powerpoint voorplanting Flashcards

1
Q

Waarom leven gericht op voorplanting?

A

Vermeerderen
Verjongen
Verspreiden
Vernieuwen door samenkomen van erfelijke eigenschappen van vader en moeder!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke twee vormen van voortplanting kennen we?

A

asexueel en sexueel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe gaat geslachtelijke voortplanting bij bloemplanten?

A

Via bestuiving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn bij planten de mannelijke kenmerken?

A

voortplantingsorgaan: meeldraad
voortplantingscellen: stuifmeel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn bij planten de vrouwelijke kenmerken?

A

voortplantingsorgaan: stamper
voortplantingscellen: eicellen in de zaadbeginsels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe gaat bestuiving bij planten?

A

Door de wind en door insecten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wanneer noemen we bestuiving kruisbestuiving?

A

Als een plant wordt bestoven door stuifmeel van een andere plant (dus niet een dezelfde bloem of een andere bloem van dezelfde plant)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe gaat bestuiving bij planten in zijn werk?

A
  • Stuifmeelkorrel groeit door de stijl naar binnen
  • Komt bij de eicellen in het vruchtbeginsel
  • Mannelijke zaadcel versmelt met vrouwelijke eicel
  • Bevruchte eicel groeit uit tot ZAAD
  • Vruchtbeginsel (met soms de bloembodem)groeit uit tot VRUCHT
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Noem de kenmerken van ongeslachtelijke voortplanting

A
Door celdeling (Mitose)
Snel
Genotype blijft hetzelfde
1 ouderplant
* knollen
* bollen
* uitlopers
* wortelstekken
* weefselkweek
* oculeren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Noem de kenmerken van geslachtelijke voortplant

A
Reductiedeling (Meiose)
2 ouderplanten
Voorplantingscellen
Voortplantingsorganen
Genotype wordt anders
* bloemen 
* vruchten
* zaden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Noem types voortplanting bij dieren

A

Metamorfose
Hermafrodiet
Broedzorg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke voortplanting kennen vissen?

A
Uitwendige bevruchting (dus buiten het lichaam)
Géén broedzorg
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke voortplanting kennen amfibieën?

A
Uitwendige bevruchting (dus buiten het lichaam)
Géén broedzorg
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke voortplanting kennen reptielen?

A
Inwendige bevruchting (dus binnen het lichaam)
Géén broedzorg
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke voortplanting kennen reptielen?

A
Inwendige bevruchting (dus binnen het lichaam)
Alleen broedzorg bij krokodillen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke voortplanting kennen vogels?

A

Inwendige bevruchting

17
Q

Welke voortplanting kennen zoogdieren?

A
Inwendige bevruchting (dus binnen het lichaam)
Wel broedzorg
18
Q

Welke voortplanting kennen buideldieren?

A
Inwendige bevruchting (dus binnen het lichaam)
Wel broedzorg