Hoofdstuk 4 (97 - 122) Flashcards

1
Q

A\B

A

Het verschil van A en B.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

B\A

A

Het verschil van B en A.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

A U B

A

De unie van A en B

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

A ∩ B

A

De doorsnede van A en B.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

A ∩ B = {B, K, D}

A

De doorsnede van A en B is de verzameling van de elementen B, K en D.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

A U B = {R, F, A}

A

De unie van A en B is de verzameling van de elementen R, F en A.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

B\A={M,R,I,O}

A

Het verschil van B en A is de verzameling van de elementen M, R, I en O.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Gef de definitie van snijdende rechten.

A

Snijdende rechten zijn rechten die juist één punt gemeenschappelijk hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

a ∦ b

A

rechte a snijdt rechte b

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Geef de definitie van loodrechte rechten.

A

loodrechte rechten zijn twee snijdende rechten die een hoek van 90° vormen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

a ⊥ b

A

a staat loodrecht op rechte b

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Geef de eigenschap van de middelloodlijn in woorden

A

De middelloodlijn van een lijnstuk is de rechte die door het midden van het lijnstuk gaat en loodrecht op dat lijnstuk staat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Geef de eigenschap van de middelloodlijn in symbolen.

A

de rechte m is de middelloodlijn van lijnstuk [AB]

m ⊥ [AB] en m door het midden van [AB] gaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly