Oratie Nelemans Flashcards
Het financieel strafrecht lijkt op het moment van wezenlijk belang voor de beheersing van de financiële sector. Dat zien we door: handhavingszaken, de hoogte van de schikkingsbedragen en de nieuwe regelgeving. Maar is het financieel strafrecht wel zo belangrijk?
Noem redenen TEGEN het financiële strafrecht.
- De Nederlandse financiële sector heeft eeuwen zonder financieel strafrecht gefunctioneerd (drie tot vier eeuwen). Het is een jong rechtsgebied.
- Het financieel strafrecht heeft niet de bescherming gebracht die we als samenleving hadden gehoopt.
* Financieel strafrecht heeft niet kunnen voorkomen dat rommelhypotheken werden verkocht en dat we in 2007 in een crisis zijn beland.
* Financieel strafrecht heeft niet kunnen voorkomen dat we in NL verschillende financiële debacles hebben gehad, zoals de woekerpolis- en aandelenlease-affaire - Het is geen uitgemaakte zaak wat precies het maatschappelijk nut is van financieel strafrecht
(bijv. nut en noodzaak van een verbod op handel met voorwetenschap/marktmanipulatie
Maar TOCH is het financieel strafrecht er. Redenen VOOR financieel strafrecht.
1, Kennelijk vinden we het als samenleving belangrijk dat bepaalde gedragingen in het financiële verkeer zijn verboden/geboden (fairness, eerlijkheid). Vormen van ‘oneigenlijke zelfverrijking’ ten koste van andere deelnemers aan het financiële verkeer moet voorkomen worden.
- Civiele rechtspleging biedt geen adequate oplossing: individuen kunnen niet goed zelf optreden, omdat bewijsgaring lastig is.
- Waarborgen van vertrouwen in de sector & markten: overheden willen graag controle uitoefenen op de financiële sector, omdat deze sector een voorname rol speelt bij de ontwikkeling van de reële economie.
- Correctie van marktimperfecties
Het is duidelijk dat de financiele sector nu zwaar is gereguleerd. Waarmee?
- Toetredingsregels
- Gedragsregels
- Prudentiele regels
Om ervoor te zorgen dat bedrijven zich aan deze regels houden, is een stok achter de deur nodig. Die wordt geleverd door het strafrecht en het bestuursrecht (het punitieve recht). Let wel: wetgeving en handhaving zijn niet altijd het beste antwoord. Er bestaat het risico van ‘overshooting’.
Het financieel strafrecht ontstaat naar aanleiding van maatschappelijke veranderingen: beurscrashes, affaires, gewijzigd marktdenken, andere visie financiële sector. Politiek gedreven rechtsgebied. Het fluctueert meer: van regulering naar deregulering.
De ontwikkeling van financieel strafrecht met jaargetallen ongeveer.
Eerste tekenen financieel strafrecht pas eind 19e eeuw (1886)
1886: art. 334 Sr (verbod op koersmanipulatie) & art. 336 Sr (verbod op emissiebedrog). Dit was de start van het Nederlands financieel strafrecht, maar de wetsartikelen hadden een slapend bestaan.
1929: beurscrash Amerika (Black Thursday/De Grote Depressie). Had weinig invloed op financiële regulering in Nederland. Bij ons was de ontwikkeling meer geleidelijk, stapsgewijs kwamen er meer financiële wetten.
1937: eerste marktmanipulatiezaak ter wereld (Amerika).
1952: toezichthouder DNB komt er.
1961: eerste voorwetencshapzaak ter wereld (Amerika).
1987: beurscrash Amerika.
1989: de Europese Raad ging zich meer bemoeien met de financiële regulering -> Richtlijn transacties ingewijden. Voor het eerst werd handel met voorwetenschap strafbaar gesteld in Nederland.
1989: Wet Mulder (verkeersovertredingen bestuursrechtelijk afdoen). Begin van de bestuurlijke boete! Niemand had toen kunnen vermoeden dat de bestuurlijke boete zo’n belangrijke rol zou gaan spelen bij de handhaving van financieel strafrecht. Inmiddels is het een van de belangrijkste handhavingsinstrumenten van de AFM/DNB.
Opmerkelijk beweging eind jaren 80: in Amerika is er deregulering van financiële regelgeving, in Europa kwam er juist meer financiële regelgeving.
1992: toezichthouder AFM komt er.
In de jaren 90 gaan de AFM en het OM voorwetenschapszaken aanbrengen. HCS-zaak was de eerste. Echter was hier sprake van marktmanipulatie, dus volgde vrijspraak voor misbruik van voorwetenschap. ‘De ongelukkige eerste zaak’.
2003: EU actualiseert de Richtlijn transacties ingewijden.
-> Richtlijn marktmisbruik (van minimum- naar maximumharmonisatie).
Wat stond erin? Strafbaarstelling misbruik van voorwetenschap, marktmanipulatie, openbaarmakingsplicht voor KGI.
Vanaf toen: toenemend aantal marktmisbruikzaken.
De financiele crisis van 2007 werkte als katalysator. Begon in Amerika.
Leg uit, hoe werd dit een wake up call voor wetgevers?
2007: wereldwijde financiële crisis , welke begon in Amerika.
De aanleiding: Amerikaanse rommelhypotheken > omvallen 2 banken: Bear Stearns en Lehman Brothers -> schokgolf financiële markten.
‘Wake-up-call’ voor wetgevers: Europese wetgever ging verder met regulering en in Amerika stopte de dereguleringsgolf. Obama - de Dodd-Frank act. (een Amerikaanse wet met als doel de financiële stabiliteit in VS vergroten).
2007: Wet op financieel toezicht (Wft)
Dit is de belangrijkste wet voor de NL financiele sector. In deze wet is nagenoeg alle financiele wet- en regelgeving gebundeld.
Na 2007 is veel gebeurd.
2014: Europese commissie heeft besloten tot strengere regels tegen handel met voorwetenschap en marktmanipulatie
2015: Nederland: Wet verruiming mogelijkheden bestrijding financieel-economische criminaliteit (meer mogelijkheden voor opsporing, vervolging, bestraffing en maximale geldboete is inmiddels 10% van de jaaromzet van de RP).
Maar ook: maatschappelijke trend. De samenleving is kritischer naar de financiele sector gaan kijken -> toename administratieve regels/financiele wetgeving.
Samenvattend: fin. strafrecht is in NL dus stapsgewijs, geleidelijk, traag ontwikkeld.
Toezicht op banken in Europa -> Europese Centrale Bank
Toezicht op effectenmarkten -> nationale toezichthouders
Wat is financieel strafrecht in technisch-juridische zin?
2 benaderingen, welke kiest Nelemans?
- financiële delicten strafrechtelijk vervolgen;
- financiële delicten strafrechtelijk vervolgen of bestuursrechtelijk beboeten.
Nelemans sluit aan bij de tweede benadering: strafrechtelijk vervolgen of bestuursrechtelijk beboeten, want het gaat in beide gevallen om sanctionering + het sluit aan bij de trend dat bijzonder strafrecht en punitief bestuursrecht naar elkaar toe groeien.
Financieel strafrecht = een verstrengeling vna financieel recht, strafrecht en bestuursrecht.
Financieel recht: Wft + onderliggende regelgeving
Strafrecht: WED + Sr + Sv
Bestuursrecht: Awb
Bestuursrechtelijke handhaving:
AFM of DNB, afhankelijk van soort overtreding. Verschil met Engeland/Amerika, daar kunnen die toezichthouders wel strafrechtelijk vervolgen.
Strafrechtelijke handhaving:
OM
Wat is materieel financieel strafrecht? 4 schillen
1) 1e schil: financiële normen die via de WED strafrechtelijk kunnen worden gehandhaafd en ernstig zijn.
> Art. 1 sub 1 WED
> Art. 2 jo. 6 WED: max. gevangenisstraf 6 jaar/taakstraf/geldboete vijfde categorie
> Zijn vooral 4 artikelen in de Wft: handel met voorwetenschap, tippen van voorwetenschap, marktmanipulatie en benchmarkmanipulatie (staan nu in de Verordening Marktmisbruik)
> Ook: art. 334 Sr (verbod op koersmanipulatie) & art. 336 Sr (verbod op emissiebedrog).
- 2e schil: bestaat uit financiële normen die via de WED strafrechtelijk kunnen worden gehandhaafd, maar minder ernstig zijn. Het gaat om ongeveer 150 wft-artikelen.
- Art. 1 sub 2 en 3 WED
- Art. 2 jo. 6 WED: max. gevangenisstraf 2 jaar/taakstraf/geldboete vierde categorie
- Zijn ongeveer 150 artikelen, waaronder openbaarmaking KGI.
NB: de eerste twee schillen kunnen ook bestuursrechtelijk worden gehandhaafd.
- 3e schil: bestaat uit financiële normen die alleen bestuursrechtelijk kunnen worden gehandhaafd (dus geen OM, wel toezichthouders).
> Het gaat om ruim 1000 bepalingen in verschillende financiële wetten (Wft, Pensioenwet en AMvB’s).
> Deze bestuursrechtelijk schil is de grootste schil van het financieel strafrecht, hetgeen onderstreept dat het financieel strafrecht hoofdzakelijk bestuursrecht is geworden. - 4e schil: bestaat uit meer algemene strafbepalingen die zijn opgenomen in het wetboek van strafrecht en worden aangewend bij de bestrijding van financiële criminaliteit.
> Bedrog, valsheid in geschrifte, boekhoudfraude, faillissementsfraude, witwassen, omkoping.
> Omdat het gaat om algemene bepalingen (niet specifiek gericht op de financiële sector), wil Nelemans de vierde schil beperken tot situaties waarin de bepalingen worden aangewend in de context van financiële criminaliteit.
> Wat is financiële criminaliteit?
Friedrichs: ‘large-scale illegality that occurs in the world of finance and financial institutions’.
Nelemans: ‘financiële criminaliteit moet zich afspelen binnen financiële markten of financiële instellingen (large-scale illegality is niet vereist volgens hem).
> Voorbeeld van de vierde schil: Klimop-zaak (vastgoedfraude)
Het materiële financieel strafrecht bestaat op het moment uit grofweg 2000 artikelen.
Hoofdstuk 3: de evolutie van het handhavingsmodel
Drieluik van ontwikkelingen
Opkomst van het punitieve bestuursrecht (een stille revolutie in het strafrecht) Het gaat om een drieluik van ontwikkelingen die deels verband houden met de opkomst van het punitief bestuursrecht:
- Eerste luik = toename van open normen
- Tweede luik = toezichthouders als spelverdeler
- Derde luik = verschuiving van gerechtelijke naar buitengerechtelijke afdoening.
Eerste luik = toename van open normen
- Waarom open normen?
- Consequenties van open normen?
Spectrum: nauwkeurige regels open normen
Open normen zijn niet meer weg te denken in het financieel strafrecht. Voorbeelden van open normen: redelijkheid en billijkheid, goede trouw, zorgplicht. Denk aan bepalingen zoals handel met voorwetenschap en marktmanipulatie. De betekenis van het lex certa-beginsel bij het ontwerp en de toepassing van deze bepalingen is betrekkelijk gebleken.
Achterliggende gedachte: principle-based regelgeving (open normen) heeft voordelen boven rule-based regelgeving (specifieke normen)
- Principle-based regelgeving is flexibeler bij veranderingen
- Principle-based regelgeving leidt tot minder regels
Consequenties van open normen:
1. Een consequentie van principle-based regelgeving is dat toezichthouders beoordelingsvrijheid/beoordelingsruimte krijgen. In feite draagt de wetgever een deel van zijn macht over aan de uitvoerende macht = terugtred van wetgever.
Daar valt in het financieel strafrecht aan de ene kant ook wel wat voor te zeggen, omdat het juist financieel toezichthouders zijn die op het gebied van de financiële sector de meeste kennis hebben.
- De beoordelingsvrijheid/beoordelingsruimte van de uitvoerende macht (de toezichthouders) komt uiteraard wel tegen een prijs: géén parlementaire controle. Maar zolang de toezichthouders een verantwoordelijk beleid voeren & rechters kritisch blijven, is dat geen probleem. Bovendien: minister van financiën is politiek verantwoordelijk voor het toezichtsysteem, dus er is indirect parlementaire controle op de AFM/DNB.
- Een andere consequentie is dat door open normen onduidelijkheid bestaat over welk gedrag al dan niet is toegestaan. De grens tussen normaal marktgedrag en een misdrijf is niet helder.
- Open normen zorgen voor lange procedures, omdat er veel discussie over de normen kan bestaan en partijen lang met elkaar blijven strijden (voorbeeld C1000-zaak: mededelen voorwetenschap en handel met voorwetenschap/partijen hebben tot CBb geprocedeerd). Waarom zijn er open normen?
- toenemende rol Europese wetgever, die vrijer is met formuleren;
- Complexiteit + snelle ontwikkeling vragen om regelgeving met langere houdbaarheidsdatum;
- Het is gewoonweg niet mogelijk een precieze beschrijving te geven.
Hoe kan de wetgever/toezichthouder soms op verzoek van de praktijk nadere inkleuring geven aan een norm? 3 manieren.
- Open norm invullen met een andere norm;
- Uitzonderingen op de open norm formuleren;
- Richtsnoeren formuleren voor de uitleg van de open norm.
Voorbeeld van zaken waarin een ‘open norm’ werd voorgelegd aan het Hof van Justitie (HvJ)
Spector-arrest
Spector:
De vraag: wanneer iemand ‘gebruik maakt’ (open norm) van voorwetenschap?
HvJ: er wordt géén gebruik gemaakt van voorwetenschap als de transactie niet in strijd is met de doelstellingen van de Richtlijn Marktmisbruik. Dit opende de weg voor twee excepties:
i. transacties die contrair zijn aan de voorwetenschap;
ii. transacties die niet tot een ‘ongerechtvaardigd voordeel’ kunnen leiden
> ii. zorgt voor opnieuw een open norm dus.
Daimler-arrest
De vraag: wanneer voorwetenschap in een overnamecontext ‘concreet’ is?
Gesprekken tussen partijen kunnen zeer prematuur zijn, en niet kwalificeren als voorwetenschap. Waar ligt het omslagpunt? - wanneer wel concreet?
HvJ: als er i. een realistic prospect is op de uitkomst van een stapsgewijs proces zoals een overname en ii. iedere stap in een samengetrokken proces kan concrete info opleveren.
-> (i) is een nadere invulling van een open norm, maar (ii) maakt dit weer ongedaan. Geen helder criterium dus.
Toezichthouders: het is aan de ondernemingen zelf om te houden aan wet- en regelgeving (ook de open normen. Toezichthouders controleren achteraf of het gedrag van onderneming legitiem was. Formeel gezien is dat logisch, materieel gezien zou er meer sturing mogen komen van de toezichthouders.
Nelemans: open norms are here to stay.
Tweede luik: Toezichthouders als spelverdeler
- Rol van toezichthouders?
- Veranderingen?
- De rol van toezichthouders is toegenomen: blijkt uit aantal medewerkers: AFM > 500 medewerkers; DNB > 1800 medewerkers.
- De rol van toezichthouders is aan het veranderen; AFM wil niet meer gezien worden als waakhond; wel nog als handhaver die blijvende impact op de financiële sector heeft.
Bij DNB is handhaving een integraal onderdeel van het toezicht geworden.
Veranderingen:
- Grootste verandering bij AFM en DNB: toezichthouders zijn opgeschoven van reactief optreden naar proactief beleid. Ze opereren meer als spelverdeler tegenwoordig.
- Toezichthouders zijn meer gaan sturen op risico’s (missie-gedreven beleid). Sparrow: ‘pick important problems, fix them and tell everybody about them’. Let wel: dat betekent niet dat alles binnen toezichthouders verworden is tot missie-gedreven beleid. Voor bepaalde vergrijpen wordt nog steeds gebruik gemaakt van een command and control (bij ernstige misdrijven). Maar buiten dit soort vergrijpen wordt wel meer op de risico’s gestuurd.
Dus samengevat: proactieve en risico-gedreven toezicthouders.
Nelemans heeft bedenkingen bij het missie-gedreven beleid
Niet eenvoudig om dit beleid op een succesvolle manier in de praktijk te brengen: risico’s moeten in kaart worden gebracht -> inschatting maken van de waarschijnlijkheid dat het risico zich zal realiseren -> bepalen wat de impact is > dan bepalen welke risico’s de hoogste prioriteit hebben.
Bij deze aanpak zijn 3 risico’s op fouten:
- Belangrijke vormen van marktfalen worden niet geïdentificeerd;
- Wetgever of toezichthouder wil optreden tegen belangrijke problemen, maar richt zich toch op het bestrijden van kleine problemen, omdat dit eenvoudiger is;
- Ten onrechte wordt gedacht dat optreden jegens een marktfalen een netto positief effect heeft voor de samenleving.
Vervult het strafrecht nog wel een belangrijke functie gezien de expansie van de toezichthouders?
Ondanks de expansie van de toezichthoudersen het punitief bestuursrecht is het strafrecht niet uitgespeeld. Nog steeds worden ernstige zaken door de AFM aan het OM doorgegeven. Het gaat dan bijv. om handel met voorwetenschap en ernstige vormen van manipulatie en verschillende vormen van fraude.
Kortom: strafrecht vervult belangrijke functie.
Nelemans: ik verwacht dat het strafrecht meer aan terrein zal gaan winnen (dat is het streven van Europa + grote schikkingen door OM aan RP + vervolging wittenboordencriminaliteit + slagvaardigheid van het strafrecht verhoogd door verhogen maximale geldboetes).
Derde luik: buitengerechtelijke afdoening
De opkomst van het punitieve bestuursrecht.
2 soorten.
De opkomst van het punitieve bestuursrecht: dit is van nature buitengerechtelijk, omdat de toezichthouder zonder tussenkomst van de rechter een maatregel kan opleggen:
- Voorbeelden van een buitenGERECHTELIJKE handhaving: zelfstandige last, bindende aanwijzing, last onder dwangsom, bestuurlijke boete, openbare waarschuwing etc. etc.
- Daarnaast is er een buitenWETTELIJKE handhaving: een gesprek of brief waarin de normen goed onder de aandacht worden gebracht/de AFM verzoekt een bank bijv. om zich aan een bepaalde (niet-wettelijke) norm te houden.
De buitenwettelijke handhaving lijkt belangrijker te worden door het missie-gedreven beleid van toezichthouders. Bovendien sluit het aan bij de leerschool van responsive regulation: bestraffing is het laatste instrument.
Ondernemingen werken vaak wel mee aan de buitenwettelijke handhaving (het gesprek/brief waarin wordt verzocht om aan een norm te houden), omdat: …
3 punten
- Toezichthouders ander om aanvullende regelgeving verzoeken en die verkrijgen, waardoor de onderneming na enige tijd alsnog moet inschikken (ze winnen alleen tijd dus);
- Toezichthouders en marktpartijen een langetermijnrelatie hebben;
- Er ligt een zekere druk op bestuurders/commissarissen om mee te werken -> de AFM/DNB kan een formele aanwijzing geven aan de onderneming tot heenzending van die personen.
Let op: financieel toezichthouders (AFM/DNB) hebben géén mogelijkheid om zaken te schikken.
Ook in het strafrecht zijn ontwikkelingen te zien op het gebied van buitengerechtelijke handhaving:
- Art. 74 Sr: transacties via OM
Let wel: een transactie is een uitzondering. Er moet een ‘zeer goede reden’ zijn voor het OM om een transactievoorstel te doen.
Aantal: 35 in 2002-2011.
Waarom transacties voor onderneming? -> efficiëntie, lange complexe procedure voorkomen, recht doen aan elkaars belangen, geen publiciteit en schuld wordt formeel niet vastgesteld.
Waarom transacties voor het OM? -> hoog bedrag incasseren + extra eisen verbinden aan de transactie, zoals een compliance maatregel, die toekomstige misstanden moet voorkomen. Waarom transacties met een RP? -> effectieve manier van geschillenbeslechting + RP zijn mogelijk bereid om medewerking te verlenen aan het onderzoek en informatie te delen (resultaten van een intern onderzoek delen met OM).
Strafrechtelijke buitengerechtelijke handhaving
Wat zijn kanttekeningen bij transacties?
- Is er wel sprake van vrijwillige instemming?
- Worden de fundamentele uitgangspunten van de strafrechtspleging voldoende gerespecteerd?
- Beperking van de rechtsontwikkeling?
Wetgever: met de komst van de Wet OM-afdoening (strafbeschikking) zal de figuur van de transactie (geleidelijk) worden afgeschaft -> dan is er alleen nog maar de strafbeschikking en de ontnemingsbeschikking.
Strafrechtelijke buitengerechtelijke handhaving
- Wet OM afdoening (2008)
Deze wet biedt het OM de bevoegdheid om bepaalde strafbare feiten zelf, dus zonder voorlegging aan de rechter, te bestraffen. Achterliggende gedachte: het verder ontlasten van het strafrechtsysteem door het OM de bevoegdheid te geven minder ernstige vergrijpen zelf af te doen en slechts relevante zaken bij de strafrechter voor te laten komen. 75K in 2012. Maar in financieel strafrecht is de strafbeschikking nog tamelijk onbekend.
Nelemans: bij buitengerechtelijke afdoening moet er ruimte blijven bestaan voor maatwerk en consensuele argumenten. Waarom vindt hij dat?
In zaken waarin ook buitenlandse autoriteiten rechtsmacht hebben, kan de snelheid en houding van het NL OM van invloed zijn op de besluiten van die buitenlandse autoriteiten om van vervolging/beboeting af te zien (dus: Amerikaanse autoriteiten op afstand houden van NL RP).