definities die je moet kennen Flashcards

1
Q

cel

A

kleinste organisme-eenheid van een organisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

weefsel

A

groep cellen met dezelfde vorm en functie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

orgaan

A

deel van een organisme met een specifieke vorm en functie. Een orgaan bestaat vaak uit verschillende weefseltypes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

plantencel

A

ook wel een plantaardige cel genoemd; een cel met celwand en celkern. Plantencellen bevatten meestal bladgroenkorrels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

celkern

A

het deel van een cel dat erfelijke informatie (chromosomen) bevat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

chromosoom

A

het deel van een celkern dat genen bevat. chromosomen bestaan uit DNA en eiwitten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

celplasma

A

vloeistof waarin alle celonderdelen liggen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

celmembraan

A

buitenste deel van een cel dat de cel vorm geeft en zorgt dat het celplasma in de cel blijft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

vacuole

A

ruimte in een cel gevuld met vocht. Een plantencel heeft een grote centrale vacuole, dierlijke cellen hooguit enkele kleine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

celwand

A

structuur rondom een cel. bestaat uit cellulose. Komt voor bij bacterien, schimmels en planten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

organisme

A

een levend wezen; een bacterie, schimmel, plant of dier. Organismen vertonen levensverschijnselen (levenskenmerken) zoals zich voortplanten, zich voeden en reageren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

blad

A

deel van een plant met als belangrijkste functies fotosynthese en verdamping

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

huidmondje

A

opening in bladeren waardoor gassen (zuurstof, koolstofdioxide, waterdamp) in en uit de plant kunnen gaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

stengel

A

hoofdas van een plant die bladeren en eventueel bloemen draagt en water, mineralen en suikers vervoert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wortel

A

ondergronds deel van een plant met de functies: water en mineralen uit de bodem opnemen, reservestoffen opslaan en de plant vastzetten in de grond

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

bloem

A

deel van de plant (orgaan) dat dient voor de geslachtelijke voortplanting van die plant

17
Q

kelkblad

A

buitenste, meestal groen gekleurde, bladeren van een bloem die de bloemknop beschermen

18
Q

kroonblad

A

binnenste, vaak fel gekleurde, bladeren van een bloem die meestal als functie het aantrekken van insecten hebben

19
Q

meeldraad

A

mannelijk geslachtsorgaan in een bloem dat stuifmeelkorrels (mannelijke geslachtscellen van de plant) bevat

20
Q

stamper

A

vrouwelijk geslachtsorgaan in een bloem, bestaande uit een stempel, stijl en vruchtbeginsel

21
Q

stempel

A

bovenste deel van de stamper; hierop komen stuifmeelkorrels terecht bij bestuiving

22
Q

vruchtbeginsel

A

onderste deel van de stamper dat eicellen (vrouwelijke geslachtscellen van de plant) bevat. Uit vruchtbeginsel kan na bevruchting een vrucht groeien.