PGO 1 Flashcards

1
Q

Wat is een perfect elastische vraagcurve?

A

Lijn in de grafiek loopt horizontaal. (€ = < -1)

Betekent dat het een elastisch product is en dat de prijs een grote invloed heeft op de vraag (vb is een koffer, een luxe goed).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een perfect inelastisch vraagcurve?

A

Lijn in de grafiek loopt verticaal. (€ = 0)

Bij een perfect inelastische vraag reageert de vraag niet op een verandering van de prijs. Consumenten blijven ook na een prijsverhoging net zoveel kopen als voorheen (vb is roken, een ‘primair’ goed)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn 4 factoren van prijselasticiteit?

A
  1. Aard van het goed (primaire goederen- inelastisch en luxe goederen-elastisch)
  2. Beschikbaarheid van substituten (vervangbare producten bv. koffie kan je vervangen door thee = vergelijkbare substituten), (geen substitutie = inelastisch vb: benzine, dit kan je niet zomaar vervangen voor diesel)
  3. Aandeel in budget van consument (goedkope producten = inelastisch, elastiekjes, die zijn al heel goedkoop) (Dure producten zijn elastisch)
  4. Verloop van tijd (veel producten op lange termijn elastischer dan op korte termijn)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn substitutie goederen?

A

Goederen die elkaar in het gebruik kunnen vervangen. Hoe meer vervangbaar het product is, hoe elastischer het wordt.
(aansteker > lucifer)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn inferieure goederen?

A

Goederen waarvan men minder gaat kopen, naarmate het inkomen stijgt.

Bv: vakantie in eigen land, bij een hoger inkomen kiest men voor het buitenland. Bij een hoger inkomen, koopt men minder vaak aardappels (vaker uit eten, dure producten etc.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn complementaire goederen?

A

Aanvullend goed > Benzine voor een auto, suiker in je koffie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn luxegoederen?

A

Geen eerste levensbehoefte

Vb: een reiskoffer is een luxe goed, of bijvoorbeeld reizen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn essentiële of noodzakelijke goederen?

A

Goederen die mensen ondanks de prijs nodig hebben.

Vb: Sigaretten, medicijnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welk mechanisme verklaart de relatie tussen prijsstijging en de gevraagde hoeveelheid

A

Dit is Law of Demand:

Hoe hoger de P hoe lager de Q (en andersom)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waar is de gevraagde hoeveelheid (Q) afhankelijk van?

A

Dit zijn:

  • Prijs
  • Grootte populatie
  • Inkomen consumenten
  • Voorkeur van de consumenten
  • Prijzen van andere producten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is rechtelijn vraagcurve/relatief inelastisch?

A

Dit is in de grafiek een schuinlopende lijn. (€ = 0 tot -1)

Hoe hoger de prijs, hoe hoger de elasticiteit. Bij een prijs verandering gaat de consument wel minder kopen, maar de vraag reageert minder evenredig op de prijs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is eenheid-elastische/unit elastisch vraagcurve?

A

Dit is in de grafiek een vraagcurve met een evenredige verandering (€ = -1)

Wanneer de prijs stijgt met 1, dan neemt de vraag ook af met 1 (en andersom)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is prijselasticiteit?

A

De gevoeligheid van een product. De prijselasticiteit meet de reactie van de gevraagde of geleverde hoeveelheid van een goed op een verandering in de prijs ervan.

Price elasticity of demand (Formule) = % Δ Q / % Δ P
Wordt berekend als de procentuele verandering in de gevraagde of geleverde hoeveelheid, gedeeld door de procentuele verandering in de prijs.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is quantity demand?

A

Gewenste hoeveelheid van een product dat een consument wilt kopen. Is anders dan de vraagcurve!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat betekent de term Law of demand? (wet van de vraag) (belangrijk!)

A

Er bestaat een omgekeerd evenredige relatie tussen de prijs van een goed en de hoeveelheid die kopers bereid zijn te kopen. Er bestaat een relatie tussen de prijs van een goed en het bedrag dat kopers bereid zijn ervoor te betalen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat laat een vraagcurve zien?

A

Vraagcurve is de visuele weergave van de relatie tussen prijs en quantity demanded.