herhaling hoofdstuk 4 #2 Flashcards

1
Q

Geef de definitie van de afstand van een punt tot een rechte.
pag.113
(symbolen:
(woorden:

A

De afstand van een punt tot een rechte is de afstand van dat punt tot het voetpunt van de loodlijn uit dat punt op die rechte.
d(B, a) = d(B,V) = 3 cm
De afstand van punt B tot de rechte a is gelijk aan de afstand van punt B tot punt V en is 3 cm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Geef de definitie van de afstand tussen twee strikt evenwijdige rechten.
pag.113
(symbolen:
(woorden:

A

De afstand tussen twee strikt evenwijdige rechten is de afstand van een punt op een van de rechten tot de voetpunt van de loodlijn uit dat punt op de andere rechte.
d(a, b) = d(V, b) = d(V, W) = 3 cm
De afstand van de rechte a tot de rechte b is gelijk aan de afstand van punt V tot punt W en is 3 cm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly