Paragraaf 3.3 Flashcards

1
Q

Wat waren de Romeinen van de Griekse cultuur

A

Onder de indruk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een typisch Romeins kledingstuk

A

Een toga

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een toga

A

Een wit gewaad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waar ontspanden de Romeinen

A

In badhuizen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waar waren de Romeinen het beste in (onovertroffen)?

A

Hun wegen, forten, waterleidingen, centrale verwarmingssystemen en riolen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Noem 2 kenmerken van de Romeinse cultuur?

A
  1. Ze namen veel over van de Grieken zoals goden.
  2. Het hebben van badhuizen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe verspreidde de Grieks /Romeinse cultuur zich?

A

Doordat de landen en gebieden veroverd werden gingen ze daar forten opslaan en mensen die daar overwonnen waren waren welkom in hun gebied en werden goed behandeld en werden zo dus ook Romeinen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat waren de gevolgen van de verspreiding van de Grieks/Romeinse cultuur?

A

Dat iedereen het ging overnemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat kenmerkt het geleidelijk proces van het uiteenvallen van het West-Romeinse rijk?

A

Te klein leger
Te hoge belasting
Te lange dienst voor soldaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waar diende de Romeinse badhuizen voor?

A
  • ontspanning
  • en gesprekken /sociale omgang
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly