Personen- en familierecht (6.4) Flashcards
Noem 3 manieren waarin vervangende toestemming kan worden verleend
Vervangende toestemming gaat via de rechter (art. 1:204 BW) en kan door:
- Verwekker van het kind
- Biologische vader die niet de vader verwekker van het kind is (IVF met donorsperma) (art. 1:204 lid 3 BW)
- Instemmende levensgezellen (zowel mannelijk als vrouwelijk) (art. 1:204 lid 4 BW)
Noem 2 maatstaven waarmee vervangende toestemming wordt beoordeeld
Beoordeling vervangende toestemming:
- Bij biologische vader (kan de verwekker zélf zijn óf de spermadonor mét ‘family life’) mits de belangen van de moeder niet worden geschaad (en zo misschien ontwikkeling van kind in gevaar brengt) (art. 1:204 lid 3 BW)
- Bij instemmende levensgezellen mits dit in het belang van het kind gebeurt (art. 1:204 lid 4 BW)
Noem in welke 3 gevallen de erkenning kan worden vernietigd
Vernietiging van de erkenning gaat middels art. 1:205 BW + art. 1:206 BW en kan geschieden door:
- Het kind
- De erkenner indien erkend door dwang/bedrog/misbruik van omstandigheden
- Moeder indien erkend door dwang/bedrog/misbruik van omstandigheden
Let op: termijnen voor het indienen van een verzoek tot vernietiging liggen vastgelegd in art. 1:205 lid 3 en 4 BW + art. 1:205a lid 1 en 2 BW
Geef 2 redenen wanneer men naar de rechter kan stappen met een verzoek tot gerechtelijke vaststelling van het ouderschap
Gerechtelijke vaststelling (art. 1:207 lid 1 BW) gaat via de rechter. Redenen kunnen zijn:
- Man is de verwekker van het kind, eventueel aangetoond met DNA-onderzoek
- Instemming van een mannelijke/vrouwelijke levensgezel
Geef 3 mensen die een verzoek tot gerechtelijke vaststelling van het ouderschap kunnen indienen
Mensen die gerechtelijke vaststelling van het ouderschap kunnen indienen:
- Moeder van het kind (behalve als het kind > 16 jaar is)
- Kind zelf
- Eventueel bijzondere curator
Geef 2 mensen die geen verzoek tot gerechtelijke vaststelling van het ouderschap kunnen indien
Mensen die geen gerechtelijke vaststelling van het ouderschap kunnen indienen:
- Verwekker van het kind
- Instemmende levensgezel
Geef 4 gevallen waardoor gerechtelijke vaststelling van het vaderschap niet kan plaatsvinden
Gevallen waardoor gerechtelijke vaststelling van het vaderschap niet kan plaatsvinden:
- Kind heeft al twee juridische ouders
- Aanwezigheid huwelijksbeletsel (art. 1:41 BW)
- Verwekker is jonger dan 16 jaar, tenzij hij vóór zijn 16e is overleden (art. 1:207 lid 2 BW)
- Indien de biologische vader niet de verwekker is (dus de spermadonor die niet aanwezig was bij bevruchting)
Geef 3 regels met betrekking tot de termijnen van het verzoek tot gerechtelijke vaststelling van het ouderschap
Regels termijnen verzoek tot gerechtelijke vaststelling:
- Voor kind geldt geen termijn
- Voor moeder geldt binnen 6 jaar na geboorte
- Voor moeder geldt binnen 5 jaar nadat identiteit of verblijfplaats van de verwekker bekend is geworden
Gerechtelijke vaststelling van het ouderschap heeft een terugwerkende kracht tot het moment van de geboorte van het kind. Leg uit wat dat inhoudt
Gerechtelijke vaststelling van het ouderschap heeft een terugwerkende kracht tot het moment van de geboorte van het kind. Dat wilt zeggen dat wanneer een rechter het ouderschap vaststelt, de juridische relatie tussen het kind en de ouder wordt beschouwd als een relatie waarbij het ouderschap altijd al vanaf de geboorte van het kind heeft bestaan (art. 1:2 BW)