PGO 5 Flashcards

1
Q

Hoe kunnen verschillen in economische groei verklaard worden tussen vergelijkbare landen?

A

Kern van welvaart zit in wat voor handel dat land voert. Handel is afhankelijk van transactiekosten → wordt beïnvloed door de instituties in dat land. Het soort handel is ook afhankelijk van instituties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn instituties?

A

Instituties zijn structuren voor politieke, economische en sociale interactie.
Er zijn informele regels (zoals sancties, taboes, gewoonten, tradities en gedragscodes), en formele regels (zoals grondwetten, wetten, eigendomsrechten).

→ Door instituties worden de transactiekosten verlaagd en wordt onzekerheid verminderd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is Pad afhankelijkheid?

A

De keuzes uit het verleden hebben invloed op beslissingen die in de toekomst worden gemaakt. Dit geldt ook voor institutionele ontwikkeling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Instituties veranderen op vier niveaus/levels

Schema Williamson: The New Institutional Economics

A

Het schema van Williamson gaat over sociale analyse van de maatschappij, er zijn vier levels:

  1. Sociale inbedding: (embeddedness): informele regels zoals normen, waarden en cultuur.
    Frequentie: eens in de 100 - 1000 jaar.
  2. Institutionele omgeving: geschreven regels en wetten.
    Frequentie: eens in de 10 - 100 jaar.
  3. Governance: inhoud van de instituties, structuur, markt en contracten.
    Frequentie: eens in de 1 - 10 jaar.
  4. Verdeling van bronnen: prijs, kosten, hoeveelheden en micro-economie.
    Frequentie: continu.

De levels gaan van fundamenteel naar meer oppervlakkig. Zodra een level niet is voldaan, kun je niet naar een volgend leven. Level 1 geeft restricties op de oppervlakkige levels. Level 2 voor 3 en 4 enzovoorts.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe hebben instituties invloed op transactiekosten?

A

Instituties zorgen ervoor dat transactie- en productiekosten per uitwisseling omlaag gaan.

Door verlaging van transactiekosten is de potentiële winst van handel te realiseren.

Ook interactie wordt makkelijker → transactiekosten worden lager. Instituties zorgen voor meer transparantie, wat resulteert in meer vertrouwen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Noem drie eigenschappen van instituties wat de transactiekosten verlaagd.

A

Doel om transactiekosten te verlagen:

  1. Risico’s spreiden: instituties proberen risico’s te spreiden.
  2. Informatiekosten verlagen.
  3. Mobiliteit van kapitaal verhogen → het bepalen van de transactiekosten door regels op te stellen, bijvoorbeeld over hoe je sneller iets kan verkopen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe hebben instituties invloed op economische groei? (5 punten)

A
  1. Eigendomsrechten: instituties beschermen de eigendomsrechten, dit zorgt voor stabiliteit en zekerheid.
  2. Eerlijke overheid: instituties zijn niet succesvol als de macht ongelijk verdeeld is.
  3. Politieke stabiliteit: instituties zorgen voor politieke stabiliteit, wat zorgt voor economische groei.
  4. Competitief en open markt: instituties zorgen voor een competitieve en open markt.
  5. Een wettelijk systeem waar je op kan bouwen.

Dit is het ideaalbeeld van wat instituties doen voor economische groei. Dit is ook alleen mogelijk op een onpersoonlijke markt en met handhaving van een derde partij. Deze ontwikkeling is niet automatisch en niet lineair, in sommige landen is de ontwikkeling verder dan in andere landen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn contracten?

A

Een contract is een formele afspraak tussen twee partijen, waarbij een derde partij (meestal de overheid) het contract waarborgt.
→ De derde partij is een onafhankelijke partij.

(eigendomsrecht is een vorm van een contract)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Noem drie eigenschappen van een contract:

A
  1. Betrouwbaarheid
  2. Er staat precies in beschreven van welk soort handel er sprake is.
  3. Er is zo min mogelijk ruimte voor opportunisme.

(Opportunisme = het gebruik maken van een omstandigheid voor eigen gewin ten koste van een ander.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waarom bestaan er geen complete contracten? + link instituties

A

Complete contracten zijn er niet, omdat het te complex is om alles in een contract op te nemen. Daarnaast is meer opnemen in een contract duurder → instituties zorgen er weer voor dat de kosten laag blijven.

Transactiekosten worden verlaagd door instituties (institutionalisering) → is winstgevender voor de handel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly