Goederenrecht I (7.2) Flashcards
Leg uit waarom het verschil tussen een onroerende zaak en een roerende zaak bij het verbintenissenrecht belangrijk is
Verschil bij verbintenissenrecht is belangrijk vanwege de aansprakelijkheid van de bezitter van een (on)roerende zaak met de beantwoording van de vraag of iets onroerend is
Leg uit waarom het verschil tussen een onroerende zaak en een roerende zaak bij het goederenrecht belangrijk is
Verschil bij goederenrecht is belangrijk omdat bij onroerende zaken andere eisen gelden voor een rechtsgeldige overdracht van het goed dan bij roerende zaken
Wat stelt art. 3:4 lid 1 BW?
Art. 3:4 lid 1 BW stelt dat iets een bestanddeel kan zijn van een zaak op grond van een hechte ideële band, waarbij de verkeersopvatting doorslaggevend is
Leg uit hoe je kan toetsen of iets een bestanddeel kan zijn van een zaak op grond van een hechte ideële band
Of er sprake is van een bestanddeel op grond van een hechte ideële band wordt getoetst aan de hand van de incompleetheid: is de zaak incompleet zonder het onderdeel? Als het antwoord ja is, dan is het onderdeel een bestanddeel van die zaak
Wat stelt art. 3:4 lid 2 BW?
Art. 3:4 lid 2 BW stelt dat iets een bestanddeel kan zijn van een zaak op grond van een hechte materiële band
Leg uit hoe je kan toetsen of iets een bestanddeel kan zijn van een zaak op grond van een hechte materiële band
Of er sprake is van een bestanddeel op grond van een hechte materiële band wordt getoetst aan de hand van de afscheiding: kan de afscheiding van het bestanddeel plaatsvinden zonder substantiële schade toe te brengen aan de zaak of het bestanddeel? Als het antwoord nee is, dan is het onderdeel een bestanddeel van die zaak