page 125-133 Flashcards

1
Q

Om twee gehele getallen te vermenigvuldigen:

A

Stap 1: Bepaal het toestandsteken van het product:
- Als beide factoren eenzelfde toestandsteken hebben, dan is het product altijd positief.
- Als beide factoren een verschillend toestandsteken hebben, dan is het product altijd negatief.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q
  • 3 is het …. of …..
  • ab is het….
A
  • …..cijfergedeelte / coefficient
  • …..lettergedeelte
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wanneer mag je het vermenigvuldigingsteken weglaten? Geef een voorbeeld erbij.

A
  • een getal en een letter
    vb: 3 . a = 3a
  • twee letters
    vb: a . b = ab
  • twee haken
    vb: (a + 3) . (7 - b) = (a + 3)(7 - b)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wanneer mag je het vermenigvuldigingsteken niet weglaten?

A

tussen twee cijfers
vb: 3 . 5 ≠ 35

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Het product van twee natuurlijke getallen is altijd een natuurlijk getal.

A

De vermenigvuldiging in N is overal gedefinieerd,

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly