Plauderecke A Flashcards
1
Q
Wat do je graag in je vrije tijd?
A
Was machst du gern in deiner Freizeit?
2
Q
Hoeveel tijd heb je per week voor je hobby?
A
Wie viel Zeit hast du pro Woche für dein Hobby
3
Q
Wat vind jij het meest interessant?
A
Was interessiert dich am meisten?
4
Q
Zit je vaak achter de computer?
A
Sitzt du oft am Computer?
5
Q
Breng je je vrije tijd graag door met je vrienden?
A
Verbringst du deine Freizeit oft mit Freunden?
6
Q
Op welke dagen ga jij uit?
A
An welche Tagen gehst du aus?
7
Q
Bespeel jij een muziekinstrument?
A
Spielst du ein Musikinstrument?
8
Q
Ga je soms naar een concert?
A
Gehst du manchmal auf ein Konzert?