HC02 - Reflexen Flashcards

1
Q

Wat is een reflex?

A

Een automatisch optredende, stereotype (steeds hetzelfde), motorische reactie op een sensorische prikkel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de 5 componenten van een reflex?

A
  • Receptor
  • Afferent, sensorisch neuron
  • Overschakeling in ruggenmerg of hersenstam
  • Efferent, motorisch neuron
  • Respons in doelcel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de functies van reflexen voor het dier zelf?

A
  • Bescherming
  • Controle beweging en houding
  • Homeostase
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de functies van reflexen voor de dierenarts?

A

Beoordelen van de werking van spieren en zintuigen, en de integriteit van neurale circuits. Hiermee kun je een laesie lokaliseren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe kun je reflexen indelen op basis van fysiologie?

A
  • Autonome reflexen (motorneuronen autonoom zenuwstelsel)
  • Somatische reflexen (motorneuronen somatisch zenuwstelsel)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat voor soort reflexen vallen er onder autonome reflexen?

A
  • Visceraal: bijv. baroreceptorreflex, hoestreflex of slikreflex
  • Oculair: bijv. accommodatie ooglens of pupilreflex
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat voor soort reflexen vallen er onder somatische reflexen?

A

Skeletspieren: bijv. anusreflex, kniepeesreflex, buigreflex of ooglidreflex

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe deel je reflexen meestal in in de kliniek?

A
  • Spinale reflexen
  • Cerebrale reflexen
  • Houdingsreacties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe verlopen spinale reflexen?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke spinale reflexen heb je?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe beoordeel je de terugtrekreflex bij een hond?

A

Je knijpt in de tussenhuid bij de tenen, en de hond moet dan zijn poot terug trekken.
De hond heeft hier geen pijn van

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe ziet de reflexboog van de terugtrek reflex er uit?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is een gekruiste strekreflex?

A

Als een dier staat moet het zijn gewicht overpakken naar de poot die niet wordt opgetild.
Als een dier ligt hoeft dat niet, maar als de andere poot dus wel gestrekt wordt terwijl je in de ene knijpt heb je een pathologische reflex -> gekruiste strekreflex

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe veroorzaak je een kniepees reflex?

A

Hond: liggen
Kat: laten hangen
Op de kniepees een tikje geven en dan verwacht je dat hij reactie geeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe ziet de reflexboog van de kniepeesreflex en m. ext. carpi radialis reflex er uit?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat doet een spierspoeltje?

A

Het meet de lengte van de spier en de snelheid waarmee de lengte veranderd. Het wordt gestimuleerd tijdens het oprekken (stretch) van de spier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Hoe kun je spinale reflexen interpreteren?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Hoe verlopen cerebrale reflexen?

A

Reflexen via kopzenuwen en kernen kopzenuwen in het di-, mes-, met- en myelencephalon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Welke cerebrale reflexen kun je testen?

A
20
Q

Wat doe je bij het corneareflex?

A

Je raakt de cornea aan en via nociceptoren zou het dier het oog dicht moeten doen.
Dit test je om te kijken of het dier nog leeft

21
Q

Wat doe je bij het ooglidreflex?

A

Je raakt de huid naast het oog aan, en via tastreceptoren zou het dier het oog dicht moeten doen.
Dit wordt vaak gebruikt bij anesthesie, dan wil je deze reflex juist niet zien zodat je weet dat hij goed onder narcose is.

22
Q

Welke route neemt de ooglidreflex?

A
23
Q

Waar kijk je naar bij een pupilreflex?

A

Direct en consensueel:
Het oog waar je op schijnt moet reageren (direct) maar het andere oog moet hetzelfde doen (consensueel)

24
Q

Wat is de route van de pupilreflex?

A
25
Q

Hoe wordt een pupil kleiner bij de pupilreflex?

A
26
Q

Welke spiervezels zorgen er voor dat de pupil groter kan worden?

A
27
Q

Wat is het gevolg van deze bevindingen?

A
28
Q

Waarom zijn houdingsreacties geen reflexen?

A

Ze zijn niet stereotypisch, en de cerebrale cortex is betrokken (en dus is er enige mate van bewustwording)

29
Q

Welke houdingsreacties testen we?

A
  • Dubbeltreden
  • Hinkelen
  • Plaatsingsreacties: optisch en tactile
30
Q

Wat is het pad van het signaal bij dubbeltreden?

A
31
Q

Welk defect van de beweging van het oog zie je hier?

A

Een dorsale rectus spier deficiëntie, waardoor de pupil niet meer goed naar dorsaal kan bewegen

32
Q

Welk defect van de beweging van het oog zie je hier?

A

Een mediale rectus spier deficiëntie, waardoor de pupil niet meer goed naar mediaal kan bewegen

33
Q

Welk defect van de beweging van het oog zie je hier?

A

Een ventrale rectus spier deficiëntie, waardoor de pupil niet meer goed naar ventraal kan bewegen

34
Q

Welk defect van de beweging van het oog zie je hier?

A

Een ventrale oblique spier deficiëntie, waardoor de pupil niet meer goed naar dorso-mediaal kan bewegen

35
Q

Welk defect van de beweging van het oog zie je hier?

A

Een laterale rectus spier of CN VI (n. abducens) deficiëntie, waardoor de pupil niet meer goed naar lateraal kan bewegen

36
Q

Welk defect van de beweging van het oog zie je hier?

A

Een dorsale oblique spier of CN IV (n. trochlearis) deficiëntie, waardoor de pupil niet meer goed naar ventro-mediaal kan bewegen

37
Q

Welk defect van de beweging van het oog zie je hier?

A

Een CN III (n. oculomotorius) deficiëntie, waardoor de pupil niet meer goed naar dorsaal, mediaal en ventraal kan bewegen.

38
Q

Welk defect van de pupil licht reflex zie je hier?

A

Een CN II (n. opticus) deficiëntie links

39
Q

Welk defect van de pupil licht reflex zie je hier?

A

Een CN III (n. oculomotorius) deficiëntie links

40
Q

Welk defect van de pupil licht reflex zie je hier?

A

Een CN III (n. oculomotorius) deficiëntie rechts

41
Q

Welk defect van de pupil licht reflex zie je hier?

A

Een CN II (n. opticus) deficiëntie rechts

42
Q

Welk defect van de pupil licht reflex zie je hier?

A

Horner’s syndroom links.
Het parasympatische systeem draait overuren, waardoor de linker pupil standaard klein is, en het oog wordt teruggetrokken door de m. retractor bulbi waardoor je het effect krijgt dat het ooglid gaat hangen. Als je er met een lichtje in schijnt wordt het signaal wel opgevangen, want het andere oog reageert wel.

43
Q

Welk defect van de pupil licht reflex zie je hier?

A

Horner’s syndroom rechts
Het parasympatische systeem draait overuren, waardoor de rechter pupil standaard klein is, en het oog wordt teruggetrokken door de m. retractor bulbi waardoor je het effect krijgt dat het ooglid gaat hangen. Als je er met een lichtje in schijnt wordt het signaal wel opgevangen, want het andere oog reageert wel.

44
Q

Welk defect van de cornea reflex zie je hier?

A

Een CN V1 (n. trigeminus, tak opthalmicus) deficiëntie aan de linkerkant, waardoor het signaal niet wordt opgepikt

45
Q

Welk defect van de cornea reflex zie je hier?

A

Een CN V1 (n. trigeminus, tak opthalmicus) deficiëntie aan de rechterkant, waardoor het signaal niet wordt opgepikt

46
Q

Welk defect van de cornea reflex zie je hier?

A

Een CN VII (n. facialis) deficiëntie aan de linkerkant, waardoor het signaal wel wordt opgepikt maar het niet kan worden uitgevoerd

47
Q

Welk defect van de cornea reflex zie je hier?

A

Een CN VII (n. facialis) deficiëntie aan de rechterkant, waardoor het signaal wel wordt opgepikt maar het niet kan worden uitgevoerd