Negative Getallen Opdr Flashcards

1
Q

Bereken: a -7–8

A

Bereken de waarde van -7–8.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Bereken: e 1 +-5

A

Bereken de waarde van 1 +-5.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Bereken: b -7+-8

A

Bereken de waarde van -7+-8.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Bereken: f 1–5

A

Bereken de waarde van 1–5.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Bereken: g 35 - -16

A

Bereken de waarde van 35 - -16.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Bereken: d -1+-5

A

Bereken de waarde van -1+-5.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Bereken: h -12 + -24

A

Bereken de waarde van -12 + -24.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Bereken: a -7+ -7

A

Bereken de waarde van -7+ -7.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Bereken: b -7–7

A

Bereken de waarde van -7–7.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Bereken: c 7+ -7

A

Bereken de waarde van 7+ -7.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Bereken: d -18 - -33

A

Bereken de waarde van -18 - -33.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Bereken: -8 - -2 + -10

A

Bereken de waarde van -8 - -2 + -10.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Bereken: b 12 - (8 - 17)

A

Bereken de waarde van 12 - (8 - 17).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Bereken: e -5 - -22

A

Bereken de waarde van -5 - -22.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Bereken: 57 + -75

A

Bereken de waarde van 57 + -75.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Bereken: -93 + 92

A

Bereken de waarde van -93 + 92.

17
Q

Bereken: h -59 + -73

A

Bereken de waarde van -59 + -73.

18
Q

Bereken: d -23 - (-4 - 5)

A

Bereken de waarde van -23 - (-4 - 5).

19
Q

Bereken: 38 + (-18 + -7)

A

Bereken de waarde van 38 + (-18 + -7).

20
Q

Vul getallen in zodat het klopt: a -3 - (11 + …) = -6

A

Vul de juiste waarde in voor … zodat de vergelijking klopt.

21
Q

Vul getallen in zodat het klopt: b -6-(-33 ÷3)

A

Vul de juiste waarde in voor … zodat de vergelijking klopt.

22
Q

Vul getallen in zodat het klopt: 16 + -43

A

Vul de juiste waarde in voor … zodat de vergelijking klopt.

23
Q

Vul getallen in zodat het klopt: -23 - (0+ -7)

A

Vul de juiste waarde in voor … zodat de vergelijking klopt.

24
Q

Vul getallen in zodat het klopt: 0- 23 - 11

A

Vul de juiste waarde in voor … zodat de vergelijking klopt.

25
Q

Vul getallen in zodat het klopt: -54 4-54 - 54

A

Vul de juiste waarde in voor … zodat de vergelijking klopt.

26
Q

Vul getallen in zodat het klopt: -8 - (5 - 17)

A

Vul de juiste waarde in voor … zodat de vergelijking klopt.

27
Q

Vul getallen in zodat het klopt: k -13 - (-5 - 8)

A

Vul de juiste waarde in voor … zodat de vergelijking klopt.

28
Q

Vul getallen in zodat het klopt: 1 18 - (-7 - -11) + 3

A

Vul de juiste waarde in voor … zodat de vergelijking klopt.

29
Q

Vul getallen in zodat het klopt: e - 8 - 7 - (15 - 36) - 3

A

Vul de juiste waarde in voor … zodat de vergelijking klopt.

30
Q

Vul getallen in zodat het klopt: 5 - 1-5 - 2 - (5 - 7)

A

Vul de juiste waarde in voor … zodat de vergelijking klopt.

31
Q

Vul getallen in zodat het klopt: … - (3 - 12) - 15 = 3

A

Vul de juiste waarde in voor … zodat de vergelijking klopt.

32
Q

Vul getallen in zodat het klopt: c 23 - 14 - (15 + …) = 15

A

Vul de juiste waarde in voor … zodat de vergelijking klopt.