Paragraaf 3: Egypte En De Nijl Flashcards

1
Q

Welke beroepen ontstonden nog meer?

A
  • Smit
  • timmerlieden
  • schrijvers
  • priesters
  • handelaren
  • bestuurders (mensen die wet en regelgeving maken)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe werkte de irrigatie landbouw langs de Nijl?

A

landbouw waarbij met kanalen en andere waterwerken akkers worden bevloeid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke economische veranderingen ontstonden uit de landbouw in Egypte?

A
  • er was meer voedsel dan ze zelf op konden. Er waren hoge opbrengsten:
  • de bevolking groeide
  • niet iedereen hoefde boer te zijn en konden een ander beroep kiezen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke sociale veranderingen ontstonden door de landbouw in Egypte?

A
  • verschillen in rijkdom en macht worden groter (dan bij jager verzamelaars)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waar ontstond nog meer stedelijke samenleving

A

Mesopotamië

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wanneer gingen de mensen die langs de Nijl wonen langszaam over op landbouw?

A

Na 4000 v. Christus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat wordt bedoeld met Nijldelta?

A
  • door hevige regenval steeg elke zomer het waterpijl van de Nijl.
  • er kwam vruchtbaar slib mee
  • nadat het water weggezakt was konden ze gewassen verbouwen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waardoor steeg het waterpijl in de Nijl?

A

Heftige regenval 6000km ten zuiden midden in Afrika.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is irrigatielandbouw?

A

Het aanleggen van, sloten, bekken en rivieren om het water lang vast te kunnen houden of te vervoeren naar andere plekken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is nijverheid?

A

Het met de hand maken van gereedschappen, kleding, meubels, en sieraden: die timmerman, pottenbakker, wever

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is een specialisatie?

A

Je oefent 1 beroep uit en maakt niet alles zelf maar op een ding concentreren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe ontstond handel?

A

Gespecialiseerde vaklui moeten ruilen voor voedsel omdat ze niet zelf eten verbouwde maar maar 1 beroep uitoefende.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat kochten de Egyptenaren in het buitenland?

A

Ivoor (slagtanden), hout, speciale gesteente.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat gebeurde er met de dorpen nu er meer mensen kwamen?

A

Het werden steden zoals Thebe & Memphis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is een stedelijke gemeenschap?

A

Het geheel van mensen en beroepen die samenwonen in een omgeving zoals een dorp of stad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke uitvindingen ontstonden er door irrigatielandbouw?
5 voorbeelden:

A
  1. Pottenbakkerschijf
  2. Wiel
  3. Ploeg (koe die apparaat voortrekt om grond soepel te maken.
  4. Maalstenen voor graan
  5. Brons werd gemaakt van koper en tin
17
Q

Wat zijn de voordelen van brons?

A

Je kunt er meer werktuigen van maken en vormen dan van steen.

18
Q

Wat zijn sociale lagen?

A

Verschillende beroepen met een verschil in macht en rijkdom.

19
Q

Wat is slavernij?

A

Mensen als eigendom beschouwen en laten werken voor je zonder of weinig betaling.

20
Q

Hoe ziet het leven van een slaaf er uit?
5 kenmerken

A
  1. Niets te zeggen over zichzelf
  2. Eigendom van iemand
  3. Verplicht zwaar werk
  4. Niet of nauwelijks betaald
  5. Geen vrijheid
21
Q

Zet van laag naar hoog beroepen op de sociaal economische ladder?
6 beroepen

A
  1. Slaven
  2. Boeren
  3. Eenvoudige handwerkslieden
  4. Kleine groep goed geschoolde mensen (schrijvers/bouwmeesters)
  5. Belangrijke bestuurders vb Farao
  6. Mensen met belangrijke godsdienstige zaken
22
Q

Wat is een Farao?

A

Koning van Egypte

23
Q

Wat gebeurde er met een farao wanneer hij overleed?

A
  1. Pyramide (grafmonument) werd gebouwd
  2. Werd hij in begraven
24
Q

Welke rol/ rechten hadden de vrouwen in het oude Egypte? Noem 4 elementen.

A
  1. Ze hield zich bezig met het huishouden en de kinderen.
  2. Ze mochten geen hoge bestuurder worden.
  3. Maar hadden meer rechten dan in andere samenlevingen.
  4. In een rechtbank waren ze gelijk aan mannen.
25
Q

Welke verschillende volken waren er in Mesopotamië

A

De Soemiërs, Akkadiërs, Assyriërs en de Babyloniërs

26
Q

Noem 3 elementen waar Mesopotamiërs om bekend staan.

A
  • Hun wetenschappelijke kennis (wiskunde en astronomie)
  • vastleggen wetten waren ze vroeg mee.
  • aan het hoofd een koning die ook legeraanvoerder was. Hij beweerde door de goden uitgekozen te zijn om te regeren.
27
Q

Wat betekent Mesopotamië letterlijk

A

Het land tussen twee rivieren ofwel Tweestromenland.

28
Q

Wat maakt in Mesopotamië irrigatielandbouw mogelijk?

A

De twee rivieren Eufraat en Tigris

29
Q

Wat zijn twee verschillen tussen Mesopotamië en Egypte?

A
  • In Mesopotamië begon de sociaal en economische ontwikkeling enkele honderden jaren eerder.
  • er leefden meerdere volken in Mesopotamië