Pagina 56 Theorie A Flashcards

1
Q

Wat is het product van 3 en 8?

A

24

Het product is het resultaat van vermenigvuldigen, in dit geval 3 x 8 = 24.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de factoren van het product 24?

A

3 en 8

De factoren zijn de getallen die vermenigvuldigd worden om het product te verkrijgen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het quotiënt van 24 en 3?

A

8

Het quotiënt is het resultaat van delen, hier 24 : 3 = 8.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de som van 8 en 11?

A

19

De som is het resultaat van optellen, hier 8 + 11 = 19.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het verschil van 12 en 7?

A

5

Het verschil is het resultaat van aftrekken, hier 12 - 7 = 5.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Vul in: Het product van twee getallen is ook bekend als _______.

A

vermenigvuldiging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de termen van de som 8 + 11?

A

8 en 11

De termen zijn de getallen die opgeteld worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de basisbewerkingen in de rekenkunde?

A
  • Optellen
  • Aftrekken
  • Vermenigvuldigen
  • Delen

Deze bewerkingen vormen de fundamenten van de rekenkunde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de formule voor het berekenen van een quotiënt?

A

getal1 : getal2 = quotiënt

Dit geeft de relatie tussen de getallen en het resultaat van de deling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly