HC03 - Reactiepatronen Zenuwstelsel Flashcards

1
Q

Wat zie je hier?

A

Een polioencephalomalacie (een verwekende necrose in de grijze stof van de hersenen) door vitamine B deficiëntie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar kijk je naar bij het macroscopisch beoordelen van zenuwweefsel?

A
  • Assymmetrie
  • Verkleuring
  • Malformatie
  • Verweking
  • Hemorragieën
  • Ruimte innemende processen
  • Grootte ventrikels
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Vul in

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zit er in de grijze stof?

A
  • Neuronen (groot verschil in uiterlijk)
  • Neuropil (dendrieten en uitlopers)
  • Gliacellen (astrocyten/oligodendrocyten/microgliacellen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke cellen kun je hier aanwijzen in de grijze stof?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zie je hier?

A

Normale cerebrale cortex; grijze stof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zie je hier?

A

Normale witte stof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waaruit bestaat de witte stof?

A
  • Axonen
  • Myelinescheden
  • Oligodendrocyten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke cellen kun je hier herkennen in de witte stof?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zie je hier voor kleuring?

A

Boven HE en onder luxol fast-blue (LFB).
Dit laatste kleurt myeline aan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Je kijkt naar neuronen. Wat zie je?

A

Je ziet chromatolyse van neuronen. In het centrum krijg je roze aankleuring. Deze cellen gaan dood

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zie je hier?

A

Neuronale necrose; angulaire en hypereosinofiele neuronen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zie je hier?

A

Vacuolisatie van cytoplasma perikaryron van neuronen (zwarte pijlen) en neuropil (rode pijlen) in het verlengde merg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zie je hier?

A

Virusinclusie in cytoplasma perikaryon van neuronen in het ruggenmerg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is primaire demyelinisatie van een neuron?

A

De myeline gaat verloren maar het axon blijft intact

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is secundaire demyelinisatie van een neuron?

A

Door schade verlies je een deel van je axon en dus ook je myeline

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat zie je hier?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat zie je hier?

A

De macrofagen ruimen het myeline op

19
Q

Wat zie je hier?

A

Dit is proliferatie van astrocyten (astrogliose).
Hier is een neuron doodgegaan en zijn de astrocyten achtergebleven na opruimen.

20
Q

Wat zie je hier?

A

Dit is proliferatie van microgliacellen (microgliose) en fagocytose van het neuron

21
Q

Vul in

22
Q

Verloop van malacie

23
Q

Wat zie je hier?

A

Ernstig oedeem in de kleine hersenen: afplatting gyri, caudale verplaatsing van de kleine hersenen; hernia foramen magnum

24
Q

Wat zie je hier?

A

Rechts: normaal
Links: hernia cerebellum door achterhoofdsgat, t.g.v. vitamine A deficiëntie

25
Wat zijn andere oorzaken voor een hernia van het cerebellum door het achterhoofdsgat (naast oedeem)?
- Hydrocephalus - Tumoren hersenen - Overige ruimte-innemende laesies
26
Wat zie je hier?
27
Wat is de pathogenese van porencephalie in een schaap?
Intrauterine virusbesmetting, door het Schmallenbergvirus
28
Wat zie je hier?
29
Hoe kan een kalf deze vorm van cerebellaire hypoplasie krijgen?
Door intra-uteriene infectie met het boviene virale diarree virus
30
Wat zie je hier?
Accumulatie van glycogeen in neuronen. Dit is een kat met glycogen storage disease.
31
Wat zie je hier?
Bij de pijl zie je fibro-cartilagineuze embolus in het bloedvat van het ruggenmerg, met degeneratie tot gevolg
32
Wat zie je hier?
33
Hoe kan bij een schaap dit beeld ontstaan?
Door toxinen van Clostridium perfringens Type D
34
De vuistregel is dat het type ontsteking vaak gerelateerd is aan het soort infectieus agens. Welke agentia horen bij deze typen?
Purulent: meestal bacteriën Lymfocytair: meestal virussen Granulomateus: meestal parasieten, schimmels, of intracellulaire bacteriën
35
Wat zie je hier?
Dit is een acute bacteriële meningitis. Je ziet grijs-bleek exsudaat in meningen van cerebrum ter plaatse van de sulci
36
Je kijkt naar een voorbeeld van virale encephalitis. Wat zijn kenmerkende laesies van een virale infectie van het CZS?
- Necrose neuronen - Neuronophagie - Lymfocytaire ontsteking in neuropil - Perivasculaire cuffing - Glia nodules
37
Wat zie je hier?
Insluitlichaampjes in cytoplasma van neuronen bij rabiës
38
Wat zie je hier?
Insluitlichaampjes intranucleair in een astrocyt (ziekte van Carre - hondenziekte)
39
Wat zie je hier?
Een granulomateuze encephalitis
40
Waar wordt de kleuring luxol fast blue voor gebruikt?
Het aantonen van myeline
41
Welke cellen infiltreren het zenuwweefsel als dit necrotisch geworden is?
Korrelcellen
42
Hoe ziet een necrotisch neuron er uit?
Hypereosinofiel en angulair
43
Wat is een digestiekamer?
Een gedilateerde myelineschede met macrofagen
44
Wat is malacie?
Verwekende necrose