anatomie & fysiologie Flashcards
vulling van het hart
diastole
- snelle vullingsfase
- bloed uit atria stroom in ventrikels
- door isovolumetirsche relaxatie - diastase = trage vulling
- atriale contractie = atriale kick
- extra vulling = drukopbouw
- hartspierweefsel op optimale lengte brengen = Frank-Starling mechanisme - sluiten van mitralis- & tricuspisklep
- stijgheid afh van
- passieve componenten: veer-effect direct na contractie & passieve relaxatie
- actieve componenten: actieve relaxatie = ATP-verbruik
leging van het hart
en relaxatie van het hart
= systole
- contractie van hartspierweefsle
- isovolumetrische contractie
- druk stijging - druk in ventrikels > aortha & pulmonalis
- openen van aortha & pulmonalis klep (3 klepblaadjes voor lage weerstand)
–> 1e harttoon
- ejectie van bloed
- normale EF ejectiefractie = >52% van linker ventrikel - relaxatie van het hart
- Ca opname door SR
–> ATP vergend process
- sluiten van kleppen door wegval van druk
–> 2e harttoon
EF
= ejectie fractie
- normaal
- EDV einddiastolisch volume - ESV eindsystolisch volume = SV slagvolume
- ejectie fractie = EDV-ESV/EDV
- gezond > 52% - atleten
- lager in rust want voldoende hoog EDV
- inspanning = stijging van 14+% - hartspierbeschadiging
- daling systole kracht
- daling passieve flexibiliteit
- verlies van EF
- in rust ok
- minder reserve capaciteit voor inspanning
endotheel
- algemene functie
- bekleding aan binnenzijden van alle bloedvaten & hart
- bloedstolling & hemostage
- barriere
- angiogenese
- stimulatie van gladde spiervellen vanuit tunica media - specifieke functies
- filterfunctie bij nieren
- homging van witte bloedcellen bij lymfeknopen
drukverdeling door arteriele systeem
- functie aorta = passieve conduit
- elastisch reservoir door systolische druk van hart
- druk bufferfunctie
- drukopnemen & gelijkmatig verdelen - weerstandsvaten
- grote perifere weerstand door dikke musculaire laag
- geen drukverschillen naar arteriolen
- organen beschermen van pulsaliteit = erg belangerijk voor gezondheid
- -> gemiddelde ateriële druk - transmurale aftakkingen
- van coronaire vaten
- worden afgeknijpt tijdens systole door hoge druk hart
weerkaatsing van druk
- weerkaatsing op bifurcatieplaatsen = arteriële vertakkingen
- weerkaatsing op hoog resistente arteriolen van eindorganen
- teruglangs arterie wanden naar hart
- terugkomen op moment van diastole = systolische druk overdragen aan diastole
- bescherming tegen pulsaliteit
–> organen met hoge flow & lage weerstand vooral schadelijk = nieren & hersenen
pathologie van stijve aortha
- risicofactoren degeneratie
- leeftijd
- hoge BD
- roken - inflammatie
- proteolyse = afbraak van eiwit
- vervanging door collageen
- verandering van functie & aantal GSW
- verlies van elastische buffer = hogere afterload
- hogere bloeddruk
- effecten
- concentrische hypertrofie van hart
- pulsatieve drukken in organen
- augmentatie druk
augmentatie druk
- snellere geleiding van weerkaatsing
- al terugkomen tijdens systole
- hogere systolische & lagere diastolische BD
drainage onderste regio
- ingewanden
- alle darmen via vena cava
- nieren & kleine bekken = bypass naar VCI - systolisch hartfalen of mitraliskleplek
- lagere veneuze terugvloei
- oedeem opstapeling OL = dikke enkels
- zichtbare jugulaire venen
embryonaal
= mesoderm
- algemeen
- fusie van 2 bloedvaten
- looping = tot complex vouwen
- septatie = opdeling atria & ventrikels - septa
- septatie door septum primum & secundum = invaginatie van de wand
- foramen ovale = tijdens geboorte zuurstof rijk bloed van moeder rechtstreeks in LA
- normaal geboorte = vergroeien
- niet = PFO patent foramen ovale
PFO
- anatomische variant
- 30% onder 30jaar
- 20% boven 80jaar = licht verhoogde morbiditeit
- geen verschil man/vrouw
- gemiddeld 5mm - symptomen door drukken
- ergere decompressie ziekte bij duikers
- longoedeem op hoogte
- saturatie bij rechtop zitten = platypnee-orthodeoxie syndrome - andere symptomen
- cyptogenic stroke bij jonge mensen = ongekende oorsprong
- paradoxale embolie = klonter in RA meteen naar LA & gehele lichaam
- desaturatie bij COPD & obstructive sleep apnea syndrome
eenheden ivm het hart
- hartdebiet
= liter bloed / min
- HF x SV
- gemiddeld = 5 liter/min
- topsporters bij inspanning = 40 liter/min
- linker & rechter hart = zelfde hoeveelheid
–> shuntering bij vb: ASD = hogere rechter hart - afh van
- systolische pompkracht
- vaatweerstand - HF = 220 - leeftijd
wetten ivm het hart
- wet van Fick
- VO2 = HD x zuurstofextractie
- afh van intra & extra-cardiale factoren - extra-cardiale factoren
- hemoglobine & myoglobine
- aantal mitochondrion
- samenstelling van spiertypes - toepassing wet van OHM
- bloeddruk = hartdebiet x vaatweerstand
- bloeddruk = slagvolume x hartfrequentie x vaatweerstand
- bloeddrukken zijn in pulmonale systeem 5x lager
longdruk stijging
- bij inspanning
- stijging met slope kleiner als 3mmHg/L/min
- lage stijging door vasodilatatie van vaten
- kan hoger bij sporters = nog hogere stijging van HD - pathologie
- longziektes, sclerodermie = aantasting longvaten & PAH pulmonale arteriële hypertensie
- hogere stijging = rechterhartspierschade
- meting door invasieve drukmeting of echografie (indirect)
n. phrenicus beschadiging
- oorzaken = diaframga paralyse
- hartchirurgie
- mechanisch trauma
- ischemie of hypothermie - gevolgen
- transiënt of definitief
- post-operatieve ademhalingsproblemen
- vooral bij mensen met longgeschiedenis
- diafragma bewegingen bekijken door RX
pacemaker cellen
- hierarchie
1 sinusknoop = 60-100
2 atrioventriculaire knoop = 40-60
3 linker & rechter ventrikelbundels = 30-40
4 alle purkinje cellen = 30-40 - normale spontane ontlading
- sinusknoop = 100BPM
- lager door parasympatische overvloed op n. vagus X
- overdrive-pacing effect = geen spontane ontlading van andere cellen - abnormale spontane ontlading = escape ritme
- uitval = overname in hierarchie
-> subsidaire - of latente pacemaker zones
- lager = trager
hartfrequentie
harttransplantatie gevolgen
- normaal
- in rust = 40-100BPM
- hoeveelheid niet van belang zolang deze constant blijft
- maximale hartslag = 220-leeftijd - aanpassingen
- leeftijd = enkel daling van maximale hartslag
–> andere hartslag = pathologie
- hartslag afh van BMI, genetisch, uren slaap, …
- harttransplant = uitschakeling van n. vagus = 100BPM altijd
actiepotentiaal in cardiomyocyten
mechanisme in cellen zelf
- spontane ontlading in sinusknoop
- doorgave via hierarchi
- doorgave aan cardiomyocyten
- functioneel syncitium door intercalaire schijven = desmosomen & gap junctions
- ionen transport zorgt voor synchrone contractie - depolarisatie
- Ca-induced Ca release
- opening van voltage-afh Ca-kanalen
- Ca binding op RyR ryanodine receptor van SER
- vrijstelling meer Ca - spiercontractie initieren
- geen motor-units
coronair debiet
- veranderingen bij inspanning
- toename x5 naar
- vasodilatatie door hogere druk & debiettoename
- gelijke %zuurstof extractie = 70%
–> geen zuurstof reserve, enkel meer zuurstof - substraten voor energie
- rust = 1/3 glucose, 1/3 vrije vetzuren, 1/3 lactaat
- inspanning = 1/7 glucose, 1/5 glucose, 2/3 lactaat uit werkende skeletspieren
mitochondrionale myopathie
= uit eiwitten van mitochondrionaal DNA = moeder
syndromale toestand
- eerste aantasting hersenen & spieren
- hersenen -> retardatie
- skeletspier -> zwakke kracht
- hart -> mitochondironale myopathie
- vb: METAS
HCM
= hypertrofische cardiomyopathie
- genetische fouten sarcomeer eiwitten
- vb: cardiaal actine & zware keten myosine
- abnormale verdikking van hartspier wand
- hartinsuffiëntie = moeheid & kortademigheid
- ritmestoornissen
- plotse dood ritmestoornissen = belangerijkste door compitieve atleten - myosine koppen
- normaal = 50% off-state
- HCM = 10%
- hypercontractie
- therapie = mavacamtem
–> inhibitie Pi release van beta-cardiaal myosine
–> cyclus tijd ATPase verlengen = minder acto-myosine bruggen
kracht van myocardiale contractie
factoren
- voldoende zuurstof & energie reserve
- intrinsiek inotropisme
- anrep & treppe fenomeen
- extrinsiek intropisme
- door AZS & stresshormonen = (nor)adrenaline
- beinvloeding Ca-induced Ca-relause = optimale brugvorming
intrinsiek inotropisme
maximaal aantal acto-myosine bruggen
- prestrech = preload
- afh van vulling, atriale kick & stijfheid hart
–> vb: littenweefsel
extra systole
1. te korte tijd voor vulling
2. geen prestretch
3. slechte contractie
4. daling slagvolume
5. lagere systolisch bloedruk
6. post-extrasystolische potentatie = lange pauze tijd
7. grote prestrecht
8. erg grote contractie
PV-loop
pressure volume loop
- opp onder grafiek = arbeid
- vulling
- geen stijging van druk
- stijging van volume
- door compliantie van het hard
–> bepaald einddiastolisch volume - isovolumetrische contractie
- stijging van druk
- geen stijging van volume
- opening van aortaklep door druk - ejectiefase
- stijging & daling van druk
- daling volume
- tussen openen aorthaklep & sluiten - isovolumertische relaxatie
- daling van druk
- geen daling van volume
EES
eindsystolische elastatie lijn
- hoe hoog de druk kan stijgen zonder volume verandering bij een bepaald volume
- illustratei van Frank-starling
- metingen = gouden standaard contractiliteit hart
- niet gebruikt want invasief
–> schattingen met echo