Paragraaf 2.3 Flashcards

1
Q

Hoe kan de overheid de primaire inkomensverdeling nivelleren buiten het belastingstelsel om?

A

De overheid kan de primaire inkomensverdelingen nivelleren door bijvoorbeeld het minimum loon omhoog te brengen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe beïnvloedt de vermogensverdeling in een land de algemene economische stabiliteit en sociale cohesie?

A

Als er in een land een groot verschil is tussen arm en rijk zal er weinig sociale cohesie zijn. Omdat het verschil tussen mensen groot is en ze niet een bepaalde verbinding voelen. Ook de economische stabiliteit zal door onder leiden omdat mensen met veel geld teveel macht krijgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Leg uit wat het verschil is tussen categoriale en personele inkomensverdeling.

A

Categoriale inkomensverdeling is het bbp over de primaire inkomens en bij de personele inkomensverdeling is het over de verdeling van de primaire inkomens over personen of huishoudens.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe verandert het primaire inkomen in secundair inkomen na overheidsingrijpen, en welke rol spelen belastingen en sociale uitkeringen hierin?

A

Meestal wordt het secundaire inkomen gelijker verdeeld dan het primaire inkomen. Belastingen zorgen dat de rijken vaak in verhouding (procentueel) meer betalen dan de armen. De sociale uitkeringen zorgen ervoor dat mensen zonder primair inkomen, wel een secundair inkomen hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn positieve en negatieve gevolgen van grote inkomensverschillen tussen personen of huishoudens.

A

“Positief: het stimuleert om harder te werken. Negatief: - Grote ongelijkheid leidt tot spanning tussen (en bij) mensen
- Stress leidt tot te veel en slecht eten, concentratiestoornissen, drugsgebruik en
agressie”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Bespreek hoe ongelijkheid in inkomen kan leiden tot meer ongelijkheid in vermogen en vice versa.

A

(1) Wanneer je minder inkomen hebt, kun je minder sparen. Iemand die veel inkomen heeft, kan meer sparen. Het verschil in vermogen groeit. (2) Wanneer je meer vermogen hebt, kun je ook meer rente & huurinkomsten vergaren. Een groter vermogen leidt dus ook tot een groter verschil in inkomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Kun je een situatie bedenken waarbij een toename in inkomen niet leidt tot een toename in vermogen? Wat zijn de mogelijke redenen hiervoor

A

(1) Wanneer de prijzen net zo hard stijgen en je koopkracht gelijk blijft, zal je niet meer kunnen sparen. (2) wanneer je kosten voor levensonderhoud toenemen, bijvoorbeeld doordat je kinderen krijgt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe kan de Lorenzcurve gebruikt worden om inkomensongelijkheid in een land te analyseren?

A

Op de Lorenzcurve kun je aflezen hoe het inkomen verdeeld is. Hoe ronder de curve, hoe ongelijker de verdeling. Hoe dichterbij de diagonale lijn (bij die lijn verdient iedereen evenveel) hoe gelijker het is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly