Paragraaf 6.3 Flashcards

1
Q

Wat wordt er weergegeven in de economische kringloop?

A

De in en uitstroom van geld (in verschillende bestedingen en hoeveelheden) van en naar verscheidene instanties zoals “het buitenland”, gezinnen en de overheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar stroomt het inkomen (Y) van gezinnen heen en hoe komt dat tot uiting in een formule?

A

Het inkomen (Y) van gezinnen, is uitgaand het betalen van belasting (B), consumeren (c) en sparen (S). Dus Y=C+B+S

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de drie methoden om het bruto binnenlands product (bbp) te bepalen?

A
  1. Y=C+I+O+E-M 2. Het optellen van alle toegevoegde waarde van alle bedrijven in nederland. 3. Alle primaire inkomens optellen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe wordt het bbp bepaald met de bestedingsmethode?

A

Optellen van de bestedingen van gezinnen, bedrijven, de overheid en het buitenland bij binnenlandse bedrijven. (Y = C + I + O + E - M)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe wordt het particuliere spaarsaldo berekend?

A

(S - I) S: pariculiere besparingen van gezinnen. I: particuliere investeringen van bedrijven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het overheidssaldo en hoe wordt dit berekend?

A

Het overheidssaldo is een van de drie belangrijke saldi in de macro-economische kringloop. Het wordt berekend door belastingen - overheidsbestedingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Binnen de kringloop, wat is het evenwicht op de goederenmarkt en hoe wordt dit bereikt?

A

Het evenwicht is dat de bestedingen van de één het inkomen van de ander zijn. Dat kan door EV = W (effectieve vraag=bedrijven), Y=W (inkomen=bedrijven), Y = C + I + O + E - M

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe wordt evenwicht op de vermogensmarkt bereikt?

A

S = I +(O-B) + (E-M). Oftewel; het spaarbedrag van gezinnen (S) gaat naar: (1) Investeringen (I) - (2) De overheid als die een tekort heeft (O-B) - (3) Het buitenland (E-M) als die tekort komen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het saldo op de lopende rekening en hoe wordt dit bepaald?

A

Het saldo op de lopende rekening (E-M) is het verschil tussen ontvangsten uit export (E) van goederen en diensten en de uitgaven aan import (I) van goederen en diensten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de twee gelijkheden in de economische kringloop?

A

Y = C + B + S
Y = C + I + O + E - M

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly