Pagina 64 Theorie B - Breuken Optellen Flashcards

1
Q

Wat zijn breuken met dezelfde noemer?

A

Gelijknamige breuken

Gelijknamige breuken hebben dezelfde noemer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat verandert er bij het optellen en aftrekken van breuken met dezelfde noemer?

A

De noemer verandert niet

Bij optellen en aftrekken van breuken met dezelfde noemer blijft de noemer gelijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de eerste stap bij het optellen en aftrekken van breuken?

A

Breng helen binnen de breuken

Dit is de eerste stap in het werkschema voor breuken optellen en aftrekken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe maak je breuken gelijknamig?

A

Vermenigvuldig de noemers

Om breuken op te tellen, moeten ze eerst gelijknamig gemaakt worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de nieuwe noemer bij het optellen van de breuken 4 en 5?

A

20

De nieuwe noemer 20 krijg je door de noemers 4 en 5 te vermenigvuldigen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat gebruik je bij het optellen van niet-gelijknamige breuken?

A

Het kgv van de oude noemers

Het kleinste gemene veelvoud (kgv) wordt gebruikt als nieuwe noemer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat gebruik je bij het vereenvoudigen van breuken?

A

De ggd van de teller en de noemer

De grootste gemene deler (ggd) wordt gebruikt om de teller en noemer te delen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de tweede stap in het werkschema voor breuken?

A

Maak de breuken gelijknamig

Dit is essentieel voor correcte optelling of aftrekking van breuken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat moet je doen na het optellen van de tellers?

A

Vereenvoudig de uitkomst en haal helen eruit

Dit is de laatste stap in het breukenwerkschema.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is het resultaat van 10 + 12?

A

22

Dit is een eenvoudige optelling van twee gehele getallen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is het resultaat van 30 + 36?

A

66

Dit is het resultaat van de optelling van twee getallen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de uitkomst van 36 - 20?

A

16

Dit is een eenvoudige aftrekking van twee getallen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Fill-in-the-blank: Bij het optellen van breuken gebruik je als nieuwe noemer het _______ van de oude noemers.

A

kgv

Het kleinste gemene veelvoud wordt gebruikt bij het optellen van niet-gelijknamige breuken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

True/False: Bij het optellen van gelijknamige breuken verandert de noemer.

A

False

De noemer blijft gelijk bij gelijknamige breuken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de uitkomst van 23 - 6?

A

17

Dit is een eenvoudige aftrekking van twee gehele getallen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly