Kwartaal 3 Hoofdstuk 3 Paragraaf 1 Flashcards

1
Q

Waar en wanneer onstond Rome

A

In de 8ste eeuw v.c aan de oevers van de Italiaanse rivier tiber

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waardoor groeide de bevolking snel

A

Door de gunstige ligging vlak bij zee

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat werd Rome

A

Een grote en machtige stad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe lang bestuurde een koning het land

A

Bijna 250 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een republiek

A

Is een land waar in het staatshoofd op een bepaalde manier gekozen word maar niet door erfopvolging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat vormde de senaat

A

Een kleine groep rijke families

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn consuls

A

2 mensen die door de bevolking gekozen worden en elk jaar wisselden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat betekent veto

A

Ik verbied

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Vanaf wanneer begon de Romeinse republiek gebieden te veroveren

A

Vanaf de 4de eeuw v.c

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

In hoeveel fasen gebeurde de verovering van steeds nieuwe gebieden

A

3 fasen
1. 4e en 3e eeuw v.c. veroveren Romeinen Italië
2. 2e eeuw v.c. veroverden ze gebieden rond middellandse zee
3. 2e-1e eeuw v.c. veroveren ze noord-Afrika en het midden oosten, Frankrijk, België en Engeland

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is een imperium

A

Een groot rijk waarin verschillende volken onder een bestuur zijn gebracht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe werden soldaten beloond

A

Met een lapje grond dat ze dan konden bebouwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe waren Romeinen in de strijd en na de strijd

A

In de strijd hard en genadeloos en na de strijd als het land of gebied zich had overgegeven, dat ze dan de vijanden goed behandelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe werkt het bestuur van een Romeinse Republiek

A

Het word geleid door enkele honderden mannen uit rijke families zij waren de senaat.
Er waren ook twee consuls die hadden de meeste macht en werden 1 keer per jaar opnieuw gekozen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is het verschil tussen een republiek en keizerrijk?

A

Een republiek word geleid door het volk en een keizerrijk word geleid door een keizer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe en wanneer werd Rome een republiek?

A

509v.C joeg de bevolking de koning weg omdat ze hem te wreed vonden en werd een republiek.

17
Q

Door hoeveel mannen werd de republiek geleid

A

Door enkele honderd mannen uit rijke families

18
Q

Wat is een volkstribuun

A

Een normale Romeinse burger die ook mocht meebeslissen over wetten en regels, ook werden ze elk jaar opnieuw gekozen

19
Q

Met wat konden niet-Romeinen beloond worden

A

Met burgerrecht

20
Q

Noem bepaalde burgerrechten

A

Voorrecht tot stemmen

21
Q

Hoe kwam er een einde aan de republiek

A

Omdat er een opstand tussen de consuls en Caesar kwam. Ze vermoorden hem maar zijn geadopteerde zoon augustus nam alle macht op zich en noemde zichzelf Caesar wat nu keizer betekent