PR02 - Klinische diagnostiek oog Flashcards

1
Q

Waarvoor wordt de penlamp gebruikt?

A

Voor het beoordelen van het voorste oogsegment en de pupilreflex

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarvoor wordt de spleetlamp gebruikt?

A

Voor het beoordelen van de positie en begrenzingen van structuren in het voorste oogsegment

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waarvoor wordt een blauwfilter gebruikt?

A

Kobaltblauw licht veroorzaakt extra fluorescentie van de cornea na aankleuring met fluoresceïne om beschadigingen van de cornea beter in beeld te brengen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarvoor wordt een ophthalmoscoop gebruikt?

A

Voor het beoordelen van de fundus.
Een directe ophthalmoscoop dient teevens als spleetlamp en keratoscoop om de kromming van de cornea te beoordelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waarvoor wordt een fixatiepincet gebruikt?

A

Voor inspectie van de conjunctiva, incl. de membrana nictitans

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waarvoor wordt tropicamide gebruikt?

A

Tropicamide 0,5% is een mydriaticum die pupilverwijding (mydriasis) veroorzaakt, waardoor de beoordeling van het achterste oogsegment beter mogelijk is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de volgorde van het oogonderzoek?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat valt er onder de voorbereiding bij het oogonderzoek?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zie je hier?

A

Macroblepharon met lateraal entropion

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zie je hier?

A

Plaveiselcelcarcinoom onderooglid kat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zie je hier?

A

Aplasia palpebrae bovenooglid kat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zie je hier?

A

Entropion bij een kat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zie je hier?

A

Thelazia infectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zie je hier?

A

Conjunctivitis kat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zie je hier?

A

Folliculaire conjunctivitis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zie je hier?

A

Neoplasie membrana nictitans

17
Q

Wat zie je hier?

A

Episclerale vaatinjectie bij glaucoom

18
Q

Wat zie je hier?

A

Verdikken en vaatinjectie van de sclera bij episcleritis

19
Q

Wat zie je hier?

A

Afwijkende sfericiteit en doorschijnendheid van de cornea bij een kat

20
Q

Wat zie je hier?

A

Een zweer in de cornea

21
Q

Wat zie je hier?

A

Membrana pupillaris persistens tussen de iris en de cornea

22
Q

Wat zie je hier?

A

Neoplasie uitgaande van de iris

23
Q

Wat zie je hier?

A

Iris bombé (synthechia posterior)

24
Q

Wat zie je hier?

A

Lensluxatie naar anterior bij een kat

25
Wat zie je hier?
Hyperemie van de iris a.g.v. uveïtis anterior
26
Wat zie je hier?
Cyste in de voorste en achterste oogkamer (retroilluminatie)
27
Wat zie je hier?
Neoplasie van het corpus ciliare, zichtbaar in de voorste en achterste oogkamers
28
Wat zie je hier?
Cateract en lensluxatie naar anterior
29
Wat zie je hier?
Cateract en lensluxatie naar posterior
30
Wat zie je hier?
Cateract van de nucleus van de lens
31
Wat zie je hier?
PHTVL: persisterende hyperplastische tunica vasculosa lentis; embryonale resten in het corpus vitreum
32
Wat zie je hier?
De oogzenuw (papil) met dorsaal het tapetum lucidum en ventraal het tapetum nigrum
33
Wat zie je hier?
Limbusmelanocytoom
34
Wat zie je hier?
Bloedingen in het vitreum
35