HC12 - Pijn Flashcards

1
Q

Wat is pijn?

A

Pijn is een onplezierige sensorische en emotionele gewaarwording, geassocieerd met actuele of potentiële weefselbeschadiging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de veterinair relevante aspecten van pijn?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke drie componenten van pijnbeleving zijn er?

A
  • Nociceptie
  • Gedragsrespons
  • Pijnperceptie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat houdt het analogiepostulaat in?

A

‘De aan- of afwezigheid van bewustzijn bij dieren is weliswaar niet direct wetenschappelijk aanwijsbaar, maar op grond van aanwijsbare overeenkomsten in anatomie, fysiologie en gedrag tussen mensen en gewervelde dieren mag aangenomen worden dat er ook overeenkomsten in subjectieve beleving moeten bestaan’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe neem je pijn bij dieren waar?

A

Dat is sterk afhankelijk van de diersoort, het ras, maar ook van het individu

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe verloopt nociceptie (de pijn pathway)?

A

Nociceptoren nemen prikkels waar, en het signaal stijgt op door primair afferente neuronen. Daar kan het twee routes doorlopen (reflex en bewustwording)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke neuronen worden dus doorlopen bij nociceptie?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke zenuwtypes zijn er voor de waarneming van pijn?

A

Vooral de laatste twee gaan echt vuren en zorgen voor pijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke vezel zal het traagst zijn en waarom?

A

De C vezels, want die zijn niet gemyeliniseerd. Dit zorgt vooral voor een zeurende pijn.
De Adelta vezels zorgen echt voor een acute scherpe pijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat gebeurt er in het ruggenmerg met de pijn pathway?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q
A

De reflex is normaal, maar als je harder knijpt gaat de hond omkijken of bijv. zelfs bijten. Dan is er perceptie van pijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Stel, bij een verlamde hond is de terugtrekreflex in de achterpoten aanwezig, maar
de pijnperceptie ontbreekt. Hoe interpreteer je deze bevindingen?

A

De reflexboog is heel, maar er is iets mis met de projectieneuronen.
Dit kan in het ruggenmerg liggen of zelfs in de hersenen zelfs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe verlopen de ascenderende pijnbanen in het ruggenmerg?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Naar welke hersenkernen in welk gebied lopen de extra-lemniscale banen in de hersenen?

A
  • Thalamus
  • Periaquaductale grijs (PAG)
  • Formatio reticularis (zorgt voor verhoogde hartslag etc.)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waarom maakt die hond aanstalten om aan zijn poot te gaan likken?

A

Om de pijn te verminderen door de PAN zenuwen te stimuleren

17
Q

Hoe werkt de ‘gate control’ theorie?

A

Doordat je tastreceptoren geprikkeld worden worden de projectieneuronen geremd.

18
Q

Welke drie vormen van endogene pijnmodulatie zijn er?

A
  • Segmentale modulatie
  • Descenderende modulati e
  • Endorfine release (door de hypofyse)
19
Q

Hoe werkt segmentale modulatie?

A

Dat werkt op 1 spinaal segment.
Er is dan gate control in de dorsale hoorn van het ruggenmerg.

20
Q

Hoe werkt descenderende modulatie?

A

Dat heeft effect op verschillende segmenten, en komt vanuit PAG en de formatio reticularis.
Betrokken neurotransmitters zijn; enkephaline, serotonine, noradrenaline.
De PAN, interneuron of direct de projectieneuron kan geremd worden.

21
Q

Op welke manieren kan descenderende modulatie het projectieneuron remmen?

A
  • Direct door serotonine en noradrenaline
  • Indirect via inhiberende interneuronen
22
Q

Hoe werkt de indirecte endogene pijnmodulatie via inhiberende interneuronen?

A
23
Q

Wat gebeurt er bij stress- en pijnsignalen? Wat wordt er dan geactiveerd?

A

Dat activeert de adenohypofyse (o.a. via het limbisch systeem en hypothalamus).
De output is dan endorfine (en ACTH) release.
Endorfine is een endogene opiaat en is potenter en werkt langer dan enkephaline. Het komt in de bloedbaan (endocrien) en heeft voornamelijk een centraal effect.
Het veroorzaakt ook de ‘runner’s high’.

24
Q

Waarom wil je endogene pijnstilling hebben?

A

Om sensitisatie te voorkomen (naast welzijn verbeteren)

25
Q

Wat is sensitisatie?

A

Verlaging van de drempelwaarde voor het voelen van pijn

26
Q

Wat is het resultaat van sensitisatie?

A

Hyperalgesie en allodynia.
Vaak is dit in een groter gebied dan de oorspronkelijke stimulus en duurt het genezingsproces langer. Dit kan zelfs irreversibel zijn (chronisch pijnsyndroom).

27
Q

Wat is hyperalgesie?

A

Een verhoogde gevoeligheid voor pijn na een periode van stimulatie

28
Q

Wat is allodynia?

A

Pijngevoel op stimuli die normaal gesproken niet pijnlijk zijn

29
Q

Welke twee vormen van sensitisatie zijn er?

A
  • Perifeer
  • Centraal
30
Q

Wat is perifere sensitisatie?

A

Verlaging van de drempelwaarde van nociceptoren

31
Q

Waarom moet je NSAID’s toedienen bij pijn?

A

Om sensitisatie te voorkomen

32
Q

Wat is centrale sensitisatie?

A

Verlaging van de drempelwaarde van projectieneuronen (t.g.v. toename van afgifte van neurotransmitters door PAN).
Omdat meerdere PANs projecteren op 1 projectieneuron wordt een breder/groter gebied gevoeliger

33
Q

Hoe kan sensitisatie ook gebeuren tijdens algehele anesthesie?

A

Er is dan wel geen bewustzijn, maar de pijnbanen zijn nog gewoon intact.
Je moet dus ook echt lokaal verdoven om de pijnbanen te blokkeren.
Dit heeft gevolgen voor de wondgenezing en recovery, bijv. door automutilatie, en leidt mogelijk tot chronische pijn.

34
Q

Hoe kun je centrale sensitisatie voorkomen?

A
35
Q

Wat is referred pain?

A

Pijn t.g.v. activatie van nociceptoren in diepe viscerale structuren die wordt gevoeld op het lichaamsoppervlak.

36
Q

Hoe kun je referred pain verklaren?

A
  • Convergentie van viscerale en cutane nociceptoren uit hetzelfde embryonale segment op een gemeenschappelijk projectieneuron
  • Cortex kan de bron van activatie niet onderscheiden
37
Q

Wat is fantoompijn?

A

Pijn die je voelt in een ledemaat die geamputeerd is.
- Prikkeling van PAN restanten door neuromavorming
- Reorganisatie somatosensorische cortex