Practicum Flashcards
algemeen palpatie arterie
- gestrekte vingers, met pulpa in lengte richting
–> enkel soms duim voor tegendruk - sterkte, kracht & regelmaat van pulsatie voelen
- beginnen met zachte druk -> evolutie naar harder = bloedvat niet dichtduwen
- zijden varieren
arteriën hals & oksel
- a. carotis communis
- achter patiënt staan
- niet aan beide zijden tegelijk -> risico prikkels sinus carotis
- net ventraal van sternocleidomastoideus
- massage kan extreme bradycardie veroorzaken
- vaak eerste arterie voelen bij bewusteloosheid
–> anders hartritme pols - a. axillaris
- in de oksel
- hoog/proximaal tegen thorax duwen
- arm ondersteunden
- relevantie binnen pediatrie
bovenste ledematen
- a. brachialis
- sulcus bicipitalis, enkele cm boven elleboog
- mediaal & soms onder biceps pees, redelijk diep = stevig drukken & arm onderstenen
- biceppees moeten wegduwenvoor palpatie
- Korotkoff-tonen te hogen bij stethoscoop & bloeddruk - a. radialis
- ventraal onder duim
- radiaal van m. flecor carpi radialis
- arm ondersteunen of op tafel - a. ulnaris
- ventaal onder pink
- radiaal van m. flexor carip ulnaris
- arm ondersteunen of op tafel
- harder moeten doorduwen
abdomen
= aorta abdominalis
- palpatie
- ruglig op tafel
- hand met handmuis vlak op navel
- andere hand daarop
- normaal = voelen tegen hand - palpatie bij moeilijke personen
- 1,5 cm boven navel
- stevig drukken
- bij aneurysme vermoden = bimanuele palmatie van lateraal
onderste ledematen
= in kader van PAV perifeer arterieel vaatlijden
- a. femoralis
- midden inguinaal in de lies
- hoogte van bekken rand - a. poplitea
- kan zowel in ruglig, zit of ruglig
- buiklig is makkelijker, vaak in ruglig voor zwaarlijve patiënten
- knie licht geboven
- met beide handen & alle vingers
- kan over gehele lengte mediaal -> lateraal liggen - a. tibialis posterior
- dorsaal van malleolus medialis & ventraal achillespees
- verschil tussen beide voelen - a. dorsalis pedis
- lateraal van hallucis longus pees
- distaler = moeilijkere palpatie
–> start bij eerste distale botstuk
ausculatie
- stethoscoop
- oorstuk, slang, kop met klok & membraam
- evaluatie van HF, tonen, souffles, ademgeruis & bijkomende ademgeluiden - ausculatie van arterien
- normaal geen geluiden = lamiare flow
- wel = obstructies
- uitzondering = a. carotis
bloeddrukmetingen
- kwikmanometer
- vroeger: nu niet meer toegestaan - veermanometer = sfygmomanometer
- machet met opblaasbare cuff (breedte is van belang)
- slang met ballon & ventiel
- veermanometer - elektronische & automatische bloeddrukmeters
- cuff draadloos of meteen aan bakje
- aan pols = minder betrouwbaar
OH testen
- head-up tilt
- gouden standaard
- technisch moelijk = specifieke tafel
- voor andere test kiezen = risico & veiligheid patiënt inschatten - 10min leuntest
- meest belastend
- schoenen uit & op tafel liggen voor 10min
–> referentie HF & BD
- leunen tegen meur met voeten 10cm van muur
–> regelmatige meting van HF & BD - lig -> rechtstaan
- minder belastend
- toch niet bij vestibulaire problemen & grote orthostatische klachten
- meten net na rechtstaan & 3min erna - lig -> zit -> rechstaan
- veiligst
- bij patienten met hoogvalrisico
interpretatie OH test
- OHT positief als
- diastolisch daalt met 10mmHg
- systolisch daalt met 20mmHg
- binnen 3 min na rechtkomen - relevantie
- hospalisaties door valrisico
- geassocieerd met fysieke deconditionering, cardiovasculaire aandoeningen & slechte prognose levenskwaliteit
praktische uitvoering test
- stadia
- liggend
- halfzittend
- staan voor 5min - uitvoering = volgorde
- opblazen
- andere positie
- klachten bevragen
- meten - opmerkingen
- lichte hulp bij rechtstaan mag
- patient mag eerst op zij komen
- altijd 1 hand op patiënt
- arm op harthoogte
gemodificeerde BORG schaal
= zwaarte van inspanning & erst van dyspone
zelfde waarde voor beide
0 = helemaal niet
0,5 = nagenoeg niet
1 = zeer licht
2 = licht
3 = matig
4 = tamelijk zwaar
5 = zwaar
…
7 = erg zwaar
…
10 = maximaal
vitale parameters cardio
- observatie
- gezichtkleur & gezichtexpressie van pijn
- ademhaling & kortademigheid
- zweten & blauwe lippen/extremiteiten
- verschillen over hele inspanning & recuperatie meten - meten van vitale parameters
- bewustzijn = aanspreekbaar & antwoorden op kortevragen
- ademhaling = ademnood & aanspreekbaarheid tijdens inspanning = Talk-test
- bloeddruk
- saturatie = saturatie meter
- HF = polsfrequentie
inspanningstesten
- CPET = cardiopulmonary excersise test = bepalen VT ventilatory threshold 1 & 2
- krachttesten = 10RM van handknijpkracht
- functionele testen = 6MWT 6 min wandel test
- andere testen
maximale cardiovasculaire testen = gouden stanadaar
- enkel in veilige omgeving = medisch personeel & reanimatie-apperatuur
- ritmestoornissen kunnen tot complixaties leiden
- kine = enkel submaximale cardiovasculaire inspanningen
protocol van submaximale fietsproef
- begin van belasting
- gezonde persoon = 1Watt/Kg
- cardiale patiënt = 0,5Watt/KG - progressie
- om de 2min
- gezonde persoon = 0,5Watt/Kg
- cardiale patient = 0,25Watt/Kg - metingen
- BD
- HF door a. radialis 15sec
- Borgscore - stoppen van inspanningstest
- Borgscore van 4-5/10
- nog enkele minuten op dit vermogen blijven trappen
- opnieuw Borg bevragen & talktest = praten
- ook eyeball-test = algeme observatie
algemeen krachtmetingen
- doel
- meten van algemene spierkracht
–> vb: handknijpkracht & dynamometer
- bepalen van intensiteit trainingsprogramma afh van 1RM or 10RM - evalutatie van waardes
- inter-individueel vergelijken met normwaarden
- intra-individueel vergelijken voor progressie - 10RM
- test van grote spiergroepen
- submaximale 10RM test
- meer als 10 reps -> herrekenen naar 1RM vanuit Holten-curve