Basisboek hfdst 3. Instandhouding Flashcards

1
Q

Wat is fotosynthese?

A

Het proces van omzetten van CO2 en H2O naar glucose, door bladgroenkorrels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn reservestoffen?

A

bv zetmeel in een aardappel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn bouwstoffen?

A

bv eiwitten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn brandstoffen?

A

bv glucose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is assimilatie?

A

Het maken van bouw-, brand- en reservestoffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is dissimilatie?

A

Het proces waarbij grote moleculen afbreken tot steeds kleinere moleculen.
Bij dit proces komt energie vrij (bv Glucose tot CO2 en H2O)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waar vinden fotosynthese, assimilatie en dissimilatie plaats?

A

In een groene plantencel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat betekent stofwisseling?

A

Dat uit de ene stof een andere wordt gevormd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke stofwisselingsprocessen vinden plaats in cellen van mensen en dieren?

A

Alleen assimilatie en dissimilatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Noem een voorbeeld van assimilatie bij mensen en dieren

A

Opbouw van glycogeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Als er te weinig zuurstof is voor de afbraak van glucose, dan …

A

wordt er melkzuur gevormd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe halen planten CO2 uit de lucht?

A

Door huidmondjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat doet een houtvat?

A

Vervoert bv water met opgeloste mineralen omhoog naar de bladeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat doet een bastvat?

A

Vervoer bv glucose en andere nuttige stoffen (voeding, bouwstoffen) omlaag, maar ook omhoog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke vertering vindt plaats in de mond?

A
De eerste stap. 
Mechanische vertering
Enzymatische vertering (brood en aardappels) (is chemische vertering)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke vertering vindt plaats in de slokdarm?

A

Darmperistaltiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Welke vertering vindt plaats in de maag?

A

slijm, zoutzuur, verteringsenzymen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Welke vertering vindt plaats in de12-vingerige darm?

A

alvleesklier sappen

galblaas (gal door lever gemaakt)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Welke vertering vindt plaats in de dunne darm?

A

enzymen door darmsappen

darmcellen nemen het voedsel op

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Welke vertering vindt plaats in de dikke darm?

A

bacteriële vertering; darmflora; bacteriën verteren wat ons lichaam niet kan verteren
darm neemt nuttige stoffen op
darm neemt veel water op (indikken)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Welke vertering vindt plaats in de endeldarm?

A

verzamelplaats onverteerde resten
neemt ook nog stoffen op
kringspier ontspant op de wc

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat vindt plaats in de neus?

A

haartjes zuiveren lucht van stof

neusholte verwarmt lucht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat vindt plaats in de luchtpijp?

A

splitst in bronchien, bronchus (kraakbeenringen)

trilharen vangen stof en ziekteverwekkers uit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat vindt plaats in de longen en longblaasjes?

A

groepje longblaasjes
zuurstof uit longblaasjes naar het bloed in de haarvaten
CO2 door bloed naar longblaasjes -> uitademen
(ingeademde lucht: 21% zuurstof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Wat vindt plaats in middenrif?

A

middenrif trekt samen bij inademing
(koepelvorm wordt platter, longruimte vergroot)
ribben bewegen omhoog en naar voren, vergroot ook longruimte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

bloed bestaat uit … en …

A

bloedplasma en bloedcellen (rode, witte)

27
Q

bloedcellen ontstaan in het …

A

beenmerg

28
Q

welke slagaders kennen we?

A

longslagader en lichaamsslagader (aorta)

29
Q

wat is een dubbele bloedsomloop

A

bloedsomloop bij mensen, zoogdieren, vogels en reptielen (kleine bloedsomloop en grote bloedsomloop)

30
Q

Hoe gaat de kleine bloedsomloop?

A

hart - longen - hart

31
Q

Hoe gaat de grote bloedsomloop?

A

hart - organen - hart

32
Q

Welke dieren hebben een enkele bloedsomloop?

A

vissen

33
Q

Hoe loopt de enkele bloedsomloop?

A

hart - kieuwen - lichaam - hart

34
Q

Wat is het lymfevatenstelsel?

A

verzamelt lymfe, ondersteunt bloedsomloop, bevat veel witte bloedcellen (afweer)

35
Q

welke functies heeft de lever?

A

bouwt voedingsstoffen om
breekt schadelijke stoffen af
slaat schadelijke stoffen op (voor de rest van je leven)
slaat nuttige stoffen op (bv glucose)
produceert gal (helpt bij vertering vetten)

36
Q

Wat is de poortader?

A

enige bloedvat dat niet rechtsstreeks van of naar hart loopt

37
Q

Waar gaan afvalstoffen naartoe?

A

cellen geven deze af aan het bloed

38
Q

Niercellen …

A

nemen de nuttige stoffen en meeste water op uit bloedcellen en geven deze terug aan het bloed. urine (water met afvalstoffen) blijft achter

39
Q

Wat is het grootste orgaan in ons lijf?

A

de huid

40
Q

Wat zijn bouwstoffen?

A

om cel te bouwen en te repareren

41
Q

Wat zijn brandstoffen?

A

voor energie

42
Q

Wat zijn beschermende stoffen?

A

stoffen tegen schadelijke invloeden

43
Q

Wat zijn ballaststoffen?

A

onverteerbare vezels, bevorderen de darmperistaltiek

44
Q

Welke groepen voedingsstoffen zijn er?

A

Koolhydraten: suikers, zetmeel, pasta (vooral brandstof, bouwstof)
Eiwitten: ei, peulvruchten, vlees en kaas (vooral bouwstoffen, brandstof)
Vetten (brandstof en bouwstof)
Water (bouwstof) 60% uit water
Mineralen: zout, ijzer, calcium (bouwstoffen)
Vitamines: A, C, D (hulpstof, beschermende stof)

45
Q

Hoeveel botten heb je ongeveer en wat is hun functie?

A

200, stevigheid

46
Q

Wat zijn spieren?

A

Bundels van langgerekte cellen die zich kunnen samentrekken

47
Q

Welke soorten spieren heb je?

A

gladde en gestreepte

48
Q

Wat is een gewricht?

A

Verbinding tussen botten waartussen beweging mogelijk is

49
Q

Wat doen pezen?

A

Verbinden eind van spier aan bot

50
Q

Wat zijn antagonisten?

A

skeletspieren met tegenovergestelde werking

51
Q

Wat zijn de drie afweerlinies van het lichaam van de mens?

A
  1. Huid (huis en slijmvliezen zijn het mechanische deel)
  2. witte bloedcellen (cellulaire afweer)
  3. antistoffen (moleculaire afweer)
52
Q

wat doen zwezerik en milt?

A

bevatten veel rijpe witte bloedcellen

53
Q

Een voedselketen begint altijd met een …

A

plant

54
Q

hoe noemen we planten mbt de voedselketen en waarom?

A

producent, omdat ze hun eigen voedsel maken

55
Q

hoe noemen we dieren mbt de voedselketen en waarom?

A

consument, omdat ze andere organismen nodig hebben

56
Q

wat is een voedselpyramide?

A

Een voedselketen met hoeveelheden erbij

57
Q

wat is een voedselweb?

A

Daar zet je alle relaties in (sommige dieren worden door meerdere dieren gegeten)

58
Q

Wat is de grote waterkringloop?

A

water als regen uit de lucht
in de grond zakt het weg
stroomt via grondwater naar sloten, kanalen en via rivieren weer naar de zee
verdampt in de zee door de zon -> opnieuw

59
Q

Binnen de grote waterkringloop zijn tal van …. mogelijk

A

kleine kringlopen

60
Q

Wat is de voedselkringloop?

A

dieren eten planten, poepen, of gaan dood -> bacterien, kleine beestjes en schimmels verteren dat en maken zo mineralen die in de bodem komen, die worden weer opgenomen door planten

61
Q

Wat is de kringloop van gassen of koolstofkringloop?

A

zuurstof uit de lucht, koolstof weer uitademen
planten gebruiken CO2 en maken O2
vroeger werd dat opgeslagen -> na honderden jaren: steenkool, aardolie, aardgas

62
Q

broeikaseffect

A

extra CO2 in de lucht

broeikasgassen houden teruggekaatst zonlicht tegen, het wordt warmer op aarde

63
Q

Wat is duurzame ontwikkeling?

A

Een balans vinden tussen ecologische, economische en sociale aspecten.
3 P’s: people, planet, profit