HC01 - Neuroanatomie Flashcards

1
Q

Wat is de plexus brachialis?

A

Een vlechtwerk van zenuwen dat hoog in de oksel van het dier ligt.
Het voorziet de voorpoot van sensorische, somatomotorische en postganglionaire sympathische zenuwvezels.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarom kan een hond die niet kan opstaan maar wel kan kwispelen geen botulisme hebben?

A

Als de hond botulisme had dan zou het hele parasympatische zenuwstelsel verstoord moeten zijn en zou hij ook niet meer kunnen kwispelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat doet de ziekte myasthenia gravis?

A

Het creëert autoantilichamen tegen nicotinerge receptoren. Hierdoor kan het signaal niet worden overgedragen en krijg je spierzwakte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de therapie van myasthenia gravis?

A

Acetylcholine-esterase remmers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Uit hoeveel segmenten bestaat het ruggenmerg van de kat en hond?

A

Uit 35 tot 38 segmenten;
- 8 cervical
- 13 thoracaal
- 7 lumbaal
- 3 sacraal
- 4 tot 7 caudaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe verhouden de ruggenmerg zenuwen zich t.o.v. de ruggenwervels?

A

Het ruggenmerg houdt eerder op dan de ruggenwervels, waardoor ja aan het einde alleen nog maar zenuwen krijgt en geen ruggenmerg (cauda equina).
Ook heb je een extra zenuw onder het 7de ruggenmerg, zodat je 8 zenuwen om de 7 ruggenmergen uit hebt komen. Daarna loopt het aantal zenuwen weer gelijk met het ruggenmerg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat krijg je bij ontsteking bij de cauda equina bij een paard?

A

Dan kun je blaasverlamming, rectumverlamming en parese/verslapping van de achterhand krijgen.
Het geeft dus somatomotorische en visceromotorische verlammingsverschijnselen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke 3 vliezen zitten er om het ruggenmerg heen?

A

Van buiten naar binnen:
- Dura mater
- Arachnoïde membraan
- Pia mater

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

In welk deel van het ruggenmerg zitten de descenderende motorische banen (Upper Motor Neurons, UMNs)?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

In welk deel van het ruggenmerg zitten de ascenderende sensorische banen?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de vier deelgebieden van het ruggenmerg van dorsaal naar ventraal?

A
  • Somatosensorisch
  • Viscerosensorisch
  • Visceromotorisch (autonoom)
  • Somatomotorisch
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke vier delen worden aangegeven met de oranje pijlen?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is een reflex?

A

Een reflex is een automatisch optredende, stereotype, motorische reactie op een sensorische prikkel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is het verschil tussen Upper Motor Neurons en Lower Motor Neurons?

A

UMN zijn verantwoordelijk voor het in gang zetten en houden van bewegingen en hebben een remmende invloed op de spinale reflexen en spiertonus.

LMN verbinden CNZ met de spieren en vormen de efferente tak van spinale reflexen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waar liggen de lower motor neurons?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waar liggen upper motor neurons?

A

Volledig binnen het CZS

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat zijn typische verschijnselen van uitval van LMNs?

A
  • Parese of paralyse
  • Atrofie
  • Areflexie of hyporeflexie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat zijn typische verschijnselen van uitval van UMN?

A
  • Parese of paralyse
  • Geen atrofie
  • Hyperreflexie
  • Hypertonie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Welke delen van de hersenen en hersenstam zijn er?

A

Tel-Di-Mes(sen)-Met-Mye

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat ontstaat er uit het telencephalon uit het embryonische brein?

A
  • Cerebrale cortex
  • Basale ganglia
  • Hippocampus
  • Olfactory bulb
  • Basal forebrain
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat ontstaat er uit het diencephalon uit het embryonische brein?

A
  • Dorsale thalamus
  • Hypothalamus
22
Q

Wat ontstaat er uit het mesencephalon uit het embryonische brein?

A

Midbrain (superior and inferior colliculi)

23
Q

Wat ontstaat er uit het metencephalon uit het embryonische brein?

A
  • Cerebellum
  • Pons
24
Q

Wat ontstaat er uit het myelencephalon uit het embryonische brein?

A

Medulla

25
Q

Overzicht

A
26
Q

Welke ventrikels heb je?

A

4 ventrikels:
2 laterale ventrikels, een derde ventrikel (waar door het gat het bruggetje tussen de hypothalamus aan beide kanten gaat), en een vierde ventrikel

27
Q

Wat zit er in de ventrikels?

A

Ze zijn gevuld met liquor cerebrospinalis

28
Q

Waaruit bestaat de hersenstam?

A
29
Q

Wat loopt er door het gat van het derde ventrikel?

A

De hersenbalk, die de linker en de rechter kant van de hersenen met elkaar laat communiceren

30
Q

Bij welk deel van de hersenen horen de kleine hersenen?

A

Bij het metencephalon

31
Q

Welke verschijnselen kunnen optreden bij schade in de hersenstam?

A
  • Verminderd bewustzijn
  • Uitvalsverschijnselen ledematen
  • Hyperreflexie
  • Spasticiteit
  • Ipsilateraal motorische en/of sensorische uitval van kopzenuwen
32
Q

Wat is de structuur van het cerebellum?

A
33
Q

Wat geven de pijltjes aan?

A
34
Q

Welke kernen van zenuwen liggen in de hersenstam?

A
35
Q

Welke aftakkingen heeft de N. Trigeminus (V)?

A
  • N. Opthalmicus
  • N. Maxillaris
  • N. Mandibularis
36
Q

Wat voor soort zenuw is de N. Opthalmicus en wat innerveert deze zenuw?

A

Hij is somatosensibel, en hij innerveert o.a. het bovenste ooglid (ooglidreflex) en de cornea (corneareflex).

37
Q

Wat voor soort zenuw is de N. Maxillaris en wat innerveert deze zenuw?

A

Hij is somatosensibel, en hij innerveert o.a. de bovenlip, het neusslijmvlies, het harde en zachte gehemelte, en de dorsale tandenboog

38
Q

Wat voor soort zenuw is de N. Mandibularis en wat innerveert deze zenuw?

A

Hij is zowel somatosensibel als somatomotorisch, en hij innerveerst o.a. het voorste deel van de tong (niet smaak), de ventrale tandenboog, proprioceptie (spierspoeltjes) kauwspieren en motoriek kauwspieren

39
Q

Wat krijg je bij een aandoening in de LMNs in de N. mandibularis?

A

Dat is de oorzaak van atrofie van de kauwspieren

40
Q

Leg uit waarom de nuclei van de N. Facialis in 3 van de 4 categorieën vallen

A

Somatomotrisch: aangezichtsmusculatuur
Viscerosensorisch: het neemt de smaak van de tong op
Visceromotorisch: zorgt voor de tranen en speeksel

41
Q

Wat voor soort zenuw is de N. Facialis?

A
42
Q
A
43
Q

Overzicht

A
44
Q

Waaruit bestaat het diencephalon?

A
  • Epithalamus (epifyse)
  • Thalami
  • Hypothalamus
  • Hypofyse
  • Retina en N. Opticus
45
Q

Welke structuren komen er uit het diencephalon?

A
46
Q

Wat zijn de gyri en de sulci van het telencephalon?

A

Het oppervlak van de hemisferen van het brein wordt gekenmerkt door verhoogde banden, gyri (gyri cerebri) genaamd, gescheiden door groeven die sulci (sulci cerebri) worden genoemd.

47
Q

Wat is het corpus callosum?

A

Het corpus callosum of de hersenbalk is een structuur in de hersenen die de twee grote hersenhelften met elkaar verbindt en zorgt dat ze informatie kunnen uitwisselen.

48
Q

Wat is de bulbus olfactorius en waar ligt deze?

A

De bulbus olfactorius of reukkolf is een zenuwknoop in de hersenen van gewervelden en betrokken bij reuk; de perceptie van geuren.
Bij de meeste gewervelde dieren is de reukkolf het verst voor in de hersenen gelegen hersendeel.

49
Q

Wat is een hydrocephalus?

A

Een aandoening waarbij zich te veel hersenvocht (cerebrospinale vloeistof) ophoopt in de holtes (ventrikels) van de hersenen.

50
Q

Wat zijn houdingsreacties?

A

Het zijn geen reflexen, maar bewuste plaatsingsreacties, waarbij het signaal wel helemaal naar de hersenen gaat en weer terug