PART EIGHT Flashcards
Rima en haar dochter zijn in de keuken. Haar dochter wil…
Helpen
Rima and her daughter are in the kitchen. Her daughter wants…
Robin loopt snel naar school. Hij is…
laat
Robin quickly runs to school. He is…
Romeo werkt op een school. Hij geeft les aan…
kinderen
Romeo works at a school. He teaches…
Roy wil zijn vriend spreken. Hij gaat…
bellen (to call)
Roy wants to speak to his friend. He goes…
Ryan heeft weinig geld. Hij werkt…
niet veel
Ryan has little money. He works…
Ryan wil een film zien. Hij gaat naar…
bioscoop
Ryan wants to see a movie. He goes to…
Sabir heeft een nieuwe baan. Hij werkt bij…
apple
Sabir has a new job. He works at…
Saïd heeft vakantie. Hij gaat…
naar thailand
Said is on vacation. He goes…
Saïd is te laat op zijn werk. Zijn baas is…
boss
Said is late for work. His boss is…
Salih is bakker. Hij werkt meestal…
in de nacht
Salih is a baker. He usually works…
Salim snijdt de uien. Zijn vrouw gaat…
naar buiten
Salim cuts the onions. His wife goes…
Sam loopt het lokaal uit. Hij gaat…
naar buiten
Sam walks out of the room. He goes…
Samir is te laat voor de trein. Hij moet nu…
snel lopen ( walk fast) Samir is late for the train. He must now...
Samira heeft een gesprek met haar baas. Ze praten over…
vakantie
Samira has a conversation with her boss. They talk about…
Samira gaat naar haar ouders. Ze gaan samen…
naar amsterdam
Samira goes to her parents. They go together…
Samira heeft pijn aan haar rug. Ze kan niet goed…
lopen
Samira has pain in her back. She is not good…
Samuel heeft vandaag les. Hij gaat morgen…
werken Samuel has class today. He's going tomorrow...
Samuel praat met zijn baas. Hij vraagt…
extra vakantie
Samuel talks to his boss. He asks…
Samuel vindt de pauze leuk. Hij gaat dan…
koffie drinken
Samuel likes the break. He then goes…
Sandra moet vandaag veel doen. Ze moet…
werken
Sandra has a lot to do today. She must…
Sanne kan niet goed koken. Het eten is…
niet lekker
Sanne can’t cook well. The food is…
Sara praat met haar buurvrouw. Ze praten over…
kinderen
Sara talks to her neighbor. They talk about…
Sarah is nooit ziek. Zij voelt zich altijd…
goed
Sarah is never sick. She always feels…
Sari zoekt een cursusboek. Ze gaat naar…
boekwinkel
Sari is looking for a course book. She’s going to…
Sasha eet niet altijd thuis. Ze gaat vaak naar…
ouders
Sasha does not always eat at home. She often goes to…
Sasha gaat naar de bioscoop. Ze kijkt…
naar film
Sasha goes to the cinema. She watches…
Sasha heeft een hond. Ze heeft ook…
een kat
Sasha has a dog. She also has…
Savita gaat solliciteren. Ze wil…
werken
Savita is going to apply. She wants…
Scott doet een opleiding. Hij vindt leren…
prima
Scott is training. He likes learning…
Selim kan zijn broer niet bellen. Hij stuurt zijn broer een…
Selim cannot call his brother. He sends his brother a…
Shaila draagt een rugzak naar school. In de rugzak zit..
een boek
Shaila carries a backpack to school. Inside the backpack is..
Shanna heeft haar diploma. Ze is…
blij
Shanna has her degree. She’s…
Shing heeft zijn arm gebroken. Hij mag niet…
autorijden
Shing broke his arm. He is not allowed…
Shun wil niet eten. Hij wil liever…
drinken
Shun doesn’t want to eat. He would rather…
Siham volgt een cursus. Ze leert…
engels
Siham is taking a course. She learns…
Simon bouwt een huis. Het huis wordt..
mooi
Simon builds a house. The house is..
Simon wil leraar worden. Hij moet veel..
leren
Simon wants to be a teacher. He needs a lot..
Simone leest graag een krant. Ze koopt hem..
elke dag
Simone likes to read a newspaper. She buys it..
Sita geeft taart aan haar opa. Hij vindt dat…
lekker
Sita gives cake to her grandfather. He thinks that…
Sjaak werkt in een fabriek. Daar werkt hij…
elke dag
Sjaak works in a factory. He works there…
Sonia zit in de bus. Ze gaat naar…
school
Sonia is on the bus. She’s going to…
Sonya houdt van muziek. Ze luistert…
naar radio
Sonya loves music. She listens…
Sophia houdt van rijst. Ze kookt dat…
elke dag
Sophia likes rice. She cooks that…
Sophie is vaak in het bos. Ze kijkt graag naar…
bomen (trees)
Sophie is often in the woods. She likes to watch…
Sou eet graag maïs. Ze eet maïs meestal met…
kip
Sou likes to eat corn. She usually eats corn with…
Souad koopt bananen op de markt. Ze koopt ook…
ananas
Souad buys bananas at the market. She also buys…
Stanley wil een groter huis. Hij wil ook…
een auto
Stanley wants a bigger house. He also wants…
Stefan belt met zijn zus. Zijn zus is
niet blij
Stefan calls his sister. His sister is.
Stefana vindt wandelen leuk. Ze doet dat…
elke dag
Stefana likes walking. She does that…
Stephan moet sporten van de dokter. Hij gaat…
fietsen
Stephan has to exercise from the doctor. He goes…