PART THREE Flashcards
Felix gaat elke dag zwemmen. Soms gaat hij ook…
Voetballen
Felix goes swimming every day. Sometimes he goes…
Fico woont ver van zijn werk. Hij moet elke dag…
met auto
Fico lives far from his work. Every day he has to…
Filip maakt de badkamer schoon. Hij vindt dat…
Leuk
Filip cleans the bathroom. He thinks that…
Filiz koopt een nieuwe jas. Ze koopt ook…
Een broek (pants) Filiz buys a new coat. She also buys...
Finn kijkt nu televisie. Hij gaat straks…
Naar bed
Finn is now watching television. He will soon…
Franco gaat verhuizen. Zijn nieuwe huis heeft een..
Tuin (garden)
Franco is moving. His new home has a..
Frank leest de krant. Hij leest over..
voetbal
Frank reads from the newspaper. he reads about it.
Fred gaat naar school. Hij heeft les tot..
Zes uur
Fred goes to school. He has lessons until…
Gabriel maakt een opdracht. Hij doet dat…
Goed
Gabriel makes an assignment. He does that…
Gary leest zijn dochter voor. Lezen is…
leuk
Gary reads to his daughter. Reading is…
Gary woont bij het strand. Hij wil het liefst…
Zwemmen
Gary lives by the beach. He prefers…
Gina kijkt vaak televisie. Ze houdt van programma’s over…
Natuur
Gina often watches television. She likes programs about…
Grace houdt niet van groente. Ze vindt dat…
Niet lekker
Grace doesn’t like vegetables. She thinks that…
Halil rijdt in een vrachtwagen. Hij vindt dat…
Leuk
Halil drives a truck. He thinks that…
Han heeft zijn diploma gehaald. Hij gaat nu…
Bier drinken
Han graduated. He’s now going…
Hannah eet graag vis. Ze haalt die vis…
Op de markt
Hannah likes to eat fish. She’s getting that fish…
Hannah leert Nederlands. Ze leert ook…
Engels
Hannah is learning Dutch. She also learns…
Hannah maakt haar huis schoon. Ze doet dat..
Elke dag
Hannah cleans her house. She does that..
Harold is niet alleen. Hij heeft…
Harold is not alone. He has…
Harry is gevallen. Hij heeft…
Pijn
Harry has fallen. He has…