HC06 - Klinische diagnostiek oog Flashcards

1
Q

Wat is de volgorde van het oogonderzoek?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q
A

Je ziet links een mooie cornea, en rechts een matte cornea met niet zo’n goeie reflectie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe werkt de Schirmer tear test?

A

Je plaatst het stripje met de omgebogen kant om het onderste ooglid aan de laterale zijde, ongeveer 1/3 van de laterale zijkant. Dit stripje moet contact maken met de cornea en moet een minuut blijven zitten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zie je hier?

A

Droge, taaie uitvloeiing die vastgeplakt zit in de haren van de oogleden. Dit komt door te weinig traanproductie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zie je hier?

A

Mucopurulente ooguitvloeiing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe neem je een conjunctivaalswab?

A

Belangrijk dat je alleen het oog aanraakt met je swab

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zie je hier aan de oogleden?

A

Normale oogleden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zie je hier aan de oogleden?

A

Een te ruime oogspleet, waar zelfs een knikje ontstaat in het onderooglid. De conjunctiva droogt zo uit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zie je hier?

A

Een hond met een naar binnen krullende onder ooglidrand (entropion).
Je ziet depigmentatie dus het is al langer bezig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke verschillende vormen van entropion zijn er?

A
  • Laaggradig: de vrije ooglidrand maakt contact met de cornea
  • Middelgradig: de vrije ooglidrand slaat een klein beetje om
  • Hooggradig: de vrije ooglidrand slaat volledig om
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zie je hier?

A

Een distichie (klein haartje onder uit de ooglidrand)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zie je hier?

A

Een geprolabeerde glandula membrana nictitans (cherry eye)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zie je hier?

A

Hier zie je niet alleen de sclerale bloedvaten, maar is ook de bulbaire conjunctiva hyperemisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat doe je bij dieren voor de conjunctivale inspectie?

A

Lokale verdoving met lidocaïne

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe doe je conjunctivale inspectie?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Hoe pak je de membrana nictitans?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Waar let je op bij het onderzoek naar de bulbus?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat zie je hier?

A

Exophthalmus

20
Q

Wat zie je hier?

A

Exophthalmus en strabismus divergens

21
Q

Wat zie je hier?

A

Een linker buphthalmus

22
Q

Hoe groot moet de intraoculaire druk zijn?

A

13-25 mmHg
Dit gaat om de druk in het oog

23
Q

Wat is de retrobulbaire druk?

A

De druk achter het oog.
Je voelt met beide vingers tegelijk of de druk gelijk is. Bij mensen kan dit niet.

24
Q

Waar let je op bij de cornea?

A
25
Q

Wat zie je hier?

A

Corneaoedeem

26
Q

Wat zie je hier?

A

Een cornea met een epitheel defect

27
Q

Wat zie je hier?

A

Een cornea met een aangekleurd epitheel defect met fluorescine

28
Q

Wat zie je hier?

A

Een stromaal/lytisch ulcus.
Dit is geen oppervlakkig defect, en heeft spoed

29
Q

Wat zie je hier?

A

Een cornea met pigmentatie, bloedvatingroei en corneaoedeem. Hier heeft de patiënt nog niet echt veel last van.
Dit is pannus

30
Q

Het canuleren van het traanapparaat

A
31
Q

Wat zie je hier?

A
32
Q

Wat zie je hier?

A

Heel kleine afstand van de voorste oogkamer
Waarschijnlijk lensluxatie (want ook hele kleine pupil)

33
Q

Wat zie je hier?

A

Een troebele voorste oogkamer

34
Q

Wat zie je hier?

A

Een lensluxatie naar anterior, dus een lens ini de voorste oogkamer

35
Q

Wat zie je hier?

A

Synegië posteriores (vergroeiingen tussen de irisi en de voorste lenskapsel).
Vaak altijid het gevolg van uveïtis.

36
Q

Wat zie je hier?

A

Abcessen in de lens door e. caniculi bij het konijn

37
Q

Wat zie je hier?

A

Dyscorie (pupil heeft een andere vorm)

38
Q

Wat zie je hier?

A

Cataract (staar)
Troebeling van de lens, hier kun je niet doorheen kijken

39
Q

Wat zie je hier?

A

Nucleus sclerose, daar kun je doorheen kijken

40
Q

Wat zie je hier?

A

Troebeling in het vitreum (vaker bij oudere dieren)

41
Q

Wat zie je hier?

A
42
Q

Wat zie je hier?

A
43
Q

Hoe kun je de fundus bekijken

A

Indirect (links) of direcht (rechts)

44
Q

Wat zie je hier?

A

Katten hebben geen myelineschede hier

45
Q

Wat zie je als het tapetum nigrum (plaatselijk) ongepigmenteerd is?

A
46
Q
A