Persoonlijkheidstrekken en -taxonomieën Flashcards

1
Q

Twee basisformuleringen van een persoonlijkheidstrek

A
  • Persoonlijkheidstrekken als interne causale eigenschappen: geloven dat persoonlijkheidstrekken (interne behoeftes, verlangens, enz.) altijd aanwezig blijven, ook al wordt er geen bepaald gedrag vertoond.
  • Persoonlijkheidstrekken als puur beschrijvende samenvattingen: persoonlijheidstrekken gebruikt om op een samenvattende manier de algemene trend in iemand gerdag te beschrijven, zonder dat de oorzaak van iemands gedrag wordt beoordeeld.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Actiefrequentie benadering van persoonlijkheidstrekken

A

Een persoonlijkheidstrek is een beschrijvende samenvatting van de algemene trend van iemands gedrag - een trend die bestaat uit het uitvoeren van een aantal gedragingen binnen de categorie ten opzichte van andere personen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Sleutelelementen van de actiefrequentie benadering

A
  • Actienominatie: procedure ontworpen om duidelijk te krijgen welke handelingen tot welke categorieen van persoonlijkheidstrekken behoren.
  • Prototypische beoordeling: identificeren welke handelingen het meest prototypisch zijn voor elke persoonlijheidscategorie.
  • Vastleggen van actie-uitvoering: vastleggen van het werkelijk handelen van individuen in hun dagelijks leven, waarbij er vaak gebruik wordt gemaakt van self-report data of rapportages van goede vrienden of partners over het uitvoeren van handelingen (actie-uitvoering).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Evaluatie actiefrequentie formulering

A

Ondanks enkele beperkingen, bijv. nuttig voor het beschrijven van gedragsfenomenen waar de meeste persoonlijkheidstrekken toe leiden - de belangrijkste manier waarop we persoonlijkheidstrekken te weten komen, is tenslotte door hun expressies in het feitelijke gedrag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Identificatie van meest belangrijke persoonlijkheidstrekken

A
  • Lexicale benadering: alle persoonlijkheidstrekken die genoteerd staan in het woordenboek vormen de basis voor de natuurlijke manier om verschillen tussen mensen te beschrijven. (lexicale hypothese)
    1e criterium voor identificeren belangrijke kenmerken is synoniemfrequentie: hoe meer synoniemen een woord des te belangrijker dat woord is voor het beschrijven van persoonlijkheid.
    2e criterium is crossculturele universaliteit: in hoe meer landen een woord overeenkomt des te belangrijker dat woord in het beschrijven van individuele menselijke verschillen.
  • Statistische benadering: gebruik gemaakt van factoranalyse of andere statistische procedures om grote persoonlijkheidstrekken te identificeren. Met behulp factoranalyse identificeert men groepen items die met elkaar samenhangen, maar niet samenhangen met andere groepen items. Belangrijk om de belangrijkste persoonlijkheidstrekken in het onderzoek mee te nemen. Wordt ook gedaan door te kijken naar de factorlading, weergeeft de mate waarin het item correleert met de onderliggende factor.
  • Theoretische benadering: rekenen onderzoekers op reeds bestaande theorieën om belangrijke persoonlijkheidstrekken te beschrijven, in tegenstelling tot de statistische benadering, die als niet-theoretisch beschreven kan worden in de zin dat er geen bewijs is van tevoren welke variabelen belangrijk zijn. Bijvoorbeeld de socioseksuele oriëntatie (Jeff Simpson en Steve Gangestad): gesteld dat er twee strategieën zijn een waarin mensen voor een monogame relatie kiezen waarin men in kinderen investeert en een waarin mensen veel van partner wisselen en niet investeren in kinderen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Beoordelen van de benaderingen voor het indentificeren van belangrijke persoonlijkheidstrekken

A

Geen enkele benadering perfect. In praktijk vaak combinaties gebruikt. Lexicale benadering kan worden gebruikt om persoonlijkheidstermen te selecteren en factoranalyse biedt vervolgens een krachtige statistische benadering om structuur te geven en deze persoonlijkheidstermen te ordenen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Taxonomieen van persoonlijkheid

A

Taxonomie defineert objectklassen en de onderlinge relaties in hiërarchisch opgebouwd systeem.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Eysencks hiërarchische persoonlijkheidsmodel

A

Persoonlijkheidsmodel ontwikkeld gebaseerd op persoonlijkheidstrekken waarvan hij dacht dat ze in hoge mate erfelijk zijn en een waarschijnlijke psychofysiosociale basis hebben. Volgende drie hoofdtrekken voldoen volgens hem aan deze criteria: Extraversie-Introversie (E), Neuroticisme-Emotionele stabiliteit (N), Psychotisme (P).

Het hiërarchische model bestaat uit vier lagen: de algemene persoonlijkheidstrek (super trait) staat bovenaan, tweede niveau staan specifiekere persoonsoonlijkheidstrekken (narrower traite), bestaan uit gebruikelijke handelingen (habitual acts), helemaal onderaan staan specifieke handelingen (specific acts).

1e: extravert
2e: gezellig
3e: gewoonte om naar feestjes te gaan
4e: ik danste uitbundig op een feest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Zestien persoonlijkheidsfactoren van Cattell

A

Onderscheidde 16 persoonlijkheidsfactoren en gaf deze aan met letters. Kritiek op resultaten van zijn onderzoek, omdat niet goed te reproduceren. Argument volgens velen: belangrijkste manier waarop mensen van elkaar verschillen ook met minder factoren beschreven worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Circumplexe taxonomieën van persoonlijkheid (Jerry Wiggins)

A

Onderzoek begon vanuit lexicale benadering. Richt zich vooral op interpersoonlijke persoonlijkheidstrekken: wat mensen met en tegen elkaar doen. Verdeeld in een cirkel volgens twee sleuteldimensies: status (dominantie) en liefde (verdraagzaamheid). Drie soorten relaties gespecificeerd binnen het model:

  • Aangrenzendheid: hoe dicht persoonlijkheidstrekken bij elkaar liggen in het model
  • Bipolariteit: persoonlijkheidtrekken liggen dan tegenovergesteld aan elkaar in de cirkel en zijn negatief gecorreleerd aan elkaar
  • Loodrechtheid (orthogonality): persoonlijkheidstrekken die in een hoek van 90 graden van elkaar verwijderd zijn, niet aan elkaar gecorreleerd.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Vijffactoren model (Big Five)

A
  • Extraversie
  • Verdraagzaamheid
  • Concientieusheid
  • Emotionele stabiliteit
  • Openheid voor ervaringen

Kritiek omdat het niet te begrijpen is en onderliggende psychologische processen niet geheel kan verklaren.

Zesde factor
- Integriteit (samen met deze HEXACO model gaan vormen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly