Neuroanatomie Flashcards
CZS algemeen
centrale zenuwstelsel
- onderdelen
- hersenen in schedel: 1400gram
–> cerebrum = grote hersenen, herstenstam & cerebellum = kleine hersenen
- ruggenmerg in canalis vertebralis
- netwerk van neuronen
- vanaf buiten foramen vertebrae = PZS - cellen
- neuronen = communicerende zenuwcellen
–> sensibele, motorische & interneuronen
- gliacellen = ondersteunende cellen
–> vb: myelineschede - stof
- witte stof = doortrekking van gemyeliniseerde axonen
- grijze stof = zenuwcellichamen & dendrieten
–> werkelijk roos/grijs door hoge bloedtoevoer
- 3 meningen = hersenvliezen + liqour cerebrospinalis
embryologie ruggenmerg
- primaire neurulatie
- week 3
- neurale plaat = ectodermale verdikkin dorsaal in embryo
- vorming van neurale groeve
- later = samenkomen tot vorming van kanaal - sluiting
- neuroporus anterior = dag 24
- neuroporus posterior = dag 26
- op somiet 31 = S2 - neurulatie
- week 8
- differentiatie onder S2
- caudale eminentie = mesoderm
- ruggenmerg trager groeien als WZ
- cauda equina vanaf L2
delen hersenen
van rostraal naar caudaal
enchephalon = hersenen
medulla spinalis = ruggenmerg
- prosencephalon
- telencephalon = cerebrum = grote hersenen
- diencephalon = hypothalamus, thalamus & hypofyse - mesencephalon = middenhersenen
- rhombencephalon
- metencephalon = pons & cerebellum
- myelencephalon = medulla oblongata
embryologie hersenen
= erg trage ontwikkeling maar plasticiteit
- 5 hersenblaasjes
- ontwikkeling vanuit rostrale deel ruggenmerg
- op 6 weken
- samen met 3 flexuren - 3 flexuren
- 1 cephale flexuur = tussen mesencephalon & metencephalon
- 2 pontiente - = tussen metencephalon & myelencephalon
- 3 cervicale - = tussen medulla spinalis & myelencephalon
verdere embryologie hersenen
- laterale ventrikels
- uitzetting neurale kannaal
- verder groeien over 4e ventrikel
- enkel nog opening caudaal voor vochtdrainage
- aan randen van ventrikels = mitose & migratie
–> vorming cortex (schors) - kwabben = lobi
- vanaf 14e week
- insula blijft achter in groei = blijft in diepte
–> andere delen hanger er over = opercula
vorming van kronkels hersenen
- dichtbijeen gelegen neuronen = gladde hersenen
- cortex zet uit door
- ontwikkeling van axonen & dendrieten
- vorming van synapsen - cortex vergroot opp x 12
- kronkels = gyri
–> rond sulcus centralis: precentralis = motorische cortex & postcentralis = sensibiliteit
- groeven = sulci - verder myelinisatie
- verdubbeling van gewicht eerste jaar
- verder myelinisatie tot 30jaar
soorten ontwikkelingsstoornissen CZS
- structurele afwijkingen in sluiting van neurale buis = dysraphisme
- verkeerd sluiten
- verkeerde differentiatie/invaginatie
- loskomen van ectoderm = rashischisis - stoornissen in celmigratie ≈ vorming van cerebrale context
- stofwisselingsstoornissen
- opstapeling van toxische metabolieten
- defivientie essentiele bestanddelen
NTD
neural tube defects = dysraphisme
- algemeen
- vaak rostraal of caudaal uiteinde
- gepaard met onvolledige sluiting van botstructuur = bifidum
- erfelijke factoren & tekort aan foliumzuur + anti-epileptica - soorten
- defect sluiting rostraal = hersenen
- defect sluiting caudaal = ruggenmerg
- defect differentiatie
defecten in sluiting
- neuroporus anterior = cranium bifidum
- onvolledig sluiten van schedel
- herniatie van intracraniële inhoud = encefalocele
onderverdeling = gradaties
1 herniatie meningen = meningocele
2 meningen & hersenweefsel = meningo-encefalocele
3 meningen, hersenweefsel & ventriculair systeem = meningohydro-encefalocele - ruggenmerg = spina bifidum
- geen herniatie van onderliggende structuren
- niet vergroeide arcus posterior van wervels = 2 processus spinosi = spina bifida occulata
- wel herniatie = spina bifida aperta
gradaties
1 meningen & cerebrospinaal vocht = meningocele
2 + zenuwweefsel = meningomyelocele
defect differentiatie
- craniale neurale buid = anencefalie
- geen ontwikkeling van hersenhemisferen, vliezen, schedelkap
- enkel rudimentaire hersenstam
- gepaard met spontane abortus of neonatale dood = altijd - medulla spinalis = myeloschisi = rachischis
- niet altijd fataal
- erg klinische problemen
telencephalon
- algemeen grote hersenen
- linker & rechter hemisferen
–> onderverdeeld door fissura longitudinalis cerebri
- in diepe verbonden door corpus callosum = hersenbalk
- diepe hersenkernen
- laterale ventrikels gevuld met vocht - sulci & gyri
- specifiek patroon bij iedereen verschillen & beide hersenhelften
- enkele constanten = gebruik om hersendelen te verdelen
de 4 basis lobus onderverdeling
- fysieke onderverdeling
- sulcus centralis van rolando
- sulcus lateralis & fossa van sylvius
–> eindigen in ramus anterior & ramus ascendens - lobus frontalis = voor sulcus centralis
- door sulcus cinguli afgeschermd van gyrus cinguli - lobus parietalis = achter sulcus centralis
- deel op midsaggitale doorsnede = precuneus
- pars superior & pars inferior
- van inferior = gyrus angularis & - supramarginalis rond ramus inferior sulcus centralis - lobus temporalis = onder sulcus lateralis
- lobus occipitalis dorsaal
- deel op midsaggitale doorsnede = cuneus
- gevormd door diehoek van sulcus parieto-occipitalis
- sulcus calcarinus = info over primaire visuele prikkels
delen van lobus frontalis
- gyri
- gyrus frontalis inferior, superior & medius
- lopen longitudinaal mee met fissura longitudinalis cerebri - gyri frontalis superior
- pars opercularis = dorsaal van ramus ascendens sulcus lateralis
- pars triangularis = tussen beide rami
- pars orbitalis = caudaal van ramus anterior sulcus lateralis
imaginaire onderverdeling
- referentiepunten
- sulcus parieto-occipitalis = craniale overgang lobus occpitalis & parietalis
- incirusa pre-occpitalis = caudale overgang lobus occipitalis & temporalis - verbindingslijn
- verbinding sulcus parieto-occipitalis & insicura pre-occipitalis = grenst lobus occipitalis volledig af
- verbinding sulcus lateralis -> 1/2 van vorige verbindingslijn = grenst lobus parietalis & temporalis af
lobulus paracentralis
= mid-saggitale doorsnede
- grenzen
- sulcus paracentralis = meest duidlijke sulcus op dit aanzicht
- sulcus centralis = niet duidelijk op dit aanzicht = dorsaal gelegen
- sulcus cinguli - deel van frontale kwab
verbindingen van hemisferen
= facies medialis
- corpus callosum
- anterior = genu = meest anterior
–> smal anterior uiteinde = rostrum
- middendeel = truncus
- posterior = splenium
–> zichtbaar op caudale plaat dorsaal van mesencephalon - commissura
- andere verbindingsbalken
- anterior vormt A
- posterior
–> van fornix - septum pellucidum
- vliesje tussen linker & rechter laterale ventrikels
lobus 5 & 6
- 5e = limbische lobus
- geen echte kwab
- aaneenschakeling van structuren = C-vorm
- gyri: cinguli, parahippocampalis, hippocampus & uncus
- boven corpus callosum
- isthmus = versmalling dorsaal van gyrus cinguli
–> loopt verder in gyrus parahippocapalis rond hippocampus - 6e = lobus insularis (van Reil)
- achtergebleven eilandje van schorsgebied
- bedekt door frontaal, temporaal & parietaalkwab
–> door opercula = naamgeving voor overdekkende delen
- pijnsensatie & smaak
delen van witte stof
- corona radiatia = direct onder cortex
- overgang van grijze stof naar witte stof - capsula interna = organisatie van de witte stof
- tussen basale ganglia (lateraal) & thalamus (mediaal) trekken
- onderverdeeld in anterior & posterior limb + genu
- motorenbanen
- samen gekomen als takken - pedunculus of crus cerebri
- links & rechts 1 grote bundel
- door de middenhersenen
- overgang in ruggenmerg na pons & medulla oblongata - capsula externa/extrema
dienchephalon
= onder & binnenzijde van hemisferen
= thalamus, hypothalamus & hypofyse
- thalamus
- begrenzing
- ventraal = interventriculaire foramen van Monro = verbinding van laterale ventrikels naar 3e ventrikel
- dorsaal = commisura posterior - hypofyse
- in fossa hypofysialis van os sphenoidale
- dorsaal van chiasma opticum & ventraal corpora mamillaria
- achterkwab = neurohypofyse = verbinding met hypothalamus door hypofysesteel
- epifyse = glandula pinealis = pijnappelklier
–> dorsaal & caudaal + verbinding met steel
werking van hypofyse
lobus anterior = adenohyposye
1. kernen met uitlopers naar 1e cappilaire netwerk
2. afgifte van regulatorische polypeptiden = mogelijk door verdwijnen van hersen-bloed-barriere
3. verbonden door v. porta
4. 2e cappilaire netwerk
5. epitheel cellen met secretoire functie
lobus posterior = neurohypofyse
- meteen doorloop naar systeemdoorloop
ventrikelsysteem deel 1
- ligging van laterale ventrikel = 1&2e ventrikel
- corpus in parietaal kwab
- cornu anterior = frontalis
- cornu posterior = occipitalis
- cornu inferior = temporalis - verloop
- 1 in elke hemisfeer
- C-vormig
- aanmaak CSV door plexus choroideus
- via foramina interventriculaire van Monro overlopen in - derde ventrikel
- tussen beide thalamus kernen
- verbonden door adhesio interhalamica
- communicatie met 4e ventrikel door aquaductus cerebri van sylvius
ventrikelsysteem deel 2
- vierde ventrikel
- gelegen tussen pons/medulla oblongata & kleine hersenen
- verder gaan als canalis centralis in ruggenmerg
- apertura lateralis = foramina van Luschka & foramen van Magendie = mediane apertura
–> openingen in verbinding met subarachnoïdale ruimte = vocht uit ventrikels - cerebrospinaal vocht
- vulling van ventrikels
- door plexus choroideus
- verlaten aan 3 gaatjes van vierde ventrikl = apertura lateralis & - mediana
–> in subarachnoïdale ruimte
de thalamus
- algemeen
- thalamus & hypothalamus
- relai station voor interneuronen = doorsturen naar gepaste sensibele cortex
- vormen wand van 3e ventrikel
- verbonden door massa intermedia = adhesio interthalamica - onderdelen
- lateraal, mediaal & anterior
- vezels komen hier al in specifieke plaatsen terug & schakelen verder
- dorsaal = corpus geniculatum mediale & laterale = metathalamus - epithalamus
- dorsaal
- epiphyse
de hypothalamus
- onderverderling
- periventriculair = dicht tegen ventrikels
- midden zone
- laterale zone - controle over AZS
- banen naar PS kernen in middenhersenen
- contact in laterale deel ruggenmerg = oorsprong OS
- contact sacrale PS kernen
epiphyse
- epiphyse klier
- melatonine productie
- circadiaans ritme - habenula
- links & rechts van epiphyse
- input via stria medullaris
- beide onderdeel van limbisch susteem functioneel
- dysfunctie = depressie & verslaving
basale ganglia & ventrikels
= voornamelijk motorisch systeem
- onderverdeling van basale ganglia
- nucleus caudatus & putamen = corpus stratrium
- putamen & globus pallidus = nucleus lentiformis
- stratrium & nucleus lentiformis = basale ganglia - extra subcorticale motorische gebieden
- extrapiramidaal systeem
- nucleus subthalamicus van Luysi
- onder thalamus & lateraal van hypothalamus
+ aflopende banen voor AZS regulatie
basale ganglia
- nucleus caudatus
- mediaal van capsula interna
- uitpuilen in gehele laterale ventrikels
- caput = voor thalamus, corpus = over thalamus & cauda = achter thalamus
- eindigen in amygdala - globus pallidus
- externe & interne laag
- kan soms te onderscheiden zijn op doorsnedes
–> 2 kernen kunnen beide globus pallidus zijn!
- mediaal van putamen - andere
- nucleus accumbens
- claustrum
- nucleus lentiformis met nucleus putamen = buitenkern
beide lateraal gelegen van genu capsulae interna = scheiding van thalamus
mesencephalon
= middenhersenen
- situering
- tussen diencephalon & metencephalon
- ventraal = linker & rechter crus cerebri
- dorsaal = vierheuvel plaat = tectum - kernen
- substantia nigra
- nucleus ruber
- colliculi supeirores = visueel
- colliculi inferiores = gehoor
- nucleus oculomotorius - vierde ventrikel
- vormt vloer
- periaquaductal gray matter
syndroom van Weber
- tak van a. cerebri posterior die mesenchephalon bevloeit geraakt verstop
- uitval n. oculomotorius
- symptomen
- ipsilaterale oftalmoplegie = horinzontale oog bewegingen verlopen slechter
- contralaterale paralyse van lagere delen aangezicht, tong, arm & been
witte stof van hersenstam
- pendunculi cerebelli
- 3 verbindingen naar cerebellum
- superior, medius & inferior - pyramide banen
- crura cerebri = corticospinale & corticuobulaire vezels = pyramide banen ventraal
–> uitlopers capsula interna
- oliva = kern achter pyramide banen ventraal
–> hiertussen loopt de 12e craniale zenuw uit = n. hypoglossus
- andere craniale zenuwen ontspringen dorsaal van oliva - dorsaal
- dorsale opstijgende banen & netwerk van neuronen
- test & proprioceptie
–> laatste, proximale deel = lemniscus medialis (systeem)