Practicum Flashcards
1
Q
hersenvliezen
A
- vliezen
- dura mater = buitenste & hard
- arachnoidea = zacht & vertakkend naar onder
- pia mater = binnenste & zacht
–> volgt contouren van gyri & sulci - dura mater
- falx cerebri = scheiding van 2 hemisferen vanuit fissura longitudinalis cerebri
- tentorium cerebelli = tussen occipitale lobi & cerebellum - pia mater
- cisterna cerebellomedullaris = vlies tussen medulla oblongata & cerebellum
1
Q
fissura & sulci van cerebellum & cerebellum
A
- fissura
- fissura longitudinalis cerebri = beide hemisferen scheiden
- fissura lateralis van Sylvius = op laterale opp
–> craniale grens van temporale lobus - sulci
- sulcus centralis van rolando = vanuit midden FLC naar beneden komen
–> scheiding van frontale & pariëtale kwab
- sulcus parieto-occipitalis = facies medialis
–> scheiding van lobus occipitalis & pariëtalis
- sulcus calcarinus = in lobus occipitalis: van sulcus parieto-occipitalis horizontaal naar occipitale pool
2
Q
gyri & andere van cerebellum & cerebellum
A
- gyri
- gyrus pre- & postcentralis = rond sulcus van rolando
- gyrus cinguli = volgt kromming coprus callosum: rostraal -> caudaal op facies medialis
–> deel van limbisch systeem
- gyrus parahippocampalis = onder sulcus hippocampalis aan hersenbasis
–> groeve tussen gyrus dentatus & parahippocampalis - centra
- gyrus met sensorisch spraakcentrum van wernicke = tussen sulcus temporalis superios & fissura lateralis
- gyrus met motorisch spraakcentrum van Broca = lobus frontalis, net craniaal van fissura lateralis
3
Q
ruggenmerg
A
- vliezen
- dura mater
- arachnoidea - substantia
- substantia grisea = grijze centrale stof
- substantia alba = witte perifere stof - andere
- cauda equina = overgang van ruggenmerg in zenuwen ter hoogte van L2
- filum terminale = eindiging van pia op L2 als condensatie
4
Q
craniale zenuwen deel 1
A
- olfactorius
- meestal zelf niet te zien
–> plaats waar schakelen = bulbus olfactorius
- facies inferior - opticus
- kruising in chiasma opticum net voor canalis opticum
- overgaan in 2 tracti optici
–> rond middenhersenen winden
- mediaal deel = richting colliculus superior
- lateraal deel = richting corpus geniculatum laterale
–> hoedje van napoleon op coronale doorsnede - oculomotorius
- ventraal uit mesencephalon in fassa interpeduncularis
- niveau van colliculi superiores
5
Q
craniale zenuwen deel 2
A
- trochlearis
- fijn takje dorsaal uit mesencephalon
- op grens mesencephalon & pons - trigeminus
- doorheen pons
- midden van laterale zijde - abducens
- dunne zenuw tussen pons & medulla oblongata
- dicht bij middelijn = meest mediaal aan onderboord pons
6
Q
craniale zenuwen deel 3
A
- intermediofacialis
- samen & mediaal van n. vestibulocochlearis
–> onderboord van pons
- uit laterale hoek pons & medulla oblongata
- mediaal motorisch deel = n. facialis
- lateraal parasymaticus deel = n. intermedius - vestibulocochlearis
- vestibulair deel mediaal
- cochleair deel lateraal - hypoglossus
- tussen pyramis & oliva
- meest ventrale uittredingspunt uit medulla oblongata
- in sulcus ontspringen als reeks apparte zenuwwortels
7
Q
craniale zenuwen deel 4
A
tevoorschijn op 1 lijn = moeilijk onderscheiden oorsprong
ventraal van wortels = olica
dorsaal op medulla = tuberculum cuneatus & tuberculum graciclis
- glossopharyngeus
- achter bovenste deel olica & meest craniaal gelegen - vagus
- caudaal van vorige - accessorius
- craniaal = caudaal van n. vagus
- spinaal = in ruggenmerg
–> enkel te zien op niet ingekorte hersenspecimens
8
Q
bloedvaten van de hersenen
A
= opbouwen van circulus arteriosus cerebri van Willis
- vertebralis systeem
- aa. vertebrales
- a. basilaris = samenkomen van beide aa. vertebralis
- aa. cerebri posterior = splitsing van pons in a. basilaris
–> rechter & linker waarvan meestal 1/2 dominanter is - carotis interna systeem
- aa. carotis interna
- splitsen in a. cerebri anteiror, media & posterior
- posterior = verbinding met a. basilaris
- anterior = onderling verbonden door communicans anterior
9
Q
te kennen structuren cerebellum
A
- pedunculus = verbinding hersenstam
- penduculus cerebralis superior x mesencephalon
- medius x pons
- inferior x medulla olongata - fissura
- fissura prima = grans tussen lobus anteiror & lobus posterior
–> mediosaggitale doorsnede duidelijk zichtbaar door tellen = eerste 5 kwabjes
- fissura horizontalis = vanaf vermis langs hemisfeer naar penduclus medius - andere
- folia cerebelli = scheiden van cerebelli
- nucleus dentatus = grijze sliert duidelijk bij mediosaggitale snede
- nodulus
- tonsillae
10
Q
te kennen structuren hersenstam
A
- diencephalon
- ventraal = infundibulum van hypofyse
- ventraal = corpora mamillaria van hypothalamus - mesencephalon
- ventraal = pedunculi cerebri met crura cerebri, substatia nigra & tegmentum
- substantia nigra scheidt dit van de nucleus ruber
- dorsaal = colluculi superiores & inferioers
–> lamina quadrigemina opbouwen
- aquaeductus van Sylvius = verbinding 3&4e ventrikel - medulla oblongata
- colliculi superiores & inferiores = dorsaal
- tuberculus gracilis & cuneatus = caudaal cerebellum = beter zichtbaar bij opheffen
- mogelijk terugvinden medulla spinalis & canalis
11
Q
coronaire doorsneden vanuit curcus leren
A
12
Q
van lateraal naar mediaal vanuit fissura lateralis
A
- fissura lateralis
- tussen lobus parietalis & temporalis - insula = 6e verbogen lobus
- claustrum = witte stof
- nucleus lentiformis
- grijze stof
- lateraal putamen
- mediaal nucleus pallidus - capsula interna = dikke banen witte stof
- nucleus caudatus = uitpuiling in gehele laterale ventrikels
–> eindigt in caput - lateraal ventrikel
- septum pellucidum
13
Q
ventrikels
A
- laterale ventrikels
- mediale scheiding door septum pellucidum
–> ophanging van fornix
- formaina interventricularis van monro
–> verbinding naar laterale ventrikels
- gevuld met plexus choroideus
- dorsaal = cornu inferius = temporale - ventriculus tertius
- thalamus = wanden van ventrikels
–> corpus geniculatum laterale & mediale = mediaal van cauda nuclei caudati
- verbonden door adhesio interthalamica = massa intermedia - vierde ventrikel
- aquaductus van Sylvius = verbinding
14
Q
onderdelen van fornix
A
= 2 C-vormige lijnen rond thalamus
- ventraal
- eindigen op corpora mamillaria
- caudaal gelegen
- strengen naar corpora verbonden
–> commissura anterior vorm A figuur
- doorgesneden = tandenstoker - fornix
- opgehangen aan septum pellucidum - dorsaal
- eindigen in hypocampus
–> amygdala
- omgeven door gyrus parahippocampalis