PART SIX Flashcards
Madee heeft een auto. Ze gaat met de auto naar…
Werk
Madee has a car. She goes by car to…
Mae heeft een nieuwe auto. Ze kan nu…
Rijden
Mae has a new car. She can now…
Mag ik jouw brommer lenen? Mijn brommer is…
Kapot
Can I borrow your moped? My moped is…
Mai kijkt niet naar het nieuws. Ze vindt het nieuws…
Niet leuk
Mai doesn’t watch the news. She likes the news…
Maja maakt soep. De soep is…
lekker
Maya makes soup. The soup is…
Malik gaat vandaag niet sporten. Hij heeft geen…
tijd (time)
Malik is not going to exercise today. He does not have…
Malik heeft een nieuwe bank gekocht. De oude bank was…
Kapot (broken)
Malik bought a new sofa. The old couch was…
Mandy eet vaak chips als ze een film kijkt. Ze eet soms ook…
Softijs
Mandy often eats chips when she watches a movie. She sometimes eats…
Manuel is buschauffeur. Hij rijdt…
goed
Manuel is a bus driver. He drives…
Marco heeft zin in koffie. Hij wil ook..
melk
Marco feels like coffee. He also wants…
Marco is ziek. Hij belt…
de dokter
Mark is sick. He is calling…
Maria heeft griep. Ze moet…
naar dokter
Mary has the flu. She must…
Maria kan goed koken. Ze kookt meestal…
riijst
Maria is a good cook. She usually cooks…
Maria leest een boek. Ze vindt het…
mooi
Mary is reading a book. She likes it…
Maria leest op zondag de krant. Ze leest soms…
een boek
Maria reads the newspaper on Sundays. She sometimes reads…
Mariam praat met de leraar. Mariam praat ook met haar…
moeder
Mariam talks to the teacher. Mariam also talks to her…
Martin eet elke ochtend een ei. Zijn vrouw eet meestal…
brood
Martin eats an egg every morning. His wife usually eats…
Martin stelt een vraag aan de docent. De vraag gaat over…
het boek
Martin asks the teacher a question. The question is about…
Maryam kookt voor Dina. Maryam maakt…
rijst
Maryam cooks for Dina. Maryam makes…
Masha kan vandaag zitten in de bus. Soms moet ze…
staan (stand, estar de pie)
Masha can sit on the bus today. Sometimes she has to…