Frans Hoofdstuk 2b Flashcards
1
Q
Het konijn
A
Le lapin
2
Q
Het schildpad
A
La tortue
3
Q
De hamster
A
Le hamster
4
Q
De vogel
A
L’oiseau
5
Q
De vis
A
Le poisson
6
Q
De cavia
A
Le cochon d’inde
7
Q
Ik zorg voor
A
Je m’occupe de
8
Q
Het voedsel/ het eten
A
La nourriture
9
Q
Ziek
A
Malade
10
Q
Gelukkig
A
Heureux/ heureuse
11
Q
Oud
A
Vieux/ vieille
12
Q
Actief
A
Actif/active
13
Q
aardig/ lief
A
Gentil
14
Q
Knuffelig
A
Câlin
15
Q
Slim
A
Intelligent