HFST 7 COS: Antibioticaresistentie Flashcards
Welke verschillende mechanismen van AB resistentie zijn er?
- Inactivatie van AB
- Doelwit veranderen
- Verminderde cellulaire opname
- Toegenomen efflux door aanmaak van meer effluxpompen
Een manier van AB resistentie is het doelwit veranderen. Ken je hier een voorbeeld van?
bvb gyrase lichtjes wijzigen zodat quinolones het niet meer ku binden/blokkeren
Welk resistentiemechanisme werkt tegen enkele AB en is dus aspecifiek.
Wijziging vd membraanpermeabiliteit => door;
* verandering van membraantransportsysteem of poriën id membraan
* inbouwen van effluxpompen
=> gram- bacteriën he 2 celmembranen => inbouw van 2 pompen = multicomplex efflux pomp
Welke resistentiemechanismen zijn er tegen B-lactam AB?
- B lactamases
* altered PBP en MRSA
Resistentie tegen B-lactam AB kan door altered PBP & MRSA => wat bedoelt men hiermee?
Na introductie van penicilline ontstonden al snel bacteriën die B-lactamase gingen produceren => industrie loste dit op door B-lactamase resistente penicillines te maken zoals methicilline => stafylococcus aureus vond manier om resistent te worden aan methicilline => mecA gen => mecA gen codeert voor licht gewijzigd PBP gen: nl PBP2a gen => bacterie kan nog wel peptidoglycaan maken, maar methiciline werkt niet op PBP2a (bindingsaffiniteit van B-lactam AB voor PBP2a is niet goed) waardoor bacterie niet meer gedood kan w => bacterie = methicillineresistent => MRSA = Methicilline Resistant Stafylococcus aureus
Beschrijf de resistentie tegen het glycopeptide antibiotica VANOMYCINE.
Vanomycine = grote structuur
=> alternatief om MRSA toch te behandelen
=> vormt normaal 5 waterstofbruggen met laatste 2 D-alanines in peptidoglycaanlaag van bacteriën
Als bacterie met te lage concentratie vanomycine behandeld w of als bacterie resistent is gaat de bacterie het laatste D-alanine (5e AZ) omzetten naar D-lactaat => hierdoor ku nog maar 4 waterstofbruggen gemaakt w ipv 5! => H bruggen tussen vanomycine & 4e en 5e AZ en lactaat => activiteit van het AB gaat 100 tot 1000x achteruit
Er zijn VRE = vanomycine resistente enterococci
Beschrijf het resistentiemechanisme tegen aminoglycoside AB.
Aminoglycosiden = hydrofiele aminosuikers waarvan de aminogroepen bij biologische pH geprotoneerd zijn
Resistentiemechanisme = structurele modificatie van AB => door andere structuur en lading kan AB niet meer binden
voorbeelden:
- APHs = aminoglycoside fosfatases
- ANTs = aminoglycoside nucleotidyltransferases
- AACs = aminoglycoside acetyltransferases
Beschrijf het resistentiemechanisme tegen fluoroquinolone AB.
Bacterien gaan DNA gyrase enzym wijzigen = doelwit w aangepast => AB werken niet meer want fluoroquinolen werken door inhibitie van DNA gyrase
Beschrijf de 2 resistentiemechanismen tegen sulfonamiden.
1) VERANDERING ve ENZYM
=> aanpassing van DHFR enzym waardoor AB niet goed meer kan inwerken op dat enzym
=> sulfonamide resistente bacteriën he hoge affiniteit voor PABA, mr lage affiniteit voor sulfonamide
2) VERANDERING METABOLE PATHWAY
=> nieuwe pathway om DHFR te maken, zonder PABA => AB die inwerken op PABA zu niet meer effectief zijn want de normale pathway w gebypassed
Wat is het effect van vroegtijdig afbreken van AB therapie?
Infectie gebeurt eig altijd door populatie van kiemen: Sensitive kiemen, Intermediate kiemen & Resistente kiemen => in het begin vd behandeling gaan enkel de S dood, later ook de I => normaal gezien na 10d AB behandeling is bacteriënpopulatie zodanig sterk gereduceerd dat het immuunsysteem het zelf opgelost krijgt
Als je te kort behandeld zijn er te veel kiemen voor het immuunsysteem en worden resistente kiemen uitgeselecteerd
Vaak stoppen mensen al met AB op dag 6 omdat ze zich dan beter voelen, maar op dat moment zijn er wel nog een significant aantal kiemen aanwezig