Paragraaf 6.1 Flashcards

1
Q

Wat zijn de twee (belangrijkste) manieren waarop de overheid de economie beïnvloedt?

A

(1) Belasting en (2) uitkeringen verhogen/verlagen, afhankelijk van de situatie (conjunctuur). Een derde kan zijn (3) directe bestedingen van de overheid, zoals investeringen in nieuwe wegen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarover verschillen klassieken en keynsesianen van mening betreffende de rol van de overheid?

A

Keynsesianen vinden dat de overheid een cruciale rol moet spelen in het sturen van conjunctuurbewegingen. Klassieken zeggen dat de overheid dat niet kan op korte termijn en moet focussen op de structuur (= productiecapaciteit) van het land.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het verschil tussen individuele, collectieve en quasi-collectieve goederen?

A

Individuele goederen zijn goederen waarbij het wel mogelijk is om mensen die niet betalen uit te sluiten van het gebruik van het goed. Consumptie door de een gaat ten koste van de consumptie door een ander. Collectieve goederen zijn goederen waarbij het niet mogelijk is om mensen die niet betalen uit te sluiten van het gebruik van het goed. Consumptie door de een gaat niet ten koste van de consumptie door een ander. Quasi collectieve goederen zijn individuele goederen die door de overheid geproduceerd en geleverd worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Geef een voorbeeld van elk type goed: individueel, collectief, quasi-collectief.

A

individueel: appel bij de supermarkt. collectieve goed is dijken en rechtspraak. quasi-collectieve goed is onderwijs en snelwegen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat houdt de overheidsbegroting in?

A

De overheidsbegroting is een overzicht van alle ontvangsten en uitgaven van de overheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de belangrijkste belastingontvangsten van de Nederlandse overheid?

A

inkomensbelasting (box 1 en box 3), vennootschapsbelasting (winstbelasting), btw en accijns

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het verschil tussen overdrachtsuitgaven en overheidsbestedingen?

A

Overheids uitgaven zijn de uitgaven van de overheid en de overheids besteding zijn inclusief de overheids investeringen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat houdt anticyclisch begrotingsbeleid in?

A

Een actieve rol voor de overheid. De overheid moet de conjunctuurbewegingen afzwakken door de effectieve vraag te stimuleren of juist af te remmen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe wordt anticyclisch begrotingsbeleid toegepast tijdens een laagconjunctuur?

A

Anticyclisch begrotingsbeleid tijdens een laag conjunctuur betekent dat ze de effectieve vraag willen stimuleren, dit wordt gedaan door de belasting te verlagen (consumptie neemt dan toe). Of door de overheidsbesteding te verhogen (bijv door uitkeringen te verhogen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is een recessie en hoe wordt het technisch gedefinieerd?

A

De technische definitie van een recessie is minimaal een half jaar negatieve groei van het het bbp. We spreken van een depressie als er sprake is van een recessie en deflatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn conjunctuurindicatoren en geef voorbeelden van elk type.

A

Vetrouwensindicatoren = consumenten- producenten vertrouwen. Economische indicatoren = bbp, export, investeringen en consumptie. Arbeidsindicatoren = werkloosheid en werk gelegenheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waarom is het lastig voor de overheid om een goed anticyclisch begrotingsbeleid te voeren?

A

Er zijn 3 redenen waarom het lastig is voor de overheid om uit te voeren: 1. Het kost veel tijd (duurt lang), 2. Als er sprake is van een open economie is het afhankelijk van export & import en 3. Het word algemeen niet graag gebruikt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de impact van een open economie op anticyclisch begrotingsbeleid?

A

Bij een open economie hangt een land heel erg af van de import/export van andere landen, waar de overheid geen invloed op heeft. Hierdoor heeft de overheid minder invloed op de bestedingen en is het moeilijker om de conjunctuur te beïnvloeden met anticyclisch begrotingsbeleid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke 3 automatische conjunctuurstabilisatoren zijn er?

A

(1) werkloosheidsuitkeringen, (2) progressief belastingstelsel (3) Constante overheidsuitgaven (bijv ambtenarensalarissen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe werken automatische conjunctuurstabilisatoren in een laagconjunctuur?

A

In een laag conjunctuur verliezen mensen hun baan en inkomen wegvalt. (1) Dit word opgevangen door werkloosheiduitkeringen, die automatisch 70% van het laatst verdiende loon. (2) Door het progressieve belastingstelsel wordt bij een terugval in het inkomen, automatisch een minder hoog percentage belasting in rekening gebracht, waardoor het besteedbaar inkomen hoger is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn de drie functies van geld?

A

Geld is een ruilmiddel, een rekenmiddel en een spaarmiddel.

17
Q

Wat is de rol van werkloosheidsuitkeringen als automatische conjunctuurstabilisator?

A

In een laag conjuctuur word er minder geconsumeerd dus hoeft er minder geproduceerd te worden, dit zorgt ervoor dat er minder werknemers nodig zijn en dus worden er mensen ontslagen, mensen zien het risico dat ze kunnen ontslagen worden en gaan minder consumeren, dit effect versterkt het lage conjuctuur, door werkeloosheidsuitkeringen zorg je ervoor dat mensen blijven consumeren in een laag conjuctuur en hierdoor verzwak je het lage conjuctuur. Daarnaast, als ze dan toch ontslagen worden, blijft hun consumptie op peil omdat de werkloosheidsuitkering hun inkomen vervangt.

18
Q

Waarom zijn automatische conjunctuurstabilisatoren belangrijk?

A

Automatische conjunctuurstabilisatoren zorgen dat de conjunctuur automatisch afgezwakt wordt. Dat is belangrijk omdat de overheid anders elke keer opnieuw beleid moet maken en dat is vaak te traag. Een voorbeeld van automatische conjunctuurstabilisatoren zijn het progressieve belastingstelsel en uitkeringen.

19
Q

Wat zijn de gevolgen van anticyclisch begrotingsbeleid voor de overheidsbegroting?

A

Het vermindert conjunctuur golven. Dit leidt ertoe dat de werkloosheid tijdens recessies minder sterk oploopt en de inflatie tijdens hoogconjunctuur minder snel stijgt. In een laagconjunctuur gaat de overheid vaak juist uitgeven en hebben ze een negatief saldo, in een hoogconjunctuur zullen ze de belasting verhogen uitgaven verlagen waardoor er een begrotingsoverschot komt.

20
Q

Hoe kan anticyclisch begrotingsbeleid worden toegepast tijdens een hoogconjunctuur?

A

In een hoogconjunctuur is er sprake van overbesteding. Antiycyclisch begrotingsbeleid is erop gericht om de conjunctuurgolf af te zwakken. In dit geval moet de overheid met haar begrotingsbeleid ervoor zorgen dat de bestedingen omlaag gaan. Dat kan door belastingen te verhogen, uitkeringen te verlagen en overheidsinvesteringen uit te stellen.

21
Q

Wat is het verschil tussen hoogconjunctuur en laagconjunctuur?

A

In een hoogconjunctuur is er sprake van overbesteding (EV > productiecapaciteit). In een laagconjunctuur is er sprake van onderbesteding (EV < productiecapaciteit)