Pagina 71 Theorie c Flashcards

1
Q

Wat is het tegengestelde van een getal?

A

Het tegengestelde van een getal is het getal dat, wanneer bij elkaar opgeteld, de som 0 oplevert.

Voorbeeld: Het tegengestelde van 4 is -4.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de uitkomst van de som van -4 en 4?

A

0

-4 en 4 zijn elkaars tegengestelde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke eigenschap hebben tegengestelde getallen op een getallenlijn?

A

Ze liggen even ver van 0.

Dit betekent dat hun afstand tot 0 gelijk is, maar ze bevinden zich aan tegenovergestelde zijden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het tegengestelde van 8?

A

-8

Het tegengestelde van een positief getal wordt verkregen door er een minteken voor te zetten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Vervang het tegengestelde van -10 door een minteken: wat is het resultaat?

A

10

-(-10) = 10.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Vul in: Het tegengestelde van -5 is _______.

A

5

Dit toont aan dat twee negatieve tekens samen een positief getal vormen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat gebeurt er als je het tegengestelde van een getal vervangt door een minteken?

A

Je krijgt het positieve getal.

Bijvoorbeeld: -(-5) = 5.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Twee getallen met som 0 worden ook wel _______ genoemd.

A

tegengestelde getallen

Dit is een definitie van tegengestelde getallen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly