Boek hoofdstuk 2.4 Aanpassingen aan de omgeving Flashcards

1
Q

Wat onderscheiden we aan voortbeweging in het water?

A

gestroomlijnd lichaam, opwaartse kracht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat onderscheiden we aan ademhaling in het water?

A

kieuwen, huidademhaling, tracheen (sommige larven/onvolwassen insecten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat onderscheiden we aan voortbeweging op het land?

A

Zoolgangers, teengangers, hoefgangers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat onderscheiden we aan ademhaling op het land?

A

longen, tracheen (insecten) -> ademspleetjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat onderscheiden we aan voortbeweging in de lucht?

A

vleugels, gewicht van lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is koudbloedigheid?

A

Voor warmte afhankelijk van temperatuur. Bloed wisselt met de temperatuur van hun omgeving.
Zij halen energie om te jagen en voedsel te verteren uit warmte van de zon.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is warmbloedigheid?

A

zij halen energie uit de verbranding of dissimilatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly