Goederenrecht II (8.2) Flashcards
Wat wordt verstaan onder erfdienstbaarheid?
Erfdienstbaarheid is het recht om een stuk grond (perceel) te gebruiken waarvan je niet de eigenaar bent
Noem 4 mogelijke juridische opties om erfdienstbaarheid te bewerkstelligen
Juridische manieren om erfdienstbaarheid te bewerkstelligen:
- Sluiten van obligatoire overeenkomst tussen A en B
- Vestigen van erfdienstbaarheid (art. 5:70 BW)
- Bedingen (krijgen door onderhandeling) van kwalitatieve verplichting
- Vastleggen van een kettingbeding
Leg uit waar het sluiten van een obligatoire overeenkomst op ziet bij erfdienstbaarheid
Het sluiten van een obligatoire overeenkomst ziet erop dat B over het erf van A mag gaan om zo sneller bij het dorp te komen. Echter A zijn erf verkoopt mag B niet meer over het erf van A
Leg uit waar het vestigen van de erfdienstbaarheid (art. 5:70 BW) op ziet
Bij het vestigen van de erfdienstbaarheid (art. 5:70 BW) moet het dienende erf (van A) iets toestaan, omdat het nuttig is voor het heersende erf (van B)
Leg uit waar het bedingen (=krijgen door onderhandeling) van kwalitatieve verplichting op ziet
Bij het bedingen van een kwalitatieve verplichting wordt er een verplichting verbonden aan het goed en die met het goed meegaat (zie art. 6:252 BW voor de vereisten)
Leg uit waar het vastleggen van een kettingbeding op ziet
Bij het vastleggen van een kettingbeding is het continu opleggen van een obligatoire verplichting aan de nieuwe eigenaar, waarbij de nieuwe eigenaar weer verplicht is om de obligatoire verplichting op te leggen aan de navolgende eigenaar
Noem een nadeel van het vastleggen van een kettingbeding
Het vastleggen van een kettingbeding is verbintenisrechtelijk. Hierdoor kan, als een partij besluit om de verplichting niet door te geven, de kettingbeding makkelijk kan worden verbroken
Noem een voordeel van het vastleggen van een kettingbeding
Bij het vastleggen van een kettingbeding kan ook een verplichting tot ‘doen’ worden vastgelegd (voorbeeld: het onderhouden van een zwembad)
Waar staat erfpacht in het Wetboek?
Erfpacht staat in art. 5:85 lid 1 BW
heeft de erfpachter hetzelfde genot van een zaak als een eigenaar?
Ja, een erfpachter heeft hetzelfde genot van een zaak als een eigenaar, zover niet in de akte van vestiging anders is bepaald (art. 5:89 lid 1 BW)