MC Flashcards

1
Q

waarmee staat de hypothalamus niet in contact

A

basale ganglia

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

theory of mind verlaagd

A

enkel bij autisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

geen functies van cognitieve controle

A

echopraxie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

hersengebied voor cognitieve controle

A

ACC

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is geen cogniteve controle taak

A

corsitapping block

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

frenologie

A

vorm van de schedel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

meting fMRI

A

deoxy/oxy verhouding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

hoeveel letters bij 0s

A

10-12letters

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

echoïsch geheugen

A

2-4seconden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

dichotisch luisterparadigma

A

aandacht meten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

vout gedistribueerd model

A

volgend adres ophalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

neglect

A

meestal links veld negeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

provedueel geheugen

A

basale ganglia

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

herkennen van geizchten

A

vooral wenkbrouwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

biologische bewegingen

A

posterior superior temporale sulcus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

ribot gradient

A

jonge herinneringen bij normale amnesie eerder weg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

prefontrale cortex ligt in de buurt van

A

inferior precentrale sulcus

18
Q

welke stelling over motorische banen is fout

A

tractus ponto reticulospinalis
verantwoordelijk voor verhoogde tonus van anti-zwaartekracht spieren

19
Q

wat hoort niet bij dysfunctie van cerebellum

A

dysfagie

20
Q

fout van sensoriele afasie

A

beuwst van deficiet

21
Q

juist van ruggenmerg zenuw

A

radix ventralis zowel inhiberend als stimulerende vezels

22
Q

fout over verlamming

A

capsula interna verlamd = verminderde reflexen

23
Q

syndroom van Weber & lateraal medullair syndroom van Wallenberg

A

beide aandoening in hersenstam

24
Q

syndroom van Brown-séquard

A

ipsilaterale uitval van spinocerebellaire banen

25
Q

geen functie van formatio reticularis

A

visuele reflexen parvocellulair deel

26
Q

juist over AZS

A

preganglionaire axonen OS gaan obligaat is truncus symptaticus

27
Q

verlamming linker onderste helft van aagezicht

A

uitval rechter LMNL

28
Q

pijn gevoelige structuur

A

dura mater

29
Q

juist over craniale zenuwen

A

n. vagus sensibel voor organen

30
Q

fout over spinothalamische banen & lemniscus mediales

A

beide aangetals bij uitval van crura cerebri

31
Q

piramide baan

A

fractionering distale spieren

32
Q

leasi tractus upticus recht

A

links homonieme hemianopsie

33
Q

fronto parietale leasi rechts

A

linker hemineglet

34
Q

juiste combinatie van aandoenign

A

parkinson overactiviteit indirecte pathwat

35
Q

hydrocefalie, welke therapie niet

A

shunt ventrikel-veneuze sinus

36
Q

posterior circulatie behalve

A

hypofyse

37
Q

ventrikel systeem

A

3 aandoeningen subarachnoidale ruimte

38
Q

geen onderdeel limbisch systeem

A

orbitofrontale & prefontale cortex

39
Q

wat is fout secundaire neurulatie

A

primair spina bifida

40
Q

ERN

A

hoge invloed door alcohol