is), weinig melkproductie
alfatoxine kan een gangrene vorm van mastitis veroorzaken
Een stafylococceninfectie kan zich klinisch uiten in ulceratieve pododermatitis. Wat weet je hierover?
Voorkomen:
bij pluimvee => vooral zwaardere kippen
Etiologie:
Stafylococcus aureus => doordat kippen continu op harde of scherpe opp lopen of een te ruwe zitstok ontstaan kleine wondjes en dat is intredepoort voor stafylococcus aureus
Behandeling:
Zo snel mogelijk behandelen, anders gaat poot zodanig kapot dat hij niet meer functioneel is
Een stafylococceninfectie kan zich klinisch uiten in exsudatieve epidermitis bij varkens. Wat weet je hierover?
= greasy pig disease
Voorkomen:
vooral bij varkens jonger dan 3md
kan ook voorkomen bij neonati bij de mens (men spreekt dan van scaled skin syndrome)
Etiologie:
Stafylococcus hyicus
=> kiem kan binnendringen via wondje (meestal komt ook stof mee binnen)
=> kiem produceert exfoliatief toxine (zorgt voor schilfering) => serum exsudaat komt vrij => dier kan zo veel vocht verliezen => potentieel levensbedreigend (weinig toxine nodig om effect te hebben)
Bespreek de eigenschappen/kenmerken van streptococcus.
Phylum = FIRMICUTES
gehele phylum = laag in guanosine + cytosine verhouding in DNA
- gram+ coc
- georganiseerd in ketens
- facultatief anaeroob
- catalase negatief
- bloed of serum nodig in cultuurmedium
- pathogene stammen hebben dik kapsel
- leeft als commensaal op mucosa van bovenste luchtwegen & lage urinewegen
op welke manieren kan je streptococcen differentiëren?
- obv hemolysepatroon
- serologische methode => lancefield grouping
Eerst ga je onderverdelen volgens hemolysepatroon => dan lancefield
=> in geval van B hemolyse kijken naar groep A, B en C
=> in geval van a & y heb je enerzijds stafylococcus pneumoniae en anderzijds groep D (met daarin enterococcen & stafylococcus suis)
Streptococcen kan je differentiëren obv het hemolysepatroon. Welke hemolyspatronen ken je? Geef van elke soort een voorbeeld van een bacterie die dat patroon vertoont.
- GAMMA HEMOLYSE
= geen hemolyse
bvb - ALFA HEMOLYSE
= gedeeltelijke hemolyse => groenachtige, lichte zone rond kolonies
wat gebeurt er? Fe2+ Hb wordt omgezet tot Fe3+ methemoglobine (oxidatie van Fe2+) => HbFe3+ zorgt voor de groene kleur
bvb streptococcus pneumoniae - BETA HEMOLYSE
= hemolyse => heldere zone rond kolonies
bvb streptococcus pyogenes
Streptococcen kan je differentiëren mbv lancefield grouping. Hoe werkt dit?
= serologische methode
er worden groepen gemaakt obv de celwand van streptococcen
- C substantie = celwand polysacharide antigen
- groep A-H & groep K-V (sommige isolaten zijn niet groepeerbaar)
- commerciële latex agglutinatie assays beschikbaar
Waar vind je streptococcen? Waar vind je enterococcen? Is er een verschil in AB gevoeligheid?
Streptococcen => bovenste LW + UG stelsel
Enterococcen => darmen
Enterococcen zijn meer resistent tov AB in vgl met streptococcen
(bvb VRE = Vanomycine Resistente Enterococcen)
Infectie door streptococcus pyogenes =>
(Lancefield A)
veroorzaakt faryngytis bij mensen => keelpijn, gezwollen LK, gezwollen amandelen met witte kolonies erop, soms (vooral bij kinderen) komt er ook vocht uit de amandelen
kan ook mastitis veroorzaken bij runderen, maar mastitis w eigenlijk zelden door deze kiem veroorzaakt
Infectie door streptococcus agalactiae =>
(Lancefield B)
veroorzaakt chronische mastitis bij runderen, schapen en geiten
veroorzaakt meningitis bij neonaten bij de mens => streptococcus agalactiae komt bij de mens typisch voor thv vagina en kan probleem vormen wnnr bij bevalling de kiem doorgegeven w aan baby
Infectie door streptococcus equi =>
(Lancefield C)
veroorzaakt droes bij jonge paarden => snotterige neusvloei, gezwollen LK, abcessen, koorts, verlies van eetlust, depressie
is heel besmettelijk => geïnfecteerde dieren moeten in quarantaine
als je droes infectie 1x hebt doorlopen dan zijn het risico en de gevolgen bij een volgende infectie veel minder
Infectie door streptococcus suis =>
(Lancefield D)
veroorzaakt meningitis en septicemie bij varkens
is een zoönose => kan overgaan van varken op mens => veroorzaakt meningitis en permanente gehoorschade bij mensen
Infectie door streptococcus faecalis =>
(Lancefield D)
veroorzaakt klinische ziekten bij vogels => bvb endocarditis bij kippen
Infectie door streptococcus pneumoniae =>
= diplococ met kapsel
veroorzaakt pneumonie bij mensen
=> meestal klein deeltje van 1 lob geïnfecteerd
=> inflammatie op longblaasjes => vocht op longen
=> koorts & rillingen
=> ophoesting sputum (slijm vermengd met speeksel, opgehoest uit diepere luchtwegen)
=> hoge letaliteit bij oude mensen
Moet je sowieso met AB behandelen
Welke ziekten ku streptococcen zoal veroorzaken?
- faryngitis bij mensen (s pyogenes)
- mastitis bij runderen (s pyogenes)
- chronische mastitis bij rund/schaap/ geit (s agalactiae)
- meningitis bij mensen (s agalactiae)
- droes bij paarden (s equi)
- meningitis en septicemie bij varkens (s suis)
- endocarditis bij kippen (s faecalis)
- pneumonie bij mensen (s pneumoniae)
Bespreek de eigenschappen/kenmerken van corynebacterium.
Phylum = ACTINOBACTERIA
- gram+
- pleomorfe staafjes
- meestal facultatief anaeroob
- verrijkte media nodig voor groei
- natuurlijke habitat = huid, muceuze membranen (nasofarynx) en SVS bij mens en dier
Welke ziektes ku zoal veroorzaakt worden door corynebacterium?
- subklinische mastitis bij koeien (c bovis)
- cystisis & pyelonefritis bij rund (c renale)
- difterie (c diphtheriae)
Wat weet je over corynebacterium diphteriae?
Mens = enige GH
veroorzaakt difterie = kroep
corynebacterium diphteriae produceert een difterietoxine => veroorzaakt pseudomembraan bestaande uit bacterien, afval en immuuncellen => als pseudomembraan loskomt bij klein kindje kan het de luchtwegen verstoppen
toxine kan doorbreken naar BB
vaccin beschikbaar
= DTP vaccin => tegen difterie, tetanus & kinkhoest
Bespreek de eigenschappen/kenmerken van listeria.
Phylum = FIRMICUTES
gehele phylum = laag in guanosine + cytosine verhouding in DNA
- gram+
- coccobacillen
- optimale groeitemperatuur = 30-37°C, maar kan ook groeien bij 4°C
- facultatief anaeroob
- listeria monocytogenes is facultatief intracellulair
- kunnen vermeerder in milieu => facultatief symbiotisch
- kan in diervoeder zitten => listeriose uitbraken bij rundvee
- kan in mensenvoeding zitten (zachte kaas, rauwe melk) => humane listeriose
- virulentiefactor = listeriolysine => zorgt ervoor dat listeria intracellulair in macrofagen kan vermeerderen
Bespreek de eigenschappen/kenmerken van erysipelothrix species.
Phylum = FIRMICUTES
gehele phylum = laag in guanosine + cytosine verhouding in DNA
- gram+
- facultatief anaeroob
- groeit over wijde T en pH ranges
- coagulase +
- catalase -
- leeft in omgeving
- tot 50% vd gezonde varkens draagt erysipelothrix rhusiopathiae thv tonsillen => Kan oiv predisponerende factoren zoals stress/hitte woekeren en verspreiden => in BB => ziekte
- kan ook voorkomen bij gezonde runderen, schapen of paarden
Bespreek listeriose.
Herkauwers
listeriose => encephalitis, septicemie, abortus
Mensen
listeriose bij zwangere vrouwen => foetale schade of abortus (door immunosuppresieve toestand)
listeriose bij immunodefficiënte mensen => meningitis
Bespreek de virulentiefactor van listeria.
= listeriolysine => intracellulaire vermeerdering
Kiem wordt gefagocyteerd door macrofaag => fagosoom => normaal gezien zou fagosoom dan versmelten met lysosoom waardoor kiem zou ku w afgebroken door de lysozymen en radicalen,
MAAR listeria gaat hier niet op wachten!! => listeriolysine breekt het fagosoom af voordat het kan versmelten met lysosoom => listeria komt vrij in macrofaag => intracellulaire vermenigvuldiging in macrofaag door binaire fissie
Listeria gaat met actine pseudopodia aanmaken (membraan w naar buiten geduwd) om niet herkend te w door immuunsysteem => 2e macrofaag komt toe => pseudopodia passen perfect in die macrofaag => overdracht van listeria naar 2e macrofaag
(+) kiem w niet herkend door immuunsysteem => kan op die manier goed groeien
Welke ziekte veroorzaakt erysipelothrix rhusiopathiae?
VLEKZIEKTE bij varkens
= Swine erysipelas
Infectie door inslikken van gecontamineerd voedsel/water of via huidwonden
acute & subacute vorm => septicemie (gedaalde BD, shock, organen vallen uit, dier kan sterven, drachtige dieren ku aborteren) + huidlesies (diamantvormig)
chronische vorm => endocarditis, polyartritis, huidlesies (diamantvormig)
Bespreek de eigenschappen/kenmerken van bacillus
Phylum = FIRMICUTES
gehele phylum = laag in guanosine + cytosine verhouding in DNA
- gram+
- grote staafjes
- produceren endosporen
- aeroob
- wijd verspreid in omgeving => ku makkelijk overleven als endospoor
Welke ziekte kan veroorzaakt worden door bacillus anthracis? Bespreek.
Anthrax = Miltvuur
= wettelijk bestreden ziekte
Voorkomen:
Herkauwers heel gevoelig
Kan ook voorkomen bij de mens (overdracht door dieren)
Klinisch beeld:
Ziektetekens veroorzaakt door exotoxines (weinig nodig om effect te bekomen) => exotoxine wordt in bacterie geproduceerd en komt dan uit bacterie => effect
Veroorzaakt bij dieren koorts, bloedingen en snel overlijden
Veroorzaakt septicemie bij herkauwers
Bij mensen heb je versch vormen van anthrax:
* cutane anthrax
=> endosporen van koe komen terecht in wondje van boer => lokale zweer met typisch dikke zwarte korst => als je niet snel behandeld ku endosporen in BB terecht komen (je moet behandelen met AB voordat dit gebeurt!)
* respiratoir anthrax
=> endosporen w geinhaleerd (bvb bij verplaatsen van hooi waar endosporen in zitten) => endosporen naar luchtwegen => snel naar BB => snel overlijden (> 90%)
Bespreek de kenmerken/eigenschappen van clostridium species.
Phylum = FIRMICUTES
gehele phylum = laag in guanosine + cytosine verhouding in DNA
- gram+
- grote staafjes
- produceren endosporen
- anaeroob
- leven als saprofyten id bodem, in zoetwater of in marine sedimenten ((saprofyt = bacterie die zijn celmateriaal opbouwt door het opnemen van organische stoffen uit dode andere organismen))